Steven Barends
Steven Barends is het schrijverspseudoniem van Samuel Barends (Delfzijl, 9 september 1915). Hij is een Nederlands nationaalsocialistisch schrijver en vertaler. Voor en gedurende de Tweede Wereldoorlog publiceerde hij proza en poëzie, maar het bekendst werd hij als de vertaler van Hitlers Mein Kampf.
Inhoud |
[bewerk] Fascist bij 'Zwart Front'
Al vroeg is hij onder de indruk geraakt van het fascisme. Voor een korte periode wordt hij lid van Jan Baars' Algemeene Nederlandsche Fascisten Bond (ANFB). Daarna, in 1934, gaat Barends over naar Zwart Front van Arnold Meijer. Hij schrijft artikelen en verzen onder het pseudoniem Dum-Dum in het weekblad van Arnold Meijers beweging, Zwart Front! geheten. In 1935 bundelt hij deze verzen onder de titel Jeugd in opstand. De gedichten verschijnen bij uitgeverij Oisterwijk. Het zijn politieke gedichten in de trant van:
- Wat is Zwart Front?
- Een vurig hart!
- Dat lachend elke vijand tart!
- Een kleine troep vervuld van haat!
- DE REVOLUTIE MET DE DAAD!
Of:
- Kameraden, uit de donkerte van je woede,
- draag de zwarte hemden in de straten.
- Zing het lied van den opstand, dat ze het horen.
Voor een gedisciplineerde politieke partij zoals Arnold Meijer zijn Zwart Front graag ziet, blijkt Barends een ongeleid projectiel. Zijn eigenzinnigheid brengt hem spoedig in conflict met Meijer, die hem wegens onbehoorlijk gedrag royeert.
Gegrepen door het fascistisch ideaal bezoekt hij de 'Black shirts' in Engeland en in 1937 vertrekt hij naar Italië en Frankrijk. Daar belandt hij aan de Spaanse grens met de bedoeling om zich bij de troepen van Franco te voegen. Maar verder dan de grens komt hij niet. Dat weerhoudt hem er niet van een zestal gedichten over de Spaanse strijd te publiceren in Viva la muerte!, een titel die verwijst naar de onverschrokken strijdkreet van het Spaanse Vreemdelingenlegioen. De bundel Viva la muerte! verschijnt in 1938 bij De Amsterdamsche Keurkamer.
[bewerk] Dichter en prozaïst
Steven Barends, die eigenlijk Samuel heette maar zijn voornaam te 'Joods' vind klinken, krijgt vooral enige bekendheid vanwege zijn strijdverzen die hij bij de nationaalsocialistische Amsterdamsche Keurkamer publiceert. In 1936 komt hij in contact met George Kettmann en diens uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer. Zo publiceert hij, samen met enige geestverwanten, in de bloemlezing Ochtend-appèl, die in 1938 wordt uitgegeven door De Amsterdamsche Keurkamer. Voor deze uitgeverij schrijft hij bovendien de novelle Bruine rebellen in Oostenrijk (1938), handelend over de 'Anschluss'. Kettmann vindt Barends een wildeman, die nu en dan wel eens naar mij wilde luisteren, half student, half zwerver, die er maar op los leefde en toch uit die eigenzinnigheid-van-Groninger een man was voor een ferme handdruk.
[bewerk] Vertaler van Mein Kampf
Daarnaast vestigt hij zijn reputatie als vertaler van Hitlers Mein Kampf. Kettmann vraagt Barends of hij Hitlers Mein Kampf wilde vertalen. Voor de 23-jarige Barends, met niet meer dan een HBS-diploma op zak, is dat aanbod niet alleen een erebaantje, ook het geld kan hij zeer goed gebruiken. Binnen vijf maanden houdt Kettmann een 850 pagina's tellende vertaling van Hitlers geloofsbelijdenis in handen. Barends is de vertaling begonnen op basis van een 'gentlemen's agreement' met uitgever George Kettmann. Dat hij een honorarium zal krijgen als de uitgave eenmaal wordt verkocht staat vast. Beide vrienden vinden het niet nodig om met een schriftelijke bevestiging de overeenkomst vast te leggen. Kettmann: Dat wij met deze uitgave — ook bij den boekhandel — vijanden zouden maken, was te voorzien; daarom op zich zelf al was het moeilijk vooruit te zeggen hoeveel geld wij voor de vertaling zouden kunnen uitkeeren. Barends komt hier later op terug. Hij wil alsnog een contract. In mei 1939 heeft hij namelijk de antiquaarsdochter Truus Pfann leren kennen en met haar wil hij trouwen. Om dat te kunnen doen moet hij zijn schoonvader, van wie hij het antiquariaat 'In dat Boec van Merlijn' aan de Amsterdamse Grimburgwal zal overnemen, ervan overtuigen dat hij in staat is de kost te verdienen. Daarvoor heeft hij een contract nodig. Bovendien wil hij van zijn eigen vader, met wie hij sinds zijn lidmaatschap van Zwart Front in onmin leeft, geld lenen om de boekhandel van Pfann over te nemen. Met een vertaalcontract op zak kan hij tegenover zijn vader bewijzen dat hij geen nietsnut is en dat hij wel degelijk in de toekomst de kost kan verdienen. Kettmann wijst Barends erop dat het ongebruikelijk is een tantièmeregeling met vertalers te treffen. Maar Barends schuift die bezwaren terzijde, met de mededeling dat het contract slechts voor intern gebruik is. Uiteindelijk stemt Kettmann toe. Uitgever en vertaler komen overeen dat Barends voor de eerste druk f 0,135 (omgerekend naar de waarde in 2005 is dit: € 1,05) per verkocht exemplaar zal ontvangen en voor verdere drukken f 0,315 (2005: € 2,44). Het contract heeft voor Barends de beoogde uitwerking. In oktober 1939 treedt hij in het huwelijk met Truus Pfann. Maar tot verbazing van zijn uitgever verklaart hij korte tijd later het 'interne' contract rechtsgeldig. Kettmann voelt niets voor een levenslange betalingsregeling en wil met een eenmalig bedrag de vertaalrechten afkopen. Er volgt een lange periode van financieel touwtrekken, die uiteindelijk in november 1943 door het Reichskommissariat wordt beslecht. Kettmann moet het voor een vertaler in die dagen enorme bedrag van f 3.600 (2005: € 19.800) betalen. In een brief aan De Amsterdamsche Keurkamer schrijft Barends: Hiermee is dan verder de aangelegenheid der vertaling van Mein Kampf definitief afgehandeld, wat mijn zijde ervan betreft. Na betaling van dit bedrag heb ik geen verdere aanspraken meer. Daarmee komt aan een langslepende kwestie een einde.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
[bewerk] Literaire activiteiten
Na de Duitse inval in mei 1940 meldt Barends zich aan bij de NSB, doet veel vertaalwerk, onder andere Goebbels' Jaren zonder weerga (1943) en Het bronzen hart (1944), alsmede Johanna Haarers Hitler-biografie voor de jeugd, Moeder, vertel eens wat van Adolf Hitler (1942). In datzelfde jaar verschijnt de vertaling van Hugo Hertwigs Het liefdeleven van den mensch, vertaald door H.P. Borgers — een pseudoniem waar Steven Barends achter schuilgaat. Hij vertaalt het werk onder pseudoniem omdat hij liever niet heeft dat bekend wordt dat hij zijn naam verbindt aan een boek, rijkelijk voorzien van naaktfoto's.
[bewerk] Uit de NSB gezet
In de zomer van 1942 raakt hij betrokken in een bizarre polemiek tussen het antisemitische weekblad De Misthoorn en De Zwarte Soldaat, waarbij de Mein Kampf-vertaler het opneemt tegen het WA-blad. De Duitse autoriteiten gruwden van dergelijke publieke blijken van politieke onenigheid en ze verbieden De Misthoorn. Dat kost de kersverse hoofdredacteur Kettmann de kop. In zijn val sleept hij Barends mee, die ogenblikkelijk van de NSB-leiding zijn congé krijgt vanwege 'anti-nationaal-socialistische agitatie'. Politiek onderdak kan hij nu alleen nog maar krijgen bij de SS. Groot is deze stap voor hem niet, hij heeft ooit in een levensbeschrijving toegegeven 'nationaal-socialist te zijn zolang hij denken kon', en met nieuw elan klopt hij aan bij de Germaansche SS in Nederland. De aldaar gepropageerde daadkracht wijst maar één kant uit, namelijk naar de Waffen-SS. Zo maakt ook Barends in april 1944 de gang naar de SS-keuringsarts, die in deze fase van de oorlog genoegen neemt met het karige postuur van de nazi-poëet. Barends' soldatenlot voert hem naar de Standarte Kurt Eggers, die hem uiteindelijk een plaats bezorgt in de Kriegsberichterzug van de 16e SS-Panzergrenadierdivision 'Reichsführer-SS'. Deze eenheid levert eind 1944, begin 1945 slag tegen de oprukkende geallieerden in de Italiaanse Apennijnen.
[bewerk] Oorlogsverslaggever
Twee van Barends' berichten komen in de Nederlandse pers. Het eerste verschijnt in Storm (het weekblad van de SS) van 2 februari 1945 en behandelt de moeilijkheden voor de legertros bij de ravitaillering aan de troepen in het bergachtige gebied: Vertikt een vrachtauto het, dan moeten er ezels voor. Dikwijls breekt een ezel zijn been, en aldoor zakken de laarzen in de modder, die iedere stap zuigend belemmert. Het voedsel echter komt naar voren. Of het geregend heeft, of dat het nòg regent, of de vijand den ravitaileeringsweg met storingsvuur bestrooit of nieuwe maan den weg onzichtbaar maakt, of het stormt of sneeuwt: het eten gaat naar voren! De tienduizend knieheffingen worden altijd volbracht.
Een tweede stuk van Barends volgt ruim anderhalve maand later en bevat meer actie. In 'SS op bezoek' doet hij verslag van een nachtelijke patrouille, eropuit gestuurd om geschut en tanks uit te schakelen. De groep bereikt een huis waarnaast tanks en een vrachtauto met tankmunitie geparkeerd staan:
Ineens komen de Canadeezen aangehold. Ze gaan naar hun tanks, keeren terug en spieden om zich heen. Onraad ruiken ze en onraad is er ook inderdaad in groote hoeveelheid aanwezig. Het signaal komt nog steeds niet. Want in koortsachtige haast zoeken onze mannen naar de telefoonleiding. Eindelijk wordt die ontdekt en doorgeknipt. Dan komt het signaal: een machinepistool begint te rikketikken. Nu gaat alles heel snel. De pantservuisten worden afgeschoten, de geweergranaten worden in het huis gejaagd. Alles brandt met loeiende vlammen; alles kraakt en knapt. Geel en rood is alles om ons heen. De granaten op de vrachtauto ontploffen, de eene na de andere. In het huis beweegt zich niets meer. Canada moet weer nieuwe mannen ter vervanging sturen, want die hier bij elkaar zaten, zien de vruchtbare vlakten van hun land niet terug. Ze zijn gesneuveld. Waarvoor? Of hun moeder en vrouwen het weten, staat te betwijfelen. Maar de joden van Wallstreet wrijven hun handen van genoegen: voor hen gaan de zaken goed. En waarom zou dan een moeder moeten weten, waarvoor haar zoon gedood werd? De patrouille sluipt terug. Morgen ervaren de heeren Amerikanen wel, dat de SS weer bij hen op bezoek is geweest.
Barends' stuk valt in de smaak bij de nationaalsocialistische pers in Nederland. Op 21 maart 1945 neemt Front en Heem het op, twee dagen later Storm en een maand later kunnen de lezers van De Zwarte Soldaat er kennis van nemen. Zijn artikelen belanden ook in de Duitse bladen. Zo beschrijft hij voor de Italien-Beobachter, een orgaan van de Ausland-Organisation (AO) van de NSDAP, wat het betekent voor een SS-luchtafweerbatterij om in een nacht in bergachtig gebied de geschutsstukken acht kilometer verder te verplaatsen.
[bewerk] Dichter in oorlogstijd
Barends' werk als oorlogscorrespondent zorgt geenszins voor een verstopping van zijn dichtader. Bij De Amsterdamsche Keurkamer publiceert hij in 1944 nog twee poëziebundels in de reeks 'Voorteekens', Bitter brood en Hart, mijn hart. In de laatstgenoemde bundel neemt Barends uitsluitend lyrische liefedespoëzie op, die kwalitatief zeer verschilt van hetgeen hij tot dusver publiceerde. Een voorbeeld:
- Spiegelsonnet
- Ik ben een spiegel, waarin gij uzelf beziet,
- en geef het beeld u weer, dat gij mij gaaft te dragen,
- kan van Uw buigend schoon slechts buigende gewagen,
- een spiegel ben ik, vrouwe, anders niet.
- Gij spiegelt mij, maar blijft mij spiegelend vermeeren,
- ik vind mijzelf in tweevoud in uw blik,
- gij beeldt mij streng tot grooter ik dan ik,
- zoo kan ik nooit in U tot eigen maten keeren.
- Want steeds is iedre droom en iedre daad
- tweemaal in U voltooid en tweemaal groot gerezen,
- steeds meerder dan ik was — o ongewild verraad,
- en steeds móet, vrouwe, ik in Uwe oogen lezen,
- dat mij geen wanhoop en geen vreugde baat,
- dan die zich spieglen in Uw wondre wezen.
In Bitter brood neemt hij het gedicht 'Nieuw lied voor de SS' op, waarvan de regels van de tweede strofe luiden:
- Ik weet er komen dagen,
- Te zwaar haast om te dragen,
- Maar wat ook vlucht' of wijk',
- Ik heb mijn woord gegeven,
- te sterven en te leven,
- Voor Adolf Hitler's Rijk.
[bewerk] Na de oorlog
In dit vers, alsook in verscheidene andere, bezweert Barends zijn Führer andermaal de gifbeker tot de bodem te zullen ledigen als het moet. In werkelijkheid zoekt hij na de oorlog in Duitsland onder een valse naam een goed heenkomen. De Eereraad voor de Letterkunde sluit hem voor het leven uit van vertaalwerk en legt hem een publicatieverbod op van tien jaar. Literair blijft hij kennelijk actief, want in 1953 en 1954 neemt het Vlaamse literaire tijdschrift De Tafelronde twee bijdragen van Steven Barends op. Voorzichtig benadert hij in april 1956 de Nederlandse justitie met de voor hem klemmende vraag of hij nog steeds wordt gezocht. Dat blijkt het geval. Barends besluit zijn leven verder in Duitsland te slijten. In 2002 woont hij, nog immer wrok koesterend, in Keulen.
Bron(nen): |
|
Zie ook: |
---|
Portaal: Fascisme en nationaalsocialisme in Nederland . Fascisme in Nederland . Fascisme . Nationaalsocialisme |