Proefdier
Proefdieren zijn dieren die worden gebruikt voor dierproeven, om medicijnen te testen en wetenschappelijke vragen te beantwoorden. In 2004 werden in Nederland 633.155 dieren gebruikt om testen mee te doen (opgave: VWA).
Knaagdieren (muizen, ratten) vormen de hoofdmoot van de proefdierengemeenschap: goedkoop in aanschaf (in tegenstelling tot grotere dieren), nemen weinig plaats in en planten zich snel voort (interessant voor experimenten in de genetica). Daarna zijn kippen de meest gebruikte proefdieren, ook worden in nederland dierproeven op apen gedaan. In de jaren dertig hebben psychologen zoals Ivan Pavlov, John Watson, Edward Thorndike en Burrhus Skinner via gedragsexperimenten op honden, ganzen, duiven, muizen of chimpansees in doolhoven uitgerust met lichtjes, beltonen, hendeltjes of stroomstoten baanbrekend werk verricht in het behaviorisme.
De Europese, Nederlandse en Belgische wetgeving verbiedt het gebruik van dieren als er alternatieve methoden bestaan.
Diverse organisaties trekken zich het lot aan van proefdieren. In Nederland is bijvoorbeeld de Nederlandse Vereniging voor Proefdierkunde (NVP) en de Stichting Informatie Dierproeven actief. In België is dit de Belgian Council for Laboratory Animal Science (BCLAS). Sommige organisaties stellen de afschaffing van alle dierproeven tot doel. Dit is bijvoorbeeld het uiteindelijke oogmerk van Vereniging Proefdiervrij.
De zelfstandig naamwoorden 'proefdier' en 'proefkonijn' worden ook wel overdrachtelijk gebruikt voor de mens, ook als het niet gaat om het beproeven van medicijnen.