Godfried van Bouillon
1060-1100 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Hertog van Neder-Lotharingen | ||||||
|
||||||
Voogd van het Heilig Graf | ||||||
|
||||||
Graaf van Verdun | ||||||
|
||||||
|
Godfried van Bouillon (Boulogne-sur-Mer of Baisy-Thy, 18 september 1060 - Jeruzalem, 18 juli 1100) was hertog van Neder-Lotharingen (van 1089-1100) en één van de leiders van de Eerste Kruistocht.
Godfrieds ouders waren Graaf Eustatius II van Boulogne en Ida van Verdun, dochter van Hertog Godfried II van Neder-Lotharingen. Godfried III had hem in 1076 aangeduid als zijn erfgenaam, maar keizer Hendrik IV van het Heilige Roomse Rijk besloot het hertogdom aan zijn eigen zoon Koenraad te geven en Bouillon en het markgraafschap Antwerpen aan Godfried. In 1089 kreeg Godfried dan toch het hertogdom in handen, als beloning voor zijn diensten in de oorlog van de keizer tegen de Saksen en tegen paus Gregorius VII.
Inhoud |
[bewerk] Beginjaren
Godfried zou al op jonge leeftijd vertrokken zijn vanuit Boulogne naar Bouillon, sommige beweren voor zijn gezondheid (hij zou als kind vaak ziek geweest zijn), de bossen van de Ardennen zouden hem goed doen. Daar werd hem geleerd hoe hij met wapens moest omgaan en hij werd voorbereid als leider van zijn toekomstig domein. Godfried was 16 toen zijn oom Godfried III van Neder-Lotharingen (Godfried met de Bult) overleed, maar kreeg alleen de zeggenschap over Bouillon en het Markgraafschap Antwerpen. Zijn tante Mathilde van Toscane, die getrouwd was met Godfried III, probeerde Godfried op slinkse wijze van zijn zetel te lichten. Ze had de hulp ingeroepen van de graaf Albert III van Namen, dit mislukte echter. In 1080 trok Keizer Hendrik IV ten oorlog tegen paus Gregorius VII, Godfried trok met hem mee naar Rome, omdat hij ook nog een rekening te verheffen had met Mathilde van Toscane die voor de paus vocht. (Zie ook investituurstrijd).
Deze slag werd in 1084 gewonnen door Hendrik IV. Rome brandde gedeeltelijk af. De paus vlucht en wordt afgezet.
Godfried wordt in 1089 benoemd tot hertog van Neder-Lotharingen. Hij doet belangrijke schenkingen aan verschillende kloosters, zoals Sint-Michiel te Antwerpen, Munsterbilzen, Genappe en Gorze. In het klooster te Antwerpen richt hij ook drie kapellen op, gewijd aan Sint Maarten, Maria Magdalena en de heiligen Marcellinus en Petrus.
In 1095 wordt het Concillie van Clermont-Ferrand gehouden. Paus Urbanus II en Pieter de kluizenaar roepen op tot het houden van een Kruistocht ter bevrijding van Jeruzalem.
Godfried geeft hieraan onmiddellijk gevolg. Hij schenkt of verkoopt al zijn bezittingen, inclusief het kasteel van Bouillon.
[bewerk] Eerste Kruistocht
In augustus 1096 sloot hij zich samen met zijn broers Eustaas en Boudewijn van Boulogne (de latere Boudewijn I van Jeruzalem) aan bij de Eerste Kruistocht en vertrok met een leger van 40.000 man, dat onderweg nog aangevuld werd met diverse heren en baronnen met hun soldaten en dat tot een leger van 100.000 man uitgroeide.
[bewerk] Eed van Loyaliteit in Constantinopal
In november was hij de eerste van de kruisvaarders die in Constantinopel aankwam en hij raakte al snel in een conflict verwikkeld met Alexius I van Byzantium, die erop stond dat de kruisvaarders een eed van trouw aan hem zouden zweren. Godfried weigerde eerst maar gaf dan uiteindelijk toch toe in januari 1097. De dochter van Alexius schreef een groot gedeelte over de edelen die hun eed van loyaliteit kwamen afleggen in haar boek The Alexiad. Godfried was ook de eerste bij de Verovering van Nicaea (het tegenwoordigen Izik), in deze stad waren vooraf al kruisvaarders aangekomen, bestaand uit boeren en dieven, maar die waaren in de minderheid en werden verslagen door de Seljuk Turken. Godfried wist alsnog de stad terug te veroveren. maar de legers van Raymond en Bohemund sloten zich al gauw aan. Het leger zou uitgegroeid zijn tot zo'n 300.000 man rond de Bosporus.
[bewerk] Bolwerken van Klein-Azië
Er is nog maar weinig bekend over de geschiedenis van de kruisvaarders in Klein-Azië. Wel is bekend dat Bohemund de grote strateeg was achter het beslechten van de bolwerken van Klein-Azië, dit is echter nooit meer gelukt na de Eerste Kruistocht, meestal stak men in de volgende kruistochten de Middellandse Zee over . De Christenen veroverde ook steden als Turbessel, Konya en Tarus. De staat Cicilië werd grotendeels ontdaan van zijn rijkdommen. Toch werden de kruisvaarders op diversen momenten van de dag aangevallen door de Seljuk Turken, die ver in de minderheid waren, maar een onsportieve strategie gebruikte om het christenleger uit te dunnen. In 1099 veroverden de kruisvaarders Antiochië en ontstond er verdeeldheid. Raymond IV van Toulouse, die op dat moment beschouwd werd als leider van de kruistocht, aarzelde om naar Jeruzalem op te rukken, maar Godfried kon hem overtuigen.
