Narya
Narya (Quenyaans voor vlam of vuur) is één van de Drie Ringen van de Elfen in het boek "In de Ban van de Ring" van J.R.R. Tolkien. Deze ring, ook wel de Ring van Vuur of Rode ring genoemd, werd tijdens de Tweede Era door de Elf Celebrimbor gesmeed samen met Vilya, de Ring van Lucht, en Nenya, de Ring van Water. Narya is ingelegd met een robijn.
De Drie Ringen van de Elfen werden halverwege de Tweede Era in het geheim gemaakt door Celebrimbor, en zelfs Sauron, die de Elfensmeden tot dan toe geholpen had, wist niet van hun bestaan. Voordat Ost-in-Edhil, waar Celebrimbor woonde, verwoest werd door Sauron, had hij Vilya en Narya al aan Gil-galad toevertrouwd, en Nenya aan Galadriel. Gil-galad gaf de Ringen al gauw aan anderen: Narya kwam tot Círdan, en zo tot Gandalf, en Vilya vertrouwde hij aan Elrond toe.
Van Vilya en Nenya was bekend dat deze zich bij Elrond en Galadriel bevonden, maar pas tegen de tijd dat de ringen met hun bewakers uit Midden-aarde verdwenen werd bekend dat Gandalf Narya al lange tijd onder zijn hoede had. Voordat de oorlog rond de oorlog om de Ene Ring begon vertrouwde Círdan de Rode ring aan Gandalf toe. De ring zou volgens Círdan de "dapperheid van vroeger in harten kunnen ontvlammen".
Tot Sauron's val door toedoen van de Laatste Alliantie aan het einde van de Tweede Era kon geen van de Drie vrijelijk gebruikt worden, omdat Sauron de drie Elfen die ze droegen op het spoor kon komen en hen mentaal onderwerpen aan hemzelf.
Uiteindelijk, nadat de Ene Ring door Frodo vernietigd was, werd ook de macht van de Drie teniet gedaan, omdat Sauron - hoewel hij niet feitelijk meegeholpen had aan hun creatie - Celebrimbor wel de kennis en macht verschafte om überhaupt Ringen van Macht te smeden, en met Sauron's heengaan ging ook de macht die de Ringen voedde heen. Elrond, Galadriel en Gandalf namen hun Ringen mee toen zij met Frodo, in 3021 van de Derde Era, naar Valinor vertrokken.
