Marowijne (rivier)
De Marowijne (Frans: Maroni; Sranan Tongo: Marwina-liba) is een rivier in het oosten van Suriname, op de grens met Frans-Guyana. De rivier loopt onder andere langs de dorpen Saint-Laurent-du-Maroni in Frans Guyana, en Albina en Galibi in het Surinaamse district Marowijne. De Marowijne is 680 kilometer lang en mondt uit in de Atlantische Oceaan.
De Marowijne is de grensrivier tussen Suriname en Frans-Guyana en is de levensader van dorpsgemeenschappen aan zowel de Surinaamse als de Franse oever. De rivier ontspringt onder de naam Litani bij de Braziliaanse grens en vormt daar de binnenzijde (vanuit Surinaams oogpunt) van de betwiste zone tussen Suriname en Frans-Guyana. Vanaf de plek waar de rivier de Marouini de Litani in stroomt, wordt de grenslijn wel geaccepteerd door beide landen. De Litani wordt ook als buitengrens gezien van het betwiste gebied vanuit Frans oogpunt. De rivier neemt diverse rivieren uit het Toemoek-Hoemakgebergte op en loopt vanaf de samenvloeiing met de Tampok verder onder de naam Lawa. Pas op het moment dat de Surinaamse rivier de Tapanahoni, met behulp van de Manbarival, samenvloeit met de hoofdstroom wordt de rivier de Marowijne genoemd.
Over de rivier wordt veel gesmokkeld. Vooral benzine en dieselolie worden vanuit Albina naar Frans-Guyana gesmokkeld, omdat de prijs in Suriname veel lager ligt dan de prijs in Frans-Guyana, waar de Franse norm wordt gehanteerd.
In de Kalinjataal zou het "marowini" (tegenwoordig "marauni") herleid kunnen worden naar het begrip "morowinyo" (als verwijzing naar een plaats). Men moet zich ook realiseren dat de inheemse volken voor de verschillende plaatsen langs de rivieren allemaal eigen namen hebben. Aan de monding van de rivier zijn twee natuurreservaten ingesteld ter bescherming van vogels en zeeschildpadden die er broeden, zoals de lederschildpad.
[bewerk] Overstroming
In mei 2006 traden rivieren in het gebied van de Marowijne en Boven-Suriname buiten hun oevers door hevige regenval. Dit leidde tot zware overstromingen. Op 11 mei waren 175 dorpen getroffen en hebben ongeveer 25.000 mensen hun huis moeten verlaten om te vluchten voor het water. Het betreft veelal Marrons. Velen van hen zijn gevlucht naar familieleden in hoger gelegen dorpen. President Venetiaan riep de getroffen gebieden uit tot rampgebied.