Hyracotherium
Hyracotherium | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() Hyracotherium |
||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soorten | ||||||||||||
|
Hyracotherium, ook wel bekend als Eohippus, is het eerst bekende paard. Dit dier leefde van het Laat-Paleoceen tot het Vroeg-Eoceen in Noord-Amerika en West-Europa, het verscheen zo'n 55 miljoen jaar geleden.
Hyracotherium was 50 cm hoog en 65 cm lang. Het had een vrij lange kop en een lang, slank en gewelfd lichaam. Aan de poten zaten kleine tenen met brede hoeven: vier tenen (waarvan er één sterk was gereducerd) aan de voorpoten en drie aan de achterste tenen. Door deze hoeven was Hyracotherium in staat snel te kunnen rennen, wat goed van pas kwam bij het vluchten voor roofdieren. Een ander primitief kenmerk van Hyracotherium was het gebit dat bestond uit 44 tanden en kiezen. De hersenen van dit dier waren behoorlijk groot, wat niet alleen aangeeft dat hij intelligent was maar ook scherpe zintuigen had. Scherpe oren en neus had Hyracotherium wel nodig, want de bossen werden bewoond door reusachtige krokodillen, looproofvogels en andere roofdieren. Bij gevaar vluchtte dit hoefdiertje snel de ondergroei in. Hyracotherium bezat kiezen die geschikt waren voor het kauwen van zachte bladeren, planten en afgevallen vruchten.
Toen Noord-Amerika en Europa in het Eoceen van elkaar werden gescheiden door het ontstaan van de Atlantische Oceaan, ontstonden er twee populaties van Hyracotherium. De Amerikaanse populatie zou zich ontwikkelen tot de echte paarden, zoals Orohippus, Mesohippus en Equus. In Europa evolueerde Hyracotherium tot de paleotheriën, steviggebouwde paardachtige dieren zoals Propaleotherium. Deze groep zou uiteindelijk uitsterven.