Pierre Bérégovoy
Pierre Bérégovoy, die op 23 december 1925 te Déville-lès-Rouen (Seine-Maritime) geboren werd en op 1 mei 1993 gestorven is te Parijs, was een Frans politicus.
Zijn vader was een Witte Russische officier met mensjewiekse sympathieën, die uit Oekraine naar Frankrijk was geëmigreerd, waar hij een kruideniersbedrijfje opzette.
In 1944, vlak na de bevrijding, sloot de jonge Pierre Bérégovoy zich aan bij de S.F.I.O., zoals de Franse socialistische partij destijds heette.
[bewerk] Politieke loopbaan
In 1971 neemt hij deel aam het congres van Épinay van de Sociialistische Partij, waar besloten wordt tot een gemeenschappelijk programma voor een Volksfront, waaraan ook de communisten zullen deelnemen. In 1974 is hij betrokken bij de verkiezingscampagne waarin François Mitterand dingt naar het presidentschap. In 1977 onderhandelt hij met de PCF (Franse communistische partij) over het gemeenschappelijk programma met het oog op een gemeenschappelijke verkiezingscampagne met lijstverbinding (belangrijk in het Franse districtenstelsel).
Na de verkiezing van Mittérand tot president wordt Bérégovoy in mei 1981 "secretaris-generaal van het Élysée" (Kabinetschef van de president).
Van juni 1982 tot juli 1984 is hij minister voor sociale zaken (kabinet Pierre Mauroy).
Van juli 1984 tot maart 1986 is hij minister van economische zaken en financiën (kabinet van Laurent Fabius).
Van 1986 tot 1988 dringen de rechtse partijen de socialisten in de oppositie (zie: cohabitation)
Van mei 1988 tot mei 1991 is Pierre Bérégovoy Minister van Staat en minister van economische zaken en financiën (socialistisch kabinet van Michel Rocard)
Van mei 1991 tot april 1992 is hij Minister van Staat en minister van economische zaken en financiën en minister van buitenlandse handel (kabinet Édith Cresson)
Van april 1992 tot maart 1993 is hij premier en gedurende enige tijd ook minister van defensie.
In 1993 verliest de door de socialisten geleide coalitie de parlementsverkiezingen en komt er een eind aan het kabinet Bérégovoy (de tweede "cohabitation" begint).
Na de val van zijn regering geraakt Bérégovoy in ernstige psychische moeilijkheden. Van rechterzijde wordt hij scherp aangevallen als het rechtse kabinet van Édouard Balladur ontdekt dat het begrotingstekort veel hoger is opgelopen dan door de regering Bérégovoy was beweerd.
[bewerk] Zelfmoord
Op 1 mei 1993 wordt Pierre Bérégovoy zwaar gewond, met een kogel in zijn hoofd, gevonden en onmiddellijk naar een hospitaal gebracht, waar hij echter kort daarop overlijdt. De conclusie van het politieonderzoek is dat Bérégovoy zelfmoord heeft gepleegd, na het pistool van een lijfwacht te hebben ontvreemd.
Zijn weduwe kan deze versie niet accepteren. Haar man heeft namelijk geen afscheidsbrief achtergelaten. Zij denkt dat er sprake is van moord. Deze versie wordt evenwel over het algemeen niet aanvaard.
Mittérand geeft indrect de schuld aan zijn politieke tegenstanders en bepaalde journalisten, die zijn trouwe palladijn tot zelfmoord zouden hebben gedreven. Tijdens diens begrafenis verklaarde de president dat men "zijn eer, en vervolgens zijn leven, voor de honden had geworpen."