Almoraviden
De Almoraviden waren de heersers over het eerste grote islamitische rijk dat niet door een Arabier gesticht werd. De Almoraviden waren Imazighen die tot Senhadja horen.
De Almoraviden danken hun ontstaan aan de Amazigh spirituele leider Yahya ibn Ibrahim, die begon te prediken in de moskeeën. De Imazighen van Senhadja of Tamasheq (zoals ze zichzelf noemen) waren op dat moment nog geen islamieten. Yahya ibn Ibrahim predikte de islam nadat hij in 1035 Mekka bezocht had, en vond dat de andere stammen zich tot de islam moesten bekeren. Nadat Yahya ibn Omar Yahya ibn Ibrahim opvolgde, begonnen de Almoraviden vanuit het huidige Marokko een groot rijk op te bouwen. Ook Algerije tot Sidjilmassa behoorde tot hun gebied, en in 1070 wordt Marrakesh (oftewel marrakuc) gesticht als de hoofdstad voor het Almoravidenrijk. Ze versloegen de Idrissieden, de Borghwaten en de Fatimieden.
In 1086 was Alfons VI van Kastilië sterk genoeg om de Taifa's in Spanje te verslaan. De Taifa's waren verzwakt door conflicten tussen de emirs van verschillende rassen, vooral de Amazigh Bardis, die zich onderwierp aan de christenen, en de Arabier Almottamid Billah, die tegen Alfons VI geen stand kon houden. Almottamid Billah riep de islamitische Almoraviden ter hulp, en onder de leiding van de geharde krijger Youssef Ibn Tischfin - de eerste bestuurder die zich "Emir Almuslimien" (Emir van de Moslims) noemde in plaats van "Emir Almouminien" (Emir van de gelovigen) - staken de Almoraviden de straat van Gibraltar over naar Spanje en konden Alfons VI in één dag verslaan in de Slag bij Zallaqa.
In tegendeel tot wat er soms beweerd wordt, bleven de almoraviden niet in Spanje om erover te heersen, maar ze keerden terug naar hun rijk in het zuiden. Alfons bouwde zijn leger opnieuw op, en bedreigde opnieuw de Taifa's. Almottammid Billah riep ook dit keer weer de Almoraviden ter hulp. In 1088 vielen de Almoraviden de christenen opnieuw aan, maar dit keer was er geen samenwerking met de Taifa's. De Taifa's vreesden dat de Almoraviden zouden blijven, en werkten liever samen met de christenen. Daarom vond Ibn Tischfin de Taifa's niet meer geschikt om het rijk van de moslims in het noorden te beschermen. Op deze wijze kreeg hij rechtvaardiging voor de inlijving van Spanje in het Almoravidenrijk van de theologen, vooral de Perzische theoloog Abi Hamid Alghazali.
Verder konden de Almoraviden Ghana (dat rijk was aan goud) weer aan het Imazighen bestuur onderwerpen, en ook Mali, en vervolgens de islam daar verspreiden.
Hoewel Spanje onder de Almoraviden niet een dusdanige culturele bloei kende als onder de latere Almohaden, zijn er toch sporen van de Almoraviden in Spanje, en vooral Marokko en Mauritanië die een ontwikkeling op diverse gebieden verraden. Er was een intellectuele bloei en tolerantie tussen de moslims en andere gelovigen, zoals bijvoorbeeld de joodse intellectueel Mozes ibn Ezra.
Dit hoogtepunt van het Almoravidenimperium heeft niet lang geduurd. Nadat Youssef ibn Tishfin stierf, volgde zijn zoon Ali ibn Youssef ibn Tishifin hem op, maar deze was (volgens de arabische literatuur) meer met het geloof bezig dan met het bestuur van het land. Hij gaf de theologen de prioriteit in zijn imperium, die vervolgens de godsdienst gebruikten voor hun eigen belangen, zonder het islamitische rijk te bekrachtigen. In deze achteruitgang begonnen de Imouharen volgens hun gewone leefstijl te leven (zoals de vrouwen zonder hoofddoeken, meer gelijkheid tussen man en vrouw en het drinken van wijn). Als hoogtepunt hiervan geldt het verbranden van de boeken van Alghazalis, die volgens de heersende theologen geen echte gelovige was.
In 1146 werd Marrakesh veroverd door een andere Imazighendynastie. De laatste Almoravidische koning (emir) Ishaq ibn Ibrahim werd vermoord.