George C. Marshall
George Catlett Marshall (31 december 1880 – 16 oktober 1959), een Amerikaanse militaire leider en staatsman, geboren in Uniontown, Pennsylvania.
Marshall werd geboren in een familie uit de middenklasse. Nadat hij in 1901 was afgestudeerd aan het Virginia Militairy Institute, ging hij het Amerikaanse leger in. Hij werd gestationeerd op verschillende posities in de VS en de Filipijnen, en werd getraind in moderne oorlogsvoering. Gedurende de Eerste Wereldoorlog had hij een rol als planner voor zowel training als operaties. Tussen de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog was hij een belangrijk planner en schrijver in het oorlogsdepartement, werkte drie jaar in China en gaf les aan het Army War College.
Hij ging naar Frankrijk in de zomer van 1917 als het hoofd van de training en planning voor de eerste infanterie divisie. Halverwege het jaar 1918 werd hij gepromoveerd naar het hoofdkantoor van de American Expeditionary Forces, waar hij een belangrijke planner werd voor de Amerikaanse operaties. Hij speelde een belangrijke rol in de vormgeving en coördinatie van het Meuse-Argonne offensief, dat Duitsland tot overgave dwong.
In 1919 werd hij kampassistent onder generaal John J. Pershing. Tussen 1920 en 1924 werkte Marshall op verschillende posities in het Amerikaanse leger, met focus op het onderwijzen en trainen in moderne, gemechaniseerde oorlogsvoering.
Hij werd gepromoveerd tot brigadier-generaal in oktober 1936. In 1939 werd hij door Franklin D. Roosevelt benoemd tot hoofd van de militaire staf, wat hij bleef tot 1945. Marshall schreef het document voor de centrale strategie voor alle geallieerde operaties in Europa, selecteerde Dwight Eisenhower als opperste bevelhebber in Europa en gaf Operatie Overlord, de operaties in Normandië, vorm. Gedurende de rest van de Tweede Wereldoorlog, coördineerde Marshall alle geallieerde operaties in Europa en de Stille Oceaan. Hij werd door Winston Churchill gekenschetst als de organisator van de geallieerde overwinning. Time Magazine riep Marshall uit tot man van het jaar in 1944.
Marshall ging met pensioen in 1945 en werd benoemd tot Secretary of State in 1947. In deze functie hield hij op 5 juni 1947 een toespraak op de Universiteit van Harvard, waarin hij een plan kenschetste van de Amerikaanse regering om bij te dragen in het herstel van Europa. Dit plan, dat bekend werd als het Marshallplan, hielp Europa met een snelle wederopbouw. Hierdoor werd Marshall benoemd tot Time’s Man of the year in 1948 en kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede in 1953. In 1949 nam hij ontslag bij het State Department en werd president voor het Amerikaanse Rode Kruis.