Methylisocyanaat
Methylisocyanaat | |
---|---|
|
|
|
|
Molecuulformule | CH3NCO |
Smiles | |
IUPAC | |
Andere namen | |
CAS-nummer | 624-83-9 |
EINECS-nummer | 210-866-3 |
EG-nummer | |
VN-nummer | 2480 |
Beschrijving | vluchtige, kleurloze vloeistof |
Vergelijkbaar met | |
|
|
F+, zeer licht ontvlambaar; T+, zeer giftig |
|
Carcinogeen | |
Hygroscopisch | |
Risico (R) en veiligheid (S) |
R-zinnen: R12, R24/25, R26, R37/38, R41, R42/43, R63 |
Omgang | niet inademen, contact en blootstelling vermijden |
Opslag | stevig gesloten houden verwijderd van hitte, vonken en open vlammen; onder stikstofatmosfeer bewaren en nooit in contact laten komen met water |
ADR-klasse | |
MAC-waarde | 0,024 mg/m³ |
LD50 (ratten) | (huid) 2780 mg/kg (subcutaan) 261 mg/kg |
LD50 (konijnen) | (subcutaan) 126 mg/kg |
MSDS-fiches | |
|
|
Aggregatietoestand | vluchtige vloeistof |
Kleur | |
Dichtheid | 0,967 g/cm³ |
Molmassa | 57,1 g/mol |
Smeltpunt | -17 °C |
Kookpunt | 39 °C |
Vlampunt | -7 °C |
Zelfontbrandingstemperatuur | 534 °C |
Dampdruk | (bij 20°C) 46400 Pa |
Oplosbaarheid in water | g/L |
Goed oplosbaar in | |
Slecht oplosbaar in | |
Onoplosbaar in | |
Dipoolmoment | D |
Viscositeit | Pa·S |
Kristalstructuur | |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
C |
J/mol·K |
Evenwichtsconstanten | |
Klassieke analyse | |
Spectra | |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar) |
Methylisocyanaat (H3C-N=C=O) is een kleurloze, zeer brandbare stof. Als deze stof in contact komt met lucht verspreidt ze zich razendsnel (cfr. de gasramp in Bhopal, India (1984)) De damp is ongeveer 2 keer zo zwaar als lucht en verspreid zich dus over de grond. Menging met de lucht erboven treedt door het dichtheidsverschil traag op.
Methylisocyanaat wordt gebruikt voor het fabriceren van polyurethaan, pesticiden en plastic.
Dr. Bogaerts Jan uit Antwerpen, toonde aan wat de inademing van dit product tot gevolg heeft op de longen (op microscopisch vlak). De longen worden aangetast en er treedt longoedeem op. De patiënt stikt als het ware in zijn eigen bloed. Het effect van methylisocyanaat op longen en slijmvliezen is terug te voeren op de reactie:
-
- CH3N=C=O + H2O → CH3NH-C(OH)=O
gevolgd door vorming van methylamine onder afsplitsing van CO2.
De gezondheidsproblemen ontstaan doordat 1) het benodigde water in deze reactie onttrokken wordt aan het long- of slijmvliesweefsel 2) het gevormde methylamine zich in de toch nog vochtige omgeving op dezelfde wijze gedraagt als ammoniak: met water wordt methylammoniumhydroxide gevormd, waardoor de pH in het weefsel veel te hoog wordt voor het normaal functioneren ervan.