Dualis
De dualis (ook wel het tweevoud) is een vorm van naamwoorden of voornaamwoorden die naar zaken verwijzen die in tweetallen of paarsgewijs voorkomen, of van daarmee congruerende woorden en woordgroepen. Het Nederlands kent geen dualis, tweevoud wordt in die taal niet van meervoud onderscheiden.
Een taal met een dualisvorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 1e/2e persoon is het Noordfries. Als illustratie:
- Ik ban en moon. (ik ben een man)
- Wat san mååns. (wij tweeën zijn mannen)
- We san mååns. (wij - drie of meer - zijn mannen)
In het Oudgrieks (tot in de Klassieke Periode), in Semitische talen zoals het Hebreeuws en het Arabisch en ook in oud Germaanse talen zoals het Gotisch is de dualis een systematisch verschijnsel, bijvoorbeeld het meervoud van woorden die bijna altijd paarsgewijs voorkomen, zoals oog, oor, been en arm, hebben een dualisvorm.
In het Sanskriet wordt de dualis algemeen toegepast, niet enkel in voorwerpen die normaal per paar voorkomen, zoals bijvoorbeeld handen, maar altijd als het object in tweevoud voorkomt, zoals twee kinderen.
In de groep van de Slavische talen wordt de dualis nog normaal gebruikt in het Sloveens en het Sorbisch. In veel andere Slavische talen zijn oude dualisvormen in enkele woorden bewaard gebleven als versteende uitgangen, of heeft de dualis geleid tot bepaalde eigenaardigheden in het verbuigingssysteem.