Jacht (activiteit)
De jacht is het opjagen en uiteindelijk proberen te doden van wilde dieren, vanuit een behoefte aan voedsel, ter bestrijding van schade of overlast, als sport of als natuurbeheersmaatregel.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Jagen is een van de oudste manieren om aan voedsel te komen. Hoewel er discussie is of oude hominiden als Homo erectus en Homo habilis nu jagers of aaseters waren, ziet men verzamelen en jagen als belangrijkste activiteiten van de prehistorische mens in de oude steentijd. Wat de gevolgen van de jacht door mensen is geweest in die tijd is onduidelijk. Er zijn wetenschappers die het uitsterven van de mammoet in verband brengen met deze activiteit van de mens in ijstijd. Anderen echter beschouwen de klimatologische veranderingen de belangrijkste oorzaak hiervan. In het het neolithicum nam in vele culturen het belang van de jacht door de introductie van de landbouw af. Voor de jacht gebruikte men stenen voorwerpen als pijlpunt en speerpunt. In de bronstijd werden de jachtwapens van brons en in de ijzertijd van ijzer. Doorgaans is men de mening toegedaan dat jacht van oudsher voornamelijk een mannenactiviteit is geweest.
Soms werden er diersoorten uit andere streken uitgezet om ze te kunnen bejagen. Zo wordt tegenwoordig aangenomen dat de Romeinen konijnen hebben geïntroduceerd in West-Europa. Het edelhert werd voor de jacht in Nieuw-Zeeland geïntroduceerd; een ecologische ramp. Zo zijn er vele diersoorten te noemen.
[bewerk] Middeleeuwen
In de Middeleeuwen werd er door vele groepen van de samenleving gejaagd. De adel genoot vaak vele privileges op dit terrein. Zo hadden ze het alleenrecht op jacht in vele gebieden. Wanneer anderen dan gingen jagen in deze terreinen, konden ze worden gepakt voor stroperij. Ook werd in de Middeleeuwen het vuurwapen uitgevonden, waarvan de handzame varianten toegepast worden in de jacht. Dit heeft de effectiviteit van de jacht vergroot.
[bewerk] Jacht in Nederland
De vrije jacht is in Nederland verboden. Slechts met een jachtakte mag er gejaagd worden. Als er zonder deze papieren gejaagd wordt is er sprake van "stropen". Jagers zijn mensen die een jachtakte hebben, dat zijn er in Nederland zo'n 28.000. De jachtakte wordt aangevraagd bij de politie. De politie geeft alleen een jachtakte af als de aanvrager:
- minstens 18 jaar is
- het diploma van het jachtexamen gehaald heeft
- WA-verzekerd is voor de jacht
- aan kan aantonen dat hij jachthuurovereenkomsten heeft afgesloten voor een gebied dat minimaal 40 hectare aaneengesloten groot is en in Nederland is gelegen
- geen strafblad heeft
Het diploma van het jachtexamen is te halen na de jachtcursus, die ongeveer een jaar duurt. De cursus wordt gegeven door de Stichting Jachtopleidingen Nederland (SJN). De cursus bestaat uit een theorie-deel en drie praktijk onderdelen, waarbij de veilige omgang met het geweer erg belangrijk is.
Er zijn ongeveer 28.000 jagers in ons land. Zij hebben heel wat kennis van de Nederlandse natuur. Ze jagen in Nederland op vijf wildsoorten: konijn, haas, fazant, wilde eend en houtduif. Voor deze dieren geldt een jachtseizoen. Het merendeel van deze jagers is aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (www.knjv.nl)
Daarnaast worden jagers ook ingeschakeld voor het beheer van grote hoefdieren, zoals reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen en vossen. Deze dieren kennen in Nederland nog geen natuurlijke vijanden. Jagers worden ingeschakeld om de aantallen voldoende laag te houden, dan heet het geen jacht, maar populatiebeheer. Dit gaat dan volgens een plan dat door vertegenwoordigers van de agrariërs, de natuurbescherming en de jagers is opgesteld en door de Provincie is goedgekeurd. Het optreden van jagers wordt ook gevraagd bij (dreigende) landbouwschade. Dit kan veroorzaakt worden door de wildsoorten, maar ook door dieren die in principe gedurende het hele jaar beschermd zijn, zoals bijvoorbeeld knobbelzwanen, meerkoeten en ganzen.
[bewerk] Jacht in België
Jagers zijn mensen die een jachtverlof hebben. Om dit te verkrijgen moet men:
- minstens 17 jaar oud zijn
- geslaagd zijn in het theoretisch en praktisch examen, jaarlijks georganiseerd in het vlaams en waals gewest
- in het bezit zijn van een recent bewijs van goed gedrag en zeden
- verzekerd zijn voor de jacht