Colombia
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Republiek Colombia is een land in het noordwesten van Zuid-Amerika. Het grenst in het noorden aan de Caribische Zee, in het oosten aan Venezuela, in het zuidoosten aan Brazilië, in het zuiden aan Peru en Ecuador, en in het westen aan Panama en de Grote Oceaan.
Inhoud |
[bewerk] Bestuur en politiek
Colombia is een presidentiële republiek en een van de oudste democratieën in Zuid-Amerika. De president werd lange tijd gekozen voor een ambtstermijn van vier jaar maar onder president Álvaro Uribe Vélez is de grondwet gewijzigd en kan de president nu voor twee ambtstermijnen gekozen worden. Het volk is vertegenwoordigd in twee kamers, het Parlement (165 leden) en het Congres (102 leden). De ministers zijn geen verantwoording verschuld aan het parlement maar aan de president, die ook regeringsleider is. De president is tevens de bevelhebber over het leger, maar in conflictgebieden heeft het leger een vergaande staatsrechtelijke bevoegdheid.
[bewerk] Bestuurlijke indeling
Colombia is een eenheidsstaat die bestaat uit 32 departementen plus het Hoofdstedelijk District van Bogota. Departementen met veel inwoners zijn verder ingedeeld in regio's of provincies, die vooral dienen ter ondersteuning van het bestuur van het betreffende departement en de gemeenten. Ze hebben zelf weinig macht. Het laagste bestuursniveau is doorgaans dat van de gemeente (municipio). De dichtbevolktste departementen bestaan uit meer dan honderd gemeenten, de dunbevolktste maar uit enkele (die dan vaak groter zijn dan Vlaanderen). In sommige departementen worden zeer dunbevolkte gebieden bestuurd als departementale districten (corregimiento departamental) of gemeentelijke districten (corregimientos municipal).
[bewerk] Geografie
Er zijn in Colombia in grote lijnen 5 gebieden die onderscheiden kunnen worden naar klimaat en landschap.
- Het Andesgebergte in het westen. Hier woont het grootste deel van de bevolking voornamelijk in de miljoenensteden, Bogotá, Medellín en Cali.
- De Caribische kust. Ook hier bevinden zich enkele belangrijke bevolkingscentra, zoals Cartagena.
- De Pacifische kust
- De vlaktes van de Orinoco
- Het oerwoud van de Amazone (het Orinoco- en Amazone-gebied beslaat tezamen 54 % van de oppervlakte van Colombia, maar er woont maar 3 % van de Colombianen)
[bewerk] Klimaat
Colombia ligt vrijwel op de evenaar maar door de grote hoogteverschillen komen er vier verschillende klimaatzones voor. 83% van het land ligt lager dan 1000 meter en de gemiddelde temperatuur is er 24oC. 9% van het land ligt tussen 1000 meter en 2000 meter hoogte met een gemiddelde temperatuur van 18oC. 6% van het landoppervlak ligt tussen 2000 en 3000 meter met een gemiddelde temperatuur van 12oC. Eeuwige sneeuw vindt men boven 4500 meter hoogte.
De seizoenen worden in Colombia eerder gekarakteriseerd door regenval dan door temperatuurswisselingen. In de lage gebieden aan de Caribische kust (het noorden) is er een droog seizoen van december tot maart, de rest van het jaar is het regenachtig. In het zuiden wordt het regenseizoen onderbroken door een periode van minder regenachtigheid in juni en juli, en aan de Pacifische kust komt een droog seizoen bijna niet voor.
[bewerk] Water
Door de vele gebergtes is Colombia rijk aan rivieren. Het merendeel hiervan stroomt in en naar het oosten. De belangrijkste rivieren in het noorden zijn de Meta, de Vichada en de Guaviare (allen in het stroombekken van de Orinoco). In het westen van het land stroomt de Magdalena in de dalen van de Andes en de Cauca.
[bewerk] Flora
Colombia is zeer rijk in plantengroei; grote delen van het land zijn met tropisch regenwoud bedekt. Aan de kust komen mangrovebossen voor. De bovenloop van de Magdalena is grotendeels begroeid door savanne, de llanos. De kerstorchidee (Cattleya trianae) is de nationale bloem van Colombia.
[bewerk] Geschiedenis van Colombia
In het precolumbiaanse tijdperk werd het land bewoond door inheemse volken met verschillende niveaus van beschaving en organisatie. De oudst gevonden resten van menselijke bewoning dateren van 16400 jaar geleden. Het betreffen resten van gereedschap die gevonden zijn nabij Girardot. De oudste resten van menselijke lichamen zijn 12500 jaar oud en gevonden bij Zipaquirá. Beide plaatsen liggen in het relatief droge Andesgebied. Men gaat er echter van uit dat de warme en vochtige gebieden van de Amazone en de Caribische en Pacifische kusten nog eerder werden bewoond hoewel de oudste vondsten daar slechts 9000 jaar oud zijn. De inheemse volken waren rond 3500 v.Chr. primitieve jagers en nomadische landbouwers, die de zee- en rivierkusten bevolkten. Met de komst van maïs als voedselbron in de 2e eeuw v.Chr. begonnen groepen zich te vestigen. Vroege precolumbiaanse volken waren in het noorden Urabá (ca. 1000 v.Chr - 0) en Sinú (0 - 1000) (vooral bekend om hun uitgebreide systeem voor irrigatie en drainage van landbouwgrond). In het zuid-westen leefden Tumaco, Calima (1000 v.Chr - 800), Malagana (300 v.Chr - 300 n.Chr), Cauca, San Agustín (1000 v.Chr - 500 n.Chr), Tierradentro, Nariño, Quimbaya (0 - 900) en Tolima (200 v.Chr - 500 n.Chr). Ten tijde van de Spaanse veroveringen waren er drie taalfamilies in Colombia: Chibcha, Carib en Arawak. 300 tot 400 jaar voor onze jaartelling trokken Chibcha-sprekende indianen vanuit Midden-Amerika naar Colombia, Venezuela en Ecuador. De Chibcha vestigden zich oorspronkelijk aan de Atlantische kust. Arawak-indianen migreerden vanuit het oosten naar Colombia en vestigden zich voornamelijk in de oostelijke rivierengebieden van de Orinoco en Amazone. Rond 1000 n.Chr. trokken oorlogszuchtige Carib-indianen van de Braziliaanse kuststreek en de eilanden naar de Colombiaanse kusten en rivierdalen van de Magdalena en de Cauca en verdreven daar de Chibcha naar hoger gelegen Andes-gebieden. De Chibcha bereikten een hoge graad van economische en politieke ontwikkeling. Toen de Europeanen rond 1500 Zuid-Amerika begonnen te ontdekken was de Chibcha de meest prominente etnische groep. Zij waren onderverdeeld in de Muisca en de Tairona, en nog enkele kleinere groepen. De grootste groep, de Muisca, hadden hun woongebied op de hoogvlakten van het huidige Cundinamarca en Boyacá en waren landbouwers. Hun maatschappelijke organisatie draaide om de cacicazgo, het stamhoofd, en een overerfbaar leiderschap via de vrouwelijke lijn. (In het bijzonder: de opvolger/erfgenaam van het stamhoofd was de zoon van zijn zus.) Er bestonden twee grote Muisca bondgenootschappen ten tijde van de Spaanse veroveringen: Bacatá (Bogotá) en Hunza (Tunja). Aan het hoofd van de Bacatá stond een Zipa, het opperhoofd. Bij de Hunza heette het opperhoofd Zaque. De kleinere Chibcha-sprekende groep Tairona bevolkten de noordelijke uitlopers van het berggebied Sierra Nevada de Santa Marta. Tairona bestond uit twee groepen, een in het Caribische laagland en de ander in de hooglanden van de Andes. De eerste groep leefde van vissen en zoutwinning, producten die ze ruilden voor textiel van de Tairona in het hoogland. Tairona leefden in talrijke goed georganiseerde steden die via stenen wegen met elkaar waren verbonden.