[bewerk] Verovering van Jeruzalem
Begin juli bereikte de kruisvaarders de stad Jeruzalem. Volgens de schrijver Robert de Monnik bestond het leger toen nog maar uit 50.000 man. Velen waren omgekomen in Klein-Azië, maar er keerden ook velen weer huiswaarts. Uiteindelijk sloten er nog enkele duizenden burgers en geronselde soldaten aan vanuit Antiochië. Op 15 juli 1099 viel Jeruzalem en was Godfried en zijn broer Boudewijn een van de eerste kruisvaarders die de stad binnentraden. Er werden leuzen geroepen als: God heeft het gewild (Dieu Le Veut) en Wij zijn de bevrijders. Op 22 juli weigerde Raymond Koning van Jeruzalem te worden, en werd Godfried in zijn plaats gekozen. Godfried weigerde tot koning gekroond te worden in de stad waar Jezus een doornenkroon had gedragen, maar aanvaardde wel de titel Advocatus Sancti Sepulchri (beschermer van het Heilig Graf).
[bewerk] Heerser van Jeruzalem
In het daaropvolgende jaar moest hij het Koninkrijk Jeruzalem verdedigen tegen de Egyptische Fatimiden, die bij Ashkelon verslagen werden, en tegen Dagobert van Pisa en de patriarch van Jeruzalem die van het koninkrijk een theocratie onder leiding van de paus wilden maken. In 1100 kwamen Akko, Ashkelon, Arsuf, Jaffa, en Caesarea onder zijn gezag. Dagobert slaagde erin om een bestand af te dwingen; het koninkrijk zou verhuizen naar Caïro wanneer Egypte veroverd werd, en Jeruzalem en Jaffa zouden aan de kerk gegeven worden. Godfried werd op 17 juli 1099 gekozen tot 'Verdediger van het Heilig Graf'. Godfried stierf echter in juli, zonder Egypte veroverd te hebben, en Dagobert moest toestaan dat Godfrieds broer Boudewijn van Boulogne op 25 december 1100 tot koning gekroond werd.
[bewerk] Zijn dood
Bij de verovering op Akko zou volgens de Arabische schrijver Ibn al-Qalanis Godfried getroffen zijn door een pijl en daaraan overleden zijn. Maar door de westerse schrijvers Albert of Aix en Ekkehard van Aura wordt daar geen melding van gemaakt, volgens hen zou Godfried tijdens zijn verblijf aan het hof van Caesarea vergiftigd zijn door de Emir van de stad. Tijdens een wandeling net buiten de stad zou hij op een rotsblok het bewustzijn hebben verloren.
Nog voor hij stierf gaf hij opdracht aan zijn broer Eustaas, die naar huis zou terugkeren, drie relikwieën van het Heilig Bloed van Jezus mee te nemen om ze te schenken aan de steden Boulogne-sur-Mer, Lens (Frankrijk) en Antwerpen.
[bewerk] De legendes
Omdat Godfried als eerste christen heerste over Jeruzalem werd hij in verscheidene vertellingen verheerlijkt en ontstonden er legendes over hem. Hij werd voorgesteld als de volmaakte christelijke ridder: groot van gestalte, een aangenaam uiterlijk, buitengewoon moedig in de strijd en zeer vroom.
Zo vertelt men dat hij tijdens de Eerste Kruistocht na de verovering van een stad in Cicilea gevochten had met een beer die hij met de blote hand versloeg. Ook zou hij een kameel met één slag van zijn zwaard onthoofd hebben.
Hij figureert ook opgenomen in de Van neghen den besten (omstreeks 1300), een beschrijving van negen historische helden.
Godfried zou ook een afstammeling zijn van deZwaanridder. Deze sage werd door Richard Wagner bewerkt tot de opera Lohengrin.
In Handels eerste opera Rinaldo (1728) wordt Godfried betiteld als Gofreddo.
Godfried is ook een sleutelfiguur in de boeken Holy Blood and the Holy Grail en de Da Vinci Code.
[bewerk] Persoonlijk Leven
Voor zover men kan achterhalen is Godfried niet getrouwd en kent men ook geen nakomelingen van hem. Toch weet men dat hij uitgehuwelijkt zou worden aan Ingred of Ingegjerd, dochter van Harald III van Noorwegen. Het huwelijk ging echter niet door.
[bewerk] Trivia
- In een oud Hollands nummer wordt gekscherend bezongen hoe Godfried de Bouillon uitvond.
- Halverwege de jaren 90 verscheen een vijfdelige stripreeks rond Godfried van Bouillon. De verhalen vertellen voornamelijk over de kruistocht.
[bewerk] Bronnen
- Robert de Monnik
- Richard van Aguiliers
- Willem van Tyre -(Gesta Orientalium).circa 1200 Die in de twaalfde eeuw pas over Bouillon schreef).
- John c Andressohn -The Ancestry and Life of Godfrey of Bouillon.
- Amin Maalouf -The Crusades through Arab Eyes. 1984
- Hans E Mayer -Historie van de Kruistocht
- Le baron De Reiffenberg - Le Chevalier au Cygne et Godefroid de Bouillon, Bruxelles, 1864.