Engelbert Dollfuss
Engelbert Dollfuss (Duits: Dollfuß; Texing, 4 oktober 1892 – Wenen, 25 juli 1934) was een Oostenrijks christen-sociaal politicus. Hij was een boerenzoon uit Neder-Oostenrijk en studeerde rechten in Wenen en Berlijn. Hij was lid van K.Ö.H.V. Franco-Bavaria Wien en K.D.St.V. Germania Berlin, twee studentenverenigingen die behoorden tot het Cartellverband der katholischen deutschen Studentenverbindungen. In zijn vrije tijd verrichtte hij sociaal werk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht hij, ondanks zijn bescheiden lengte, in het Oostenrijk-Hongaars leger aan het front met Italië. Na de oorlog werd hij actief binnen de Christelijk-Sociale Partij en stichtte hij een Landbouwersbond om de boeren te helpen. Eind jaren twintig werd hij lid van het Oostenrijkse parlement. In 1927 werd Dollfuss directeur van de Neder-Oostenrijkse Landbouwkamer en in 1930 president van de Neder-Oostenrijkse Bundesbahn. In maart 1931 werd Dollfuss minister van Landbouw. In mei 1932 werd hij tevens minister-president (Bundeskanzler) en minister van Binnenlandse Zaken. Zijn kabinet bestond uit de Christelijk-Sociale Partij, de (semi-fascistische) Heimwehr en de Landbouwpartij.
Na een korte kabinetscrisis diende Dollfuss zijn ontslag in, hij werd herbenoemd met volmachten en regeerde sindsdien dictatoriaal (1933). Met behulp van de grote mogendheden - met name het fascistische Italië - trachtte Dollfuss de economische en financiële toestand te verbeteren, hetgeen echter niet lukte.
Na de machtsovername in Duitsland door de Nazi's (30 januari 1933), die naar een Anschluss streefden, richtte een bevreesde Dollfuss zich nog meer op Italië. Op advies van Benito Mussolini bond hij de strijd aan met de nationaal-socialisten en de sociaaldemocraten; beide tegenstanders van Dollfuss' politiek. Zowel de Oostenrijkse Nazi-partij als de sociaal-democratische partij werden verboden.
In februari 1934 viel het Oostenrijkse Leger Bundeswehr gesteund door de Heimwehr e.a. paramilitaire groepen de Weense arbeiderswijk aan om het socialisme aldaar te breken. Dit leidde tot een korte, maar hevige burgeroorlog, waarbij de sociaaldemocraten zich kranig verzetten. De sociaal-democratische leiders gingen daarop naar het buitenland of doken onder en gingen de illegaliteit in. Op 1 mei 1934 voerde Dollfuss een nieuwe, corporatieve (corporatisme) grondwet in. Voortaan was alleen het Vaderlands Front toegestaan, een overkoepelende massaorganisatie.
Op 25 juli 1934 pleegden nazi's onder leiding van Dr. Rintelen een staatsgreep. SA-eenheden wisten door te dringen in het regeringspaleis en schoten Dollfuss neer, die enige tijd later aan zijn verwondingen bezweek. De staatsgreep mislukte echter wegens de slechte communicatie tussen de samenzweerders en de coupplegers werden gearresteerd. Dollfuss' opvolger als premier werd Kurt von Schuschnigg.