Wetsvoorstel
[bewerk] België
In België wordt met de term wetsvoorstel de akte aangeduid waarbij een lid van het federaal parlement een bepaalde tekst voorlegt ter stemming, met de bedoeling om het wet te laten worden. Dit verschilt van het wetsontwerp op het vlak van wie het initiatiefrecht heeft.
Op het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten spreekt men van een voorstel van decreet of een voorstel van ordonnantie, respectievelijk bij de totstandkoming van een decreet of ordonnantie. Het initiatief moet in dat geval uitgaan van een lid van de Gemeenschaps- of Gewestparlement.
[bewerk] Nederland
In Nederland wordt een wetsvoorstel door het kabinet of door de Tweede Kamer ingediend. Art.82 lid 1 van de Grondwet spreekt van indiening door de Koning, maar daarmee worden de ministers bedoeld, verenigd in het kabinet. De regering stuurt met het wetsvoorsel aanstonds een Memorie van Toelichting (MvT) mee, waarin uiteengezet wordt wat met het wetsvoorstel wordt beoogd. Zolang als het wetsvoorstel niet is aangenomen, kan het zowel door de regering als door de Tweede Kamer worden gewijzigd. Na aanvaarding al of niet in gewijzigde vorm stuurt de Tweede Kamer het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. Deze kan het wetsvoorstel niet op onderdelen wijzigen. De Eerste Kamer heeft uitsluitend het recht het voorstel te verwerpen of te aanvaarden. Als het wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer is aangenomen, gaat het naar de Koning, die het bekrachtigt door het te ondertekenen. Daarmee is het wetsvoorstel feitelijk wet geworden. Tot slot wordt de wet afgekondigd in het Staatsblad.