Koninkrijk León
|
De stad León werd gesticht door het Romeinse Zevende Legioen (om onbekende redenen altijd geschreven als Legio Septima Gemina ("tweeling zevende legioen"). Het was de hoofdstad van dat legioen in het late rijk en was a centrum voor de goudhandel die dichtbij in Las Médulas gedolven werd. In 540 werd de stad veroverd door de Ariaanse Visigotische koning Liuvigild, die de Katholiek Christelijke bevolking niet lastig viel. In 717 viel León weer, nu ten prooi aan de Moren. Maar ze was een van de eerste steden ingenomen in de Reconquista en werd deel van het Koninkrijk Asturië in 742. Het was een klein stadje, maar de overgebleven Romeinse muren liggen als basis onder de middeleeuwse ommuring.
[bewerk] Ontstaan van het koninkrijk
In 913 ontstond een onafhankelijk Koninkrijk León toen de christelijke vorsten van Asturië langs de noordelijke kust van het schiereiland hun hoofdstad verplaatsten van Oviedo naar León. Ze keerden zich af van de onbevaarbare Atlantische Oceaan, die bevolkt werd door Vikingen en zeemonsters, en vestigden zich in het hoogland van Spanje.
Meteen begon León zich uit te breiden naar het zuiden en het oosten, en ze beveiligden het nieuwe gebied met talloze kastelen. Het nieuwe gebied was het Graafschap Burgos tot 930, toen graaf Fernan Gonzalez van Kastilië begon om Burgos uit te breiden en het onafhankelijk en erfelijk te maken. Hij noemde zichzelf de koning van Kastilië, naar de grote hoeveelheid kastelen in het gebied en breidde het koninkrijk uit ten koste van León door samen te werken met het Kalifaat van Córdoba, tot 966, toen hij door Sancho werd tegengehouden.
Aanhoudende rivaliteit tussen de twee koninkrijken opende mogelijkheden voor anderen, en Sancho III "de Grote" van Navarra (1004–1035) lijfde Kastilië rond 1020 in, en voegde León er aan toe in het laatste jaar van zijn leven, zodat Galicië tijdelijk onafhankelijk werd. In de landverdeling na zijn dood volgde zijn zoon Fernando hem op als graaf van Kastilië, en deze veroverde twee jaar later ook León en Kastilië. Bijna dertig jaar, tot zijn dood in 1065, regeerde hij als Ferdinand I van León over een gecombineerd koninkrijk León-Kastilië. Toentertijd golden zoutwinning en smederij nog als industrie, en de legertjes die de strijd beslechtten bestonden uit slechts honderden mannen.
Meteen ten zuiden van León lag het ontelbaar rijke, gesofisticeerde en machtige Kalifaat van Córdoba, als een westers Byzantium. Interne strijd verdeelde Andalusische trouw in de 11e eeuw, zodat de verarmde Christenen die belasting betaalden aan het Kalifaat betalingen gingen eisen (parias), als tegenprestatie voor steun aan bepaalde mensen of simpel als afpersing.
Ferdinand I volgde het voorbeeld van de graven van Barcelona en de koningen van Aragón, en hij werd steenrijk door het slaan van gouden munten. Toen hij in 1065 stierf werden zijn gebied en de parias verdeeld onder zijn drie zonen, van wie Garcia de klassieke broederstrijd in feudale opvolging won.
Weinigen in Europa zouden van de grote rijkdom van dit geïsoleerde Koninkrijk hebben geweten (de bisschoppen hadden nauwelijks contact met Rome), als Ferdinand en zijn opvolgers niet de grote weldoener waren geweest van de Abdij van Cluny. De Sint-Jacobsroute trok pelgrims uit West-europa naar het vermeende graf van Sint Jacobus in Santiago de Compostella.
De inname van Toledo (6 mei 1085) door Alfons VI was een keerpunt in de ontwikkeling van León-Kastilië en de eerste mijlpaal in de Reconquista. Christelijke Mozarabs van Al-Andalus kwamen naar het noorden om de verlaten grensgebieden te bewonen.
De twee koninkrijken León en Kastilië werden rond 1195 weer gescheiden, toen een grote nederlaag van Alfons VIII de autoriteit van Castilié deed afnemen, maar de landen werden weer verenigd in 1230 onder Ferdinand III. De Atlantische kustprovincie scheidde zich af als het onafhankelijke Koninkrijk Portugal.
Hoewel de koningen van Kastilië de titel Koning van León als hoofdtitel zagen, en een Leeuw gebruikten als hun standaard bleef Kastilië het centrum van de macht, met als voorbeeld het vervangen van de Astur-Leónese taal door het Castiliaans.
In de 16de eeuw werd León een deel van het verenigde Spaanse koninkrijk. De moderne provincie León is in 1833 afgebakend. De vroegere landen van León maken nu deel uit van de autonome regio’s van Kastilië en León, Extremadura, Asturië en van Portugal.