Zwartkopmeeuw
| Zwartkopmeeuw | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 |
|||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
| Soort | |||||||||||||
| Larus melanocephalus Temminck, 1820 |
De zwartkopmeeuw kan 39 cm lang worden. Deze meeuw lijkt oppervlakkig op de kokmeeuw, waarmee hij vaak samen is, maar de kopkap is pikzwart en loopt verder door in de nek en de handpennen zijn geheel doorschijnend wit.
[bewerk] Voorkomen
In Europa heeft deze meeuw een sterk verbrokkeld spreidingsgebied. Veel zeldzamer dan de Kokmeeuw. Deze vogel broedt pas sinds de 20e eeuw in Nederland, aanvankelijk onregelmatig en in een zeer klein aantal, maar tegewoordig met 100-200 paar, vooral in het Zeeland.
[bewerk] Bijzonderheden
De zwartkopmeeuw neemt nog steeds, zij het langzaam, in aantal toe, het loont de moeite in groepen kokmeeuwen naar deze fraaie soort te zoeken. De neiging zich nabij kokmeeuwen op te houden is zo groot dat er zelfs wel gemengde paren zijn gemeld. Er zijn ook andere meeuwen met een zwarte kop, zoals de dwergmeeuw.
