Julien Lahaut
Julien Lahaut (6 september 1884 – 18 augustus 1950) was een Waals-Belgisch politicus, leider van de communisten. Als jonge twintiger nam hij deel aan de campagne van het Belgische pantserkorps ACM[Autos-Canons]aan het front van Galicië tijdens WOI. Hij bracht het tot onderofficier in die campagne en maakte met de ongeveer 400 andere ACM-leden alle avonturen van het korps mee. Hun expeditie groeide uit tot een driejarige odyssea: vertrek per schip naar Petrograd in het najaar van 1915, frontdienst in Galicië in 1916-17, oponthoud in Kiev na de Russische Oktoberrevolutie, per trein dwars door Siberië naar Vladivostok, overtocht naar de USA, propagandatocht van San Francisco naar New York en uiteindelijk Atlantische overtocht naar Frankrijk (Bordeaux, juni 1918). Lahaut heeft geen enkel geschrift nagelaten over zijn deelname aan die driejarige expeditie als oorlogsvrijwilliger in Belgische militaire dienst. Lahaut werd secretaris van de metaalarbeiders van de socialistische vakbond in Luik. Hij speelde een belangrijke rol in alle grote stakingen tijdens het interbellum. Ook in de Kommunistische Partij van België was hij belangrijk leider. In 1941 bij de inval van de nazi- legers in Rusland werd hij opgepakt door de Gestapo. Hij werd afgevoerd naar het concentratiekamp van Buchenwald. Het is daar dat hij door zijn altruistische houding zijn bijnaam kreeg: "l'homme qui a le soleil dans sa poche", "de man die de zon in zijn broekzak heeft". Na de oorlog werd hij voorzitter van de KPB. Hij werd vooral bekend omdat hij op 11 augustus 1950 tijdens de eedaflegging van prins Boudewijn, in opvolging van zijn aftredende vader Leopold III, 'Vive la république' riep, en een week daarna werd vermoord. Op zijn begrafenis waren meer dan 100.000 rouwenden.
De schuilnaam van de moordenaar werd publiek in 1985: ene "Adolphe" uit Halle. De echte naam -- François Goossens -- werd in 2002 publiekelijk gemaakt. Adolphe zat in de Tweede Wereldoorlog in het Leopoldistisch verzet. Een groot deel van dit verzet kwam in anticommunistisch vaarwater terecht. De strijd om de terugkeer van Leopold III bracht een enorme polarisatie teweeg. De koude oorlog kwam op kruissnelheid. De Amerikaanse inlichingendienst CIA is in deze context tussengekomen in gans Europa. Adolphe maakte deel uit van een door de CIA opgezet "stay-behind netwerk" (Gladio). De volledige waarheid is nooit volledig naar boven gekomen. Zo is het meer dan waarschijnlijk dat toenmalig CVP-minister De Vleeschauwer en de Militaire veiligheidsdienst een belangrijke rol gespeeld hebben in de voorbereiding en/of het toedekken van de moordaanslag. Senator Vincent Van Quickenborne eiste in maart 2002 een onderzoekscommissie, die in analogie van de Lumumba-commissie een duidelijk licht op de zaak moest werpen. Voorheen werd een dergelijke commissie reeds meerdere malen, zonder succes, gevorderd. Historisch onderzoek toonde namelijk aan dat het niet zo duidelijk was of Lahaut werkelijk schuldig was aan de genoemde "onbetamelijkheid": uit klank- en beeldopnamen bleek dat de uitroep mogelijk afkomstig was van iemand die in de buurt van Lahaut stond. Deze thesis werd door Ivan Ollevier, een VRT-journalist, in een boek herhaald, en hij stelde daarbij dat niet Lahaