Gele trui
De gele trui (Frans: maillot jaune) is het shirt waarin de leider van het algemeen klassement van de Tour de France rijdt en als zodanig herkenbaar is. De trui wordt dagelijks uitgereikt. De leiderstrui, ingevoerd door de oprichter van de Tour de France, Henri Desgrange, werd geel omdat de organiserende krant, l'Auto, op geel papier werd gedrukt. De leider van het klassement was op deze manier voor volgers gemakkelijker te herkennen. Overigens werd de trui pas tijdens de ronde van 1919 ingevoerd. Eugène Christophe was de eerste drager van de trui, Firmin Lambot de eerste die de gele trui bij de finish in Parijs mocht aantrekken.
De gele trui is alsmaar belangrijker geworden in de loop der tijden. Het rijden in de gele trui is publicitair zo aantrekkelijk dat veel wielrenners dat als een overwinning beschouwen en soms zelfs belangrijker vinden dan het winnen van een Tour-etappe. Wanneer twee renners samen een grote voorsprong hebben dan wordt soms een deal afgesproken, waarbij de minst geklasseerde renner de etappe mag winnen en de ander de gele trui mag aantrekken.
Metaforisch wordt met de gele trui ook vaak de drager van de trui bedoeld: 'de gele trui moet lossen!'
In navolging van de Tour draagt de leider in vele andere etappekoersen ook een gele trui. In de Ronde van Italië draagt de leider de roze trui.
[bewerk] Voorvallen met de gele trui
- Tijdens de Ronde van 1980 gaf Bernard Hinault op een avond op, nadat hij eerder die dag de gele trui had ontvangen. De nummer twee van het klassement, Joop Zoetemelk, verkoos de volgende dag niet in het geel te starten, ook al zou hij dat mogen. Aan het einde van die dag stond hij officieel eerste, en daarna reed hij in het geel.