Blauwe vinvis

Blauwe vinvis
IUCN-status: Bedreigd

Rijk:	Animalia (Dieren)
Stam:	Chordata (Chordadieren)
Klasse:	Mammalia (Zoogdieren)
Orde:	Cetartiodactyla (Walvissen en evenhoevigen)
Familie:	Balaenopteridae (Vinvissen)
Geslacht:	Balaenoptera

Soort

Balaenoptera musculus
(Linnaeus, 1758)

De blauwe vinvis (Balaenoptera musculus) is een in zee levend zoogdier dat behoort tot de infraorde van baleinwalvissen (Mysticeti).

[bewerk] Kenmerken

De blauwe vinvis is -voor zover nu bekend- het grootste dier dat ooit op aarde leefde. Volwassen exemplaren kunnen een maximale lengte van rond de dertig meter en een (bewezen) maximaal gewicht van 150 ton bereiken.

Een blauwe vinvis heeft een longcapaciteit van 5000 liter en een hart dat 500 kilo weegt.

Het dier heeft slechts een kleine rugvin die kort zichtbaar is tijdens het duiken. Tijdens het uitademen ontstaat een spectaculaire stoompluim van 9 meter hoogte.

Ondanks de reusachtige afmetingen heeft de blauwe vinvis een slank voorkomen en kan het tijdens het zwemmen een snelheid bereiken van 40 tot 50 kilometer per uur.

^{* De tong van de Blauwe vinvis is net zo groot als een olifant.}

[bewerk] Geschiedenis

Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw werd de blauwe vinvis bijna tot uitsterven gebracht door de intensieve walvisjacht. Beschermende maatregelen in de tweede helft van de eeuw lijken het voortbestaan van de soort te hebben gered. Aantallen worden geschat op 5000, wereldwijd.

[bewerk] Voedsel

Wonderlijk genoeg voedt dit reusachtige dier zich met minuscule diertjes die als verzamelnaam plankton hebben en een maximale grootte hebben van 1 à 2 centimeter. Per dag eet een volwassen dier zo'n 4000 kg krill.

[bewerk] Gedrag en leefwijze

Een blauwe vinvis kan 80 tot 100 jaar oud worden. Ze leven alleen of in groepjes van twee of drie dieren. De blauwe vinvis staat, evenals de bultrug, bekend om de muziek die hij maakt.

[bewerk] Verspreiding

Deze grote dieren leven op volle zee maar blijven aan de oppervlakte omdat hun voedsel zich daar ook bevindt. 's Zomers bevinden ze zich aan de rand van het pakijs, 's winters meer in subtropische wateren.