Kannibaaltomaat
Kannibaaltomaat | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Solanum uporo (Dunal, 1852) |
De kannibaaltomaat (Solanum uporo), is een plantensoort uit de Solanaceae die nauw verwant is aan de tomaat (Soanum lycopersicum). Zijn naam heeft deze plant gekregen omdat volgens de overlevering kannibalen op Fiji mensenvlees zouden eten met een saus van de vrucht.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
De kannibaaltomaat is een meerjarige kruidachtige plant. Het is een bossige plant die een hoogte van circa 1,5 m kan bereiken. De bladeren zijn eivormig en toegespitst. De bloemen lijken op andere nachtschades. Ze zijn wit en hebben vijf bloembladeren en gele meeldraden. Na de bevruchting ontstaan uit de bloemen rode, 2 – 3 cm grote, felrode, gladde, glanzende besvruchten die lijken op de tomaat.
De vruchten zijn eetbaar, maar hebben een enigszins bittere smaak die verminderd door het koken van de vruchten. De bladeren kunnen in salades worden verwerkt. In de wortels zitten giftige Alkaloïdes.
[bewerk] Herkomst
De kannibaaltomaat is inheems op Tahiti, Fiji en andere eilanden in de Grote Oceaan. Buiten deze gebieden wordt de plant soms als kuipplant geteeld.
[bewerk] Geschiedenis
De kannibaaltomaat werd in 1852 voor het eerst beschreven onder de naam Solanum uporo door de Franse botanicus Michel Félix Dunal. De naam kannibaaltomaat (vertaling van het Duitse “Menschenfreschertomate”) heeft deze plant sinds 1864 te danken aan Berthold Seemann wat zich ook weerspiegeld in de door hem gegeven wetenschappelijke naam Solanum anthropophagorum. Hij berichtte van de in deze tijd zogenaamd nog geïsoleerd levende kannibalistische inwoners van Fiji vernomen te hebben dat mensenvlees zeer ongenietbaar is maar door de toebereiding met drie verschillende plantensoorten genietbaarder werd. Deze soorten zijn naaste de kannibaaltomaat de bladeren van de malawari (Trophis anthropophagorum) en de tudano (Homalanthus pedicellatus). Terwijl malawari en tudano in het wild groeiende bomen zijn werd de kannibaaltomaat gecultiveerd. Vaak gebeurde dat in de omgeving van als bure-ni-sa (huis van de vreemdelingen) aangeduide hutten, waarin de in de oorlog gesneuvelden werden gebracht. Volgens Seemann deed onder de inboorlingen het bijgeloof de ronde dat het aanraken van kinderen die mensenvlees met de handen hadden aangeraakt ziektes zou veroorzaken. Daarom werd het vlees alleen met lange vorken aangeraakt.
Naast de wetenschappelijke soortnamen Solanum uporo en Solanum anthropophagorum zijn ook Solanum viride, Solanum patameense, Solanum polynesicum en Solanum savaiense wetenscahppelijke synoniemen.
[bewerk] Literatuur
- Berthold Seemann: Viti, an account of a government mission to the Vitian or Fijian Islands in the years 1860-61. Macmillan & Co., Cambridge 1862. (Online)
[bewerk] Externe links
- Beschrijving van de plant (TU Darmstadt)
- Beschrijving van de plant (giftpflanzen.com)
- Informatie en afbeeldingenr (Cook Islands Biodiversity)