Bohumil Hrabal
Bohumil Hrabal (Brno-Židenice, 28 maart 1914 - Praag, 3 februari 1997) is een Tsjechisch schrijver.
Bracht zijn jeugd door op de bierbrouwerij in Nymburk, waar zijn (stief-)vader bedrijfsleider was. In 1935 begon hij in Praag rechten te studeren, maar in de oorlog en het sluiten van de universiteiten en hogescholen gooiden roet in het eten. Hij keerde terug naar Nymburk, was enige tijd werkzaam bij een notaris, daarna volgde hij een opleiding tot perronchef en werkte in 1944 ook als zodanig enige tijd op het station van Kostomlaty bij Nymburk. Na de bevrijding voltooide hij zijn rechtenstudie. Hij werkte o.a. als vertegenwoordiger van een speeldgoedgroothandel, die in 1948 werd gesloten.
Van 1945 tot en met 1952 werkte hij als gewone arbeider bij de ijzergieterij Poldi in Kladno. In 1950 verhuisde hij naar Praag en betrok hij het huisje aan de Na Hrázi Op de Dam (in Libeň, bij Palmovka ). Na een ernstig bedrijfsongeval verliet hij de ijzergieterij en ging hij vanaf 1954 bij een oudpapierdepot in de Spálenástraat werken. In 1956 trouwde hij met de sudetenduitse Eliška, beter bekend als Pipsi. In 1959 verliet hij de oudpapierbranche om als toneelknecht in Libeň te werken. Dit duurde tot 1962 , toen het hem lukte een klein invalidepensioen te krijgen, op grond waarvan hij het zich kon permitteren onafhankelijk schrijver te zijn. Hij schreef een omvangrijk oeuvre bij elkaar dat na de Fluwelen Revolutie in 19 delen als verzameld werk is uitgegeven.
Hrabal is in 3 februari 1997 overleden door een val uit het raam van het ziekenhuis waar hij uit voorzorg was opgenomen, waarbij het nooit duidelijk is geworden of het om een ongeluk ging bij het voeren van de duiven of om een zelfmoord.
[bewerk] Bibliografie
- Al te luide eenzaamheid
- Adagio lamentofo
- Gekortwiekt
- Het stadje waar de tijd is blijven staan
- De tedere barbaar
- De toverfluit
- Ik heb de koning van Engeland bediend
- Trouwpartijen: een damesroman
- Harlekijntjes miljoenen
- Verschoven zelfportret
- Vita nuova
- Zwaarbewaakte treinen