Victor-Emile Michelet
Victor-Emile Michelet (1861- 12 januari 1938) was schrijver, occultist, mysticus, martinist.
Victor-Emile Michelet was een opmerkelijke schrijver, gepassioneerd door poëzie en esoterisme. Hij schreef gedichten, verhalen, toneelrstukken. Al zijn werken zijn, op enkele uitzonderingen na, een uiting van occulte filosofie en magie.
In 1900 kreeg hij erkenning voor zijn werken. Hij ontving voor zijn eerste twee boeken, een prijs van de Academie Française. De Sully-Prudhommeprijs ontving hij voor zijn dichtbundel : La Porte d'or.
Michelet was een mysticus. Hij hechtte groot belang aan het symbolisme in zijn teksten, wat deze dan ook heel bijzonder maakten. Hij was bevriend met vele grote schrijvers uit zijn tijd en oefende belangrijke functies uit binnen de literaire wereld. In 1910 was hij President van de Société de Poésie. Enkele jaren later, in 1921 werd hij President van de Société Baudelaire. In 1931 werd hij Lid van de Conseil de la Maison de la Poésie en hij was Deken van de Academie des Poètes in 1932. Michelet was tevens ere-president van de Société des Poètes Français en Ridder in de Ordre national de la Légion d’honneur.
[bewerk] Michelet en het Martinisme
Michelet was een belangrijke, zeer actieve figuur in de martinistenorde. Toen in 1889 Stanislas de Guaita en Joséphin Péladan, bijgestaan door Papus (Gerard Encausse) en Julien Lejay l’Ordre Kabbalistique de La Rose+Croix oprichtten werd Michelet lid van de Raad van Twaalf.
In 1891 werd de eerste Opperraad opgericht. Toen Maurice Barrès en Joséphin Péladan de Opperraad verlieten, werden Michelet en Marc Haven als leden benoemd.
Michelet was voorzitter van de loge Velleda in Parijs. In deze loge stond de studie van het symbolisme voorop.
Hij schreef verscheidene artikelen in het tijdschrift Le Voile d’Isis en was een prima spreker. In de Groupe Indépendant des Etudes Esotériques, opgericht door Papus, gaf hij verscheidene voordrachten. Zijn eerste werken werden gepubliceerd door de uitgeverij La Bibliothèque du Merveilleux.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de leden van de martinistenorde over het ganse land verspreid. De martinistenorde was toen weinig actief. Na de dood van Papus in 1916 was het bijna onmogelijk om een nieuwe grootmeester te verkiezen. Enkele leden hadden getracht het bestuur van de orde voor zich op te eisen. Augustin Chaboseau die met deze gang van zaken niet akkoord ging, bracht in 1931, de nog levende leden van de eerste Opperraad bijeen. Chaboseau werd tot nieuwe Grootmeester verkozen, doch hij gaf deze functie door aan Michelet. In april 1932 werd hij tot Grootmeester benoemd. Tevens werd, in 1931, de naam L’Ordre Martiniste gewijzigd in L’Ordre Martiniste Traditionel. Onder het meesterschap van Michelet bleef de orde zeer discreet werken.
Enkele maanden voor zijn dood, in 1937, publiceerde Michelet een boek waarin hij zijn herinneringen neerschreef over een aantal belangrijke personen zoals o.a. Papus, Alexandre Saint-Yves d’Alveydre, Stanislas de Guaita, Paul Sédir, Joséphin Péladan, François-Charles Barlet (Albert Faucheux), Dit boek is een getuigenis over het occultisme tijdens de Belle Epoque.
[bewerk] Werken
- Le Secret de la Chevalerie Victor - 1928
- Promenade aux jardins des esprits et des formes - 1934
- Les Compagnons de le Hiérophanie – 1937
Artikelen, verschenen in le Voile d’Isis
- De l'ésotérisme dans l'Art - 1923
- L'oeuvre de Magie - 1924
- L'oeuvre de Magie - 1924
- Genèse de l'Amour - 1924
- L'oeuvre d'Amour - 1924
- Le Talisman rêvé - 1924
- le Pouvoir de lier - 1924
- Barlet causeur - 1924
- Le Secret des Pierres précieuses - 1924
- Connaître qui l'on aime - 1924
- Préface du livre de P.Chacornac sur Eliphas Levi - 1925
- Sédir occultiste - 1926
- Les Inspirés d'Elie-Artiste - 1927
- La descente de Vénus aux Enfers - 1927
- Au centre des douze gemmes - 1929
- Templiers et Assacis -1929
- Andzia de Wolska - 1929