Rodrigo Diaz de Vivar
Rodrigo Díaz de Vivar (1040- 10 juli 1099) was een Spaanse ridder, geboren in Bivar bij Burgos. Onder zijn bijnaam El Cid Campeador of te wel Heer Kampioen is hij vermoedelijk beter bekend. Een Kampioen was in de middeleeuwen iemand die in een persoonlijk (man tegen man) gevecht van de beste ridders won. El Cid is Arabisch voor heer. Beide titels getuigen van respect van zowel Moorse als Christelijke kant. El Cid is dan ook een bekende Spaanse nationale held en de belichaming van ridderlijkheid en deugd.
Inhoud |
[bewerk] Jeugd
Hij groeide op in het huisgezin van de toekomstige koning, Sancho II van Kastilië en kende prins Sancho de oudste zoon van koning Ferdinand I, heel goed. Vermoedelijk waren het goede vrienden.
Tijdens de slag bij Graus in 1063 verdiende Rodrigo zijn bijnaam Campeador door in een tweegevecht een vijandige ridder te verslaan.
Na de dood van koning Ferdinand I, werd het koninkrijk onder zijn vijf kinderen verdeeld. Sancho kreeg Castilië, Alfonso werd koning van León, Garcia kreeg Galicia, Urraca kreeg Zamora en Elvira kreeg Toro.
Toen Prins Sancho in 1065 Koning Sancho II van Castilië werd, maakte hij Rodrigo alferez of Opperbevelhebber van de Koninklijke Legers. Sancho geloofde dat het koninkrijk verenigd zou moeten blijven en Rodrigo steunde hem daar in. Dankzij deze steun kon Sancho beginnen met de verovering van de gebieden die aan zijn boers en zuster waren toegewezen. Alfonso werd verpletterend verslagen en moest naar Marokko vluchten. De andere kinderen van Ferdinand I waren geen partij voor Sancho en Rodrigo. In 1072 echter werd Sancho op een verraderlijke manier vermoord. Voor zijn broer Alfonso was nu de weg vrij om Koning van Castilië en Koning van Leon te worden
[bewerk] El Cid en koning Alfonso
Maar El Cid, als woordvoerder van de Castiliaanse edelen beschuldigde Alfonso van de deelname aan de moord van zijn broer Sancho. Om koning te kunnen worden moest Alfonso drie keer zweren dat hij onschuldig was. Hij deed dit in Burgos bij het kruis voor de ingang van de kerk Santa Gadea, bij de kerkdeur en op de altaarbijbel.
Dat was een vernedering die de jonge koning maar moeilijk kon vergeten. Hij had echter de steun van El Cid en de andere getrouwen van zijn broer nodig. Na zijn kroning als Alfons VI van Kastilië hield hij El Cid daarom in de koninklijke dienst en gaf hem zijn nichtje Jimena als vrouw in 1074.
In 1076 werd El Cid naar Sevilla gestuurd om de schatting van de plaatselijke heerser te innen. In 1079 raakte Díaz in de buurt van Sevilla slaags met García Ordóñez, die hem verdrongen had als opperbevelhebber en die hij als zijn vijand beschouwde. El Cid versloeg het veel grote leger en nam zijn opvolger gevangen. In 1081 leidde hij een onbevoegde militaire overval op Toledo, een Moors koninkrijk dat onder de bescherming van Alfonso stond. Bij terugkeer werd hij tenslotte ook nog beschuldigd goederen die voor de koning bestemd waren voor zich zelf gehouden te hebben.
Dat was de kans waar Alfonso op gewacht had. El Cid werd onterfd en verbannen. Hij moest als huursoldaat zijn diensten aan enkele Moorse koningen aanbieden. Hij bleef in naam loyaal aan Alfonso ondanks de weigering van de koning om hem te vergeven.
Maar in de praktijk diende Rodgrio de koningen van Saragossa Al-Mu'tamin en zijn opvolger, al-Musta'in II, bijna een decennium. Hij was succesvol tegen de Moorse koning van Lérida en zijn Christelijke bondgenoten evenals tegen een groot christelijk leger onder Koning Sancho Ramírez van Aragon.
[bewerk] El Cid als heer van Valencia
In 1090 hield Rodrigo, met ondersteuning van de koningen van Saragossa en Aragón, een invasie van de Almoraviden, berbers uit Marokko, in oostelijke Spanje tegen. Alfonso was een aantal jaren daarvoor minder gelukkig geweest en had een verpletterende nederlaag tegen dezelfde Almoraviden onder leiding van Youssef Ibn Tischfin in de Slag bij Zallaqa geleden. (23 Oktober 1086) En de schuld daarvan was volgens Alfonso natuurlijk Rodrigo, die hem had moeten helpen in plaats van zijn eigen roem na te jagen. Om onduidelijke redenen kwam El Cid te laat voor de veldslag.
Rodrigo op zijn buurt zal het gedrag van de koning bij de slag als volstrekt eerloos beschouwd hebben. Er was een driedaags bestand van vrijdag t/m zondag afgesloten om de rustdagen van moslims, joden en christenen te respecteren. Alfonso viel in strijd met de afspraak aan op vrijdag de rustdag van de moslims. Dat Alfonso de slag toch verloor moet voor Rodrigo dan ook terecht zijn geweest. Als de koning zich aan zijn woord had gehouden en had gewacht had hij met hulp van Rodrigo op een riddelijke manier kunnen winnen.
De koning kon niet anders dan El Cid van ballingschap terug te roepen. Maar hoewel zijn aanwezigheid aan het hof van Alfonso in juli 1087 gedocumenteerd is, was Rodrigo al weer snel terug in Saragossa.
Na zijn overwinning op de Almoraviden, begon de Cid een lange, complexe politieke campagne om controle over het rijke Moorse koninkrijk van Valencia te verwerven.
Hij wist de heerser van Valencia, Al-Qadir onder zijn invloed te brengen. In oktober van 1092, brak er in Valencia een opstand uit die tot de dood van Al-Qadir leidde. De opstand was georganiseerd door de Almoraviden en de hoofdrechter, Ibn Jahhaf, van de stad die zo de stad onder hun controle wisten te brengen.
In november 1092 begon El Cid met zijn troepen als reactie hierop aan de belegering van Valencia. In 1094 veroverde hij de stad en omgeving en bood het veroverde gebied aan Alfonso aan.
El Cid was nu Heer van Valencia, waar hij zogezegd in naam van koning Alfonso regeerde, maar in feite een onafhankelijke staat had gesticht. Hij regeerde daar tot zijn dood op 10 juli van 1099. Zijn weduwe Jimena zette zijn bewind voort, maar in 1102 moest zij Valencia aan de Almoraviden overgeven.
[bewerk] Tizona
Een van de zwaarden van El Cid met de naam Tizona is bewaard gebleven. Het zwaard wordt ten toongesteld in het legermuseum in Madrid en is vermoedelijk in Córdoba gemaakt. Rodrigo deed zijn bijnaam Campeador eer aan door tijdens een veldslag de Moorse aanvoerder (Malik Bucar) eigenhandig te verslaan en hem het zwaard af te nemen.
[bewerk] Te mooi om waar te zijn of......
Over El Cid doen veel verhalen de ronde, niet altijd is duidelijk wat daarvan waar is en wat niet, maar dat de ridder ook al bij leven een figuur was die tot de verbeelding sprak wordt er wel door geïllustreerd. Ook wordt uit de verhalen duidelijk dat El Cid een meester was in de psychologische oorlogvoering en het spelen van blufpoker
El Cid had een aantal volgelingen die betaald moesten worden: zeker in de beginperiode na zijn verbanning toen hij op zoek was naar werkgevers was dat een probleem. Om zijn soldaten te kunnen betalen bezocht hij, met een grote kist, een prominente financier. El Cid stelde zich op een buitengewoon vriendelijke manier voor en vertelde wat hij deed. (De financier wist dit maar al te goed), hoe hij aan zijn zwaard was gekomen etc. (Ook dat was wijd en zijd bekend.)
De financier kreeg een werkelijk genreus aanbod: Hij zou het benodigde geld aan El Cid mogen lenen. Als onderpand bood El Cid de kist, die volgens hem vol zat met goudgeel slijk der aarde, aan. Jammer genoeg was de kist op slot en had hij de sleutel verloren. Buitengewoon spijtig dat dit niet gecontroleerd kon worden. Maar El Cid was immers een man van eer en gaf zijn woord dat hij het geld met rente terug zou betalen.
De financier slikte even, bedacht toen wie hij voor zich had en leende het geld. Toen El Cid weg was zette hij de kist weg en schreef het geld als verloren af. Maar op de afgesproken dag kwam El Cid weer op bezoek en betaalde het geld met rente terug. Nu werd het de financier te machtig. Hij wilde weten wat er zich in de kist bevond. El Cid lachte en opende de kist zeggende: “zie hier goudgeel slijk der Aarde: duinzand” De kist hangt nu in de kathedraal van Burgos, in de buurt van zijn graf.
De legende over de dood van El Cid is bijna zeker niet waar maar wel mooi: Dodelijk verwond na de eerste dag van een beslissende slag wordt hij bij de hervatting van de slag op de tweede dag vast gebonden op zijn paard. Bij het zien van de doodgewaande maar blijkbaar onkwetsbaare El Cid die op zijn schimmel op hen afrijdt en het horen van het gejuich van zijn soldaten slaan de vijanden op de vlucht. Wat kun je anders doen voor een iemand die niet gedood kan worden. Vermoedelijk stierf El Cid in zijn bed gewoon een natuurlijke dood......
De peetvader van El Cid had hem beloofd dat hij op de dag dat hij volwassen zou worden een paard uit zou mogen kiezen uit de kudde van zijn peetvader. El Cid koos een paard dat zijn peetvader al had afgeschreven. Het was te wild en liet zich door niemand berijden. De reactie van zijn peetvader was: “Babieca” of te wel “Dwaas”. Uit diverse historisch documenten blijkt dat El Cid een paard had dat Babieca heette.
Volgens een ander verhaal was het de wens van El Cid dat het paard naast hem begraven zou worden. Na de dood van El Cid zo gaat het verhaal liet het paard zich door niemand berijden en stierf twee jaar later in de voor een paard ongelofelijke leeftijd van veertig jaar. Het paard is zeker niet in de kathedraal van Burgos begraven waar het graf van El Cid en zijn vrouw nu is.
[bewerk] Poema del Cid
Na zijn dood zijn de daden van Rodrigo vereeuwigd in het helden gedicht Poema del Cid of Cantar de Mio Cid. Dit gedicht dateert van voor 1157 en is vermoedelijk geschreven door iemand die Rodrigo gekend heeft. Dit was weer de basis voor een Frans toneelstuk le Cid uit 1636 en natuurlijk een Hollywoodfilm uit 1961 met Charlton Heston en Sophia Loren.
Daarnaast is er nog de Historia Roderici die minder bekend is maar in het latijn een betrouwbaarder beeld van het leven van Rodrigo Diaz de Vivar geeft.
Tenslotte is er door de Arabische historicus Ibn Alqamah een gedetailleerd, ooggetuigen verslag geschreven over het beleg van Valencia. In tegenstelling tot de twee voorgaande bronnen komen hier vooral de verschrikkingen van de oorlog naar voren.
[bewerk] Links
Site van de Universiteit van Texas met de originele tekst en mooie afbeeldingen