De kleine zwaan (Cygnus bewickii) is verwant aan de Wilde zwaan. Kleine zwanen broeden 's zomers op de Russische toendra. In de winter komen ze met duizenden naar onder andere Nederland om daar te overwinteren.
Kleine zwanen verschillen onder andere van de ons bekendere Knobbelzwaan door hun grootte. De Kleine zwaan wordt zo'n 127 centimeter, en de Knobbelzwaan wel 150 centimeter.
Anders dan bij de Wilde zwaan heeft de kleine zwaan minder geel op de snavel. Kleine zwanen fourageren soms met honderen tegelijk op graslanden. 's Avonds is hun muzikale roep te horen als ze van voedselpek naar een veilige slaapplek vliegen. Zo'n plaats is vaak een meer of ander afgesloten natuurgebied dat 's nachts voldoende veiligheid biedt. Kleine zwanen zijn vanaf oktober tot maart te zien in Nederland.
Kleur: |
wit, snavel is zwart-geel |
Geluid: |
Melodieus hoge tonen "klioe-kloeie" |
Voedsel: |
Gras, toendramossen en waterplanten. |
Lengte: |
ongeveer 120 cm. |
Spanwijdte: |
ongeveer 180 cm. |
[bewerk] Waarnemingen in Nederland
[bewerk] Externe links, Bronnen, afbeeldingen
Zwanen