Someş
De Someş (Hongaars: Szamos, Duits: Samosch) is een zijrivier van de Tisza. Ze stroomt door Roemenië en Hongarije en is verantwoordelijk voor de afwatering van het noorden van Transsylvanië. De rivier ontstaat bij het stadje Dej uit twee bronrivieren.
De noordelijke toestroom heet de Grote Someş (Roemeens: Someşul Mare, Hongaars: Nagy Szamos). Deze ontspringt aan de voet van de Rodnapas in het Rodnagebergte, dat deel uitmaakt van de oostelijke Karpaten. De rivier stroomt via Năsăud en Beclean in westelijke richting.
De Someş heeft behalve die van de Grote Someş nog twee beginpunten: de Warme Someş (Roemeens: Someşul Cald, Hongaars: Meleg Szamos) en de Koude Someş (Roemeens: Someşul Rece, Hongaars: Hideg Szamos). Deze ontspringen beide in het Bihorgebergte en verenigen zich bij Gilau even ten westen van de stad Cluj-Napoca in de Kleine Someş (Roemeens: Someşul Mic, Hongaars: Kis Szamos). De Kleine Someş stroomt via Cluj naar het noorden en ontmoet even voor Dej de Grote Someş. Bij Dej begint de eigenlijke Someş.
Vanaf Dej heeft de Someş een sterk meanderende loop, die de rivier uiteindelijk in noordwestelijke richting voert. De Someş verlaat Roemenië even voorbij Satu Mare, de grootste stad aan de rivier (afgezien van Cluj-Napoca, dat aan de Kleine Someş ligt). De monding in de Tisza bevindt zich voor Vásárosnamény in het uiterste noordoosten van Hongarije.
De Someş heeft geen grote zijrivieren. Een kleine zijrivier is de Lăpuş, die in januari 2000 de weg was waarlangs giftig cyanide de Someş instroomde ten gevolge van een ongeluk in een goudmijn bij Baia Mare. De benedenloop van de Someş herstelt zich, evenals die van de Tisza, momenteel langzaam van deze ernstige milieuramp.
De Someş is niet bevaarbaar.