Mindmap
In de leertheorie is een mindmap een grafisch schema (of informatieboom) dat vertrekt van een centraal onderwerp en daaraan bijzaken en verwante concepten linkt. Een mindmap kan bij het studeren helpen details van hoofdzaken te onderscheiden en informatie logisch te ordenen in het geheugen. Er zijn geen formele restricties voor het soort van linken dat je gebruikt, maar vaak hanteert men kleuren, woorden en lijnen. De verschillende elementen worden ingedeeld naar belangrijkheid en in groepen of gebieden voorgesteld.
Concreet noteert men bij een mindmap het centrale onderwerp in het midden, en worden daar omheen verbindingen toegevoegd. Door op een consequente manier de semantische structuur aan te geven, zal het geheugen na het bestuderen van de mind map achteraf de betreffende informatie gemakkelijker kunnen reproduceren. Deze methode kan ook gebruikt worden om meer gemotiveerd aan een bepaalde taak te beginnen, doordat je de benodigde informatie op voorhand op een effectieve manier opslaat in je geheugen.
Inhoud |
[bewerk] Ontstaan
Het concept mind map wordt al eeuwen toegepast om leerstof te studeren, voor brainstormen, voor het visualiseren van problemen en bij het oplossen van vraagstukken. Niet alleen docenten, studenten, ingenieurs en psychologen hebben baat bij het gebruik van een mindmap, maar alle mensen in de meest uiteenlopende situaties kunnen het gebruiken. Eén van de oudste mindmaps werd ontworpen door Porphyrius van Tyrus, een filosoof uit de 3e eeuw. Hij gebruikte het concept categorie van Aristoteles grafisch voor te stellen. Ook Ramon Llull gebruikte mindmaps.
Hoewel dit concept algemeen bekend is, beweert de Britse psycholoog en auteur Tony Buzan er de uitvinder van te zijn. Volgens hem werd zijn idee geïnspireerd door science fiction boeken zoals die van de schrijvers A.E. van Vogt and L. Ron Hubbard. Zijn belangrijkste argument hiervoor is het feit dat traditionele artikelen er vanuit gaan dat de lezer de tekst van links naar rechts en van boven naar onder doorloopt, hoewel in de praktijk het oog de pagina niet-lineair bekijkt. Buzan verdedigt de mindmap dan ook als superieure wijze van noteren, een stelling die vandaag de dag gesteund wordt door vele managers en studenten.
Het concept semantisch netwerk ontstond als een theorie die het menselijk leerproces moest doorgronden. Het werd in de jaren 1960 ontwikkeld door Dr Allan Collins en M. Ross Quillian, die hiervoor ook mindmaps gebruikten. Dankzij zijn toewijding en publiek onderzoek, kan Dr Allan Collins beschouwd worden als de vader van de moderne mindmap.
[bewerk] Moderne mindmap
De moderne mindmap wordt nog steeds gebruikt in alle mogelijke kleuren en vormen, en wordt toegepast op een heel scala van specialisatiegebieden. In het onderwijs wordt zij vandaag de dag soms aangeduid als Webs of Webbing. De radiale structuur van de moderne mindmap is vaak eenvoudiger dan de complexere mindmaps uit de jaren 1960.
[bewerk] Gebruik van mindmaps
Ze kunnen gebruikt worden in familiekring, bij onderwijs en in het zakenleven, bij het nemen van notities, het maken van samenvattingen en het uiteenzetten van een idee of plan. Het wordt soms ook gebruikt bij brainstormen, waarbij een groep mensen snel van gedachten wisselt met elkaar en hun uitkomsten op papier zet in de vorm van een mindmap.
Er wordt in de literatuur zelfs beweerd dat het mogelijk is, door middel van het toepassen van mindmap-technieken, de ware liefde te vinden, pesterijen te weerstaan, klanten aan te werven, je intuïtie verder te ontwikkelen, globale harmonie te bereiken en een betere voeling te hebben met je onderbewustzijn.
[bewerk] Creatie van mindmaps
Al naar gelang van het doel van de mindmap en de situatie, kan zij getekend worden met de hand als een snelle notitie, of kan zij bijvoorbeeld voor een presentatie gedetailleerder worden uitgewerkt. Bovendien bestaan er ook software paketten die kunnen helpen bij het ontwikkelen van een mindmap.
[bewerk] Richtlijnen
Deze regels beschrijven hoe je een mindmap opstelt : ze zijn echter open voor interpretatie, en om die reden zijn het dus voornamelijk slechts richtlijnen.
- Begin in het midden met een tekening van het onderwerp, bestaande uit tenminste 3 kleuren.
- Duid sleutelwoorden aan en schrijf tekst gebruik makend van kleine letters en hoofdletters.
- Elk woord of elke tekening moet alleen staan
- Alle woorden en tekeningen moeten met elkaar verbonden zijn, waarbij je start in het middelpunt. Vandaaruit teken je dikke en vloeiende lijnen, die naar de rand van het blad steeds dunner worden.
- Gebruik kleuren, symbolen en codes in de volledige mind map.
- Benadruk belangrijke woorden.
- Hanteer je eigen stijl bij het opstellen van een mind map.
- Gebruik een heldere structuur voor het ordenen van je gegevens
[bewerk] Onderzoek over mindmaps
Buzan's bewering dat de mindmap superieur is ten opzichte van lineair noteren, steunt op het feit dat de mindmap het brein stimuleert om zo optimaal mogelijk gebruikt te worden, en bovendien ook je intuitie aanspreekt en deze verder ontwikkelt. Onderzoek heeft echter aangeduid dat het mogelijk is dat deze theorieën enkel hun oorsprong vinden in populaire, maar onjuiste opvattingen over de hersenen.
Farrand, Hussain en Hennessy verrichtten hier in 2002 verder onderzoek naar, en stelden dat de mindmap vooral belangrijk is voor het zich terug voor de geest kunnen halen van bepaalde informatie. Aan de andere kant vormen mindmaps een nog vrij onbekende techniek van noteren, en zullen veel mensen in de praktijk terughoudend zijn om ze te gebruiken.
Pressley, VanEtten, Yokoi, Freebern en VanMeter toonden in 1998 aan dat studenten beter kunnen leren wanneer zij zich concentreren op het studiemateriaal zelf, in de plaats van wakker te liggen over welk vorm van notities zij zouden (moeten) maken.
[bewerk] Bibliografie (Engels)
- Buzan, T. (1991). The Mind Map Book . New York: Penguin.
- Farrand P, Hussain F, Hennessy E. Med Educ. (2002) "The efficacy of the 'mind map' study technique". May;36(5):426-31. EBSCOHost. Retrieved May 5th, 2005.
- Novak, J. D. (1993). How do we learn our lesson? : Taking students through the process. The Science Teacher, 60(3), 50-55.
- Pressley, M., VanEtten, S., Yokoi, L., Freebern, G., & VanMeter, P. (1998). "The metacognition of college studentship: A grounded theory approach". In: D. J. Hacker, J. Dunlosky, & A. C. Graesser (Eds.), Metacognition in Theory and Practice (pp. 347-367). Mahwah NJ: Erlbaum.