Diamantduif
| Diamantduif | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
||||||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Soort | ||||||||||||
| Geopelia cuneata (Frivaldszky, 1838) |
De diamantduif (Geopelia cuneata) is een oorspronkelijk uit Australië afkomstige vogel.
[bewerk] Uiterlijk
Hij dankt zijn naam aan zijn uiterlijk. De grijs-blauwe vleugels liggen vol met spikkeltjes, gelijkend op diamanten. Kopje en lijf zijn lichtgrijs. De staart is wat donkerder. Rond het oog heeft hij een rode ring. Zijn totale lengte van kop tot staartpunt is 20 centimeter. Het mannetje en vrouwtje zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden, alleen tijdens de balts is te zien dat het mannetje de staart uitspreidt en het vrouwtje niet. De ring van het mannetje is meestal donkerder dan van het vrouwtje. Er zijn ook kleurmutanten, zoals de zilveren diamantduif. Er zijn ook isabel-agaattinten, die gecombineerd kunnen worden met de witstuit.
[bewerk] Verzorging
Het diamantduifje is een erg rustige vogel die vooral een voorbeeldig gedrag betoont voor kleinere vogelsoorten. Hij kan wel goed samen met vinkachtigen gehouden worden. Ze kunnen beter niet solo gehouden worden, want dan kunnen ze vrij lastig zijn, maar bij voorkeur altijd één paartje per volière, meerdere paartjes in één volière is ook af te raden, omdat mannetjes tijdens de broedperiode agressief kunnen zijn tegenover andere mannetjes.
Ze mogen gevoerd worden met allerlei soorten zaad, miereneieren en af en toe een meelworm. Tevens staat er groenvoer op hun menu.
 |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Geopelia cuneata op Wikimedia Commons. |