Rodrigo de Bastidas landde in 1500 als eerste op de Colombiaanse kust. In 1509 stichtte Alonso de Ojeda de noord-westelijke kustplaats San Sebastian de Urabá. Vasco Nuñez de Balboa stichtte Santa Maria la Antigua del Darién van waaruit hij een expeditie ondernam naar de Pacifische kust (1513). Met Santa Marta (1525) en Cartagena (1533) kreeg men de kust in handen en van daaruit begon de koloniale overheersing van het binnenland, aangemoedigd door de de mythe van 'El Dorado', de overvloedige bron van goud. Onder leiding van Gonzalo Jiménez de Quesada en Sebastián de Belalcázar werd het huidige Colombia ontdekt (1536). In 1557 werd in Santafé de Bogotá de 'Real Audiencia del Nuevo Reino de Granada' opgericht. De verovering van Nueva Granada, zoals het gebied toen heette naar de geboortegrond van Quesada, werd gekenmerkt door plundering van het Indaanse cultuurgoed, afdwinging van Spaanse gebruiken en religie, en slavernij. Het harde Spaanse regime had een een uitdunning van de Indiaanse bevolking tot gevolg, wat leidde tot het inzetten van negerslaven. Tot 1810 was het land een kolonie van Spanje en een belangrijke bron van goud maar in dat jaar verklaarde Colombia zich onafhankelijk. Spaanse troepen onder leiding van generaal Pablo Morillo veroverden het land echter na de Napoleontische oorlogen terug. Pas in 1819 was er sprake van een echte onafhankelijkheid onder leiding van Simón Bolívar en Francisco de Paula Santander. Simón Bolívar werd de eerste president van Colombia.
Colombia bestond toen nog uit het huidige Colombia en Ecuador, Venezuela en Panama. In 1830 werd Bolivar afgezet wat leidde tot het uiteenvallen van de Republiek. Ecuador en Venezuela ontstonden als onafhankelijke staten, Panama bleef nog onderdeel van Colombia tot 1903. Van het begin af was de politieke situatie onrustig o.a. omdat het politieke stelsel uit slechts twee partijen bestond, de liberalen en de conservatieven. Deze tweedeling kwam ook ruwweg overeen met de sociale tweedeling van het land: aan de kust wonen de 'costeños', veelal afstammelingen van de slaven - in het centrale hoogland wonen de 'cachacos', de Spaanse afstammelingen. Als gevolg van de desolate economische situatie, verschillende staatsgrepen en voortdurende gewelddadige conflicten begon in 1899 de 1000-daagse Oorlog tussen de regerende conservatieven en troepen van de liberalen. De oorlog, die tot 1902 duurde, zou uiteindelijk tussen de 60.000 en 130.000 levens eisen en het land vernield achterlaten. In 1903 leidde een opstand, gesteund door de VS die het Panama-kanaal wilde bouwen, tot de afscheiding van Panama. In 1928 vond het bloedbad van de Bananenstaking plaats. De Amerikaanse United Fruit Company had een monopolie in de bananenplantages en buitte de werknemers uit. De staking werd met geweld gebroken met honderden slachtoffers als gevolg. Vanaf 1948 vond een bloedige volksopstand plaats nadat de liberale presidentskandidaat Jorge Eliécer Gaitán werd vermoord. De volksopstand in Bogotá, met 2500 doden tot gevolg, verspreidde zich over het gehele land. Deze strijd, bekend als 'La Violencia', heeft het leven gekost aan waarschijnlijk meer dan honderdduizend mensen. Steden en dorpen werden platgebrand en meer dan een miljoen mensen vluchtten naar Venezuela. Van 1953 tot 1957 leidde generaal Gustavo Rojas Pinilla een militaire dictatuur. In een poging om politiek geweld en autoritair optreden te stoppen spraken de twee grote politieke partijen, de Conservatieven en de Liberalen, in 1958 af om afwisselend het bestuur van het land over te nemen. Dat leidde echter niet tot een wezenlijke vermindering van het geweld omdat velen zich door deze afspraak voelden uitgesloten van het democratisch proces. Deze periode duurde tot 1974 maar van 1965 tot 1968 werd de staat van beleg nog uitgeroepen als gevolg van geweld van linkse guerrilla's en opstand vanuit de Universiteit van Bogotá.
De huidige grondwet dateert van 1991.
De huidige politieke situatie is onrustig. Tegenover de overheid ontstonden linkse guerrillagroepen FARC en ELN. Grootgrondbezitters hadden van oudsher hun eigen legertjes ter verdediging van hun land. Restanten hiervan vormen nu de vele paramilitaire rechtse strijdgroepen. Met de opkomst van de cocaïneproductie bewapende de maffia zich ook op grote schaal. Op dit moment is een ideële scheiding niet duidelijk. Zo maakt de maffia gebruik van bescherming door de guerrilla en financiert de guerrilla de oorlog tegen de overheid met drugsgeld. De strijd tegen paramilitair geweld, guerrilla, cocaïnemaffia, corruptie en machtsmisbruik is van voortdurende invloed op de politieke situatie. Zo werd in 2002 nog presidentskandidaat Ingrid Betancourt, voorstander van dialoog, door de linkse guerrillagroep FARC ontvoerd. Deze factoren maakten het voor buitenlandse investeerders een onaantrekkelijk land en dat weerspiegelt zich in de economische situatie. De huidige president Álvaro Uribe Vélez volgt enerzijds een harde lijn tegen de terreur en probeert anderzijds grip te krijgen op de paramilitaire groepen door overeenkomsten te sluiten en ze te demobiliseren of te integreren in leger en politie. Door de harde lijn wordt de FARC in de verdediging gedwongen en verbetert de economische situatie enigszins. De cocaïne-maffia wordt met wisselend succes bestreden in de War on Drugs, grotendeels gefinancieerd door de Verenigde Staten. Hoewel er bezwaren zijn tegen de tolerante houding van de regering tegenover de paramilitairen, de besproeiingen van cocaplantages en het inzetten van burgerbevolking bij de strijd steunt de bevolking in meerderheid dit beleid want Uribe werd in 2006 voor een tweede termijn gekozen. De internationale gemeenschap ondersteunt de Colombiaanse regering in het herstel van de rechtsstaat, het herstel van het gezag over het gehele grondgebied van Colombia en een oplossing voor het gewapende conflict in Colombia. Een groep landen, G-24, functioneert hierbij als controlerend orgaan.
[bewerk] Bevolking
De meeste mensen wonen in het Andesgebied en het Caribisch kustgebied. Zo'n 70% van de colombianen woont in stedelijke steden. Slechts een klein percentage van de bevolking is autochtoon. Ongeveer de helft van de bevolking bestaat uit Indiaans-blanke mestiezen, 20% is blank en 23% is van blank-negroïde afkomst. Het merendeel van de bevolking spreekt Spaans en is rooms-Katholiek.
[bewerk] Bekende Colombianen
- Elson Becerra, vermoord voetballer
- Jody Bernal, zanger
- Ingrid Betancourt, ontvoerde presidentskandidaat
- Fernando Botero, kunstschilder
- Santiago Botero, wielrenner
- Hernan Buenahora, oud-wielrenner
- Andrés Escobar, vermoord voetballer
- Pablo Escobar, drugsbaron
- Luis Herrera, oud-wielrenner en winnaar van de Vuelta
- Darío Castrillón Hoyos, kardinaal
- Juan Pablo Angel, voetballer
- Juanes, zanger
- Gabriel García Márquez, schrijver
- Juan Pablo Montoya, Formule 1 coureur
- Fabio Parra, oud-wielrenner
- Ivan Parra, wielrenner
- Shakira, zangeres
- José Jéronimo Triana, botanicus
- Álvaro Uribe Vélez, president van Colombia
- Carlos Valderrama, voetballer
- Carlos Vives, zanger
- Ivan Cordoba, voetballer
- Luis Perea, voetballer
[bewerk] Zie ook
- Vlag van Colombia
- Departementen van Colombia
- Lijst van vlaggen van Colombiaanse departementen
- Colombiaanse muziek
- Monumenten op de Werelderfgoedlijst
- Organization of American States (OSA)
Bron(nen): |
|
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Colombia van Wikimedia Commons. |
Landen in Zuid-Amerika |
---|
Argentinië | Bolivia | Brazilië | Chili | Colombia | Ecuador | Guyana | Paraguay | Peru | Suriname | Uruguay | Venezuela |
Niet zelfstandig: Falklandeilanden | Frans-Guyana |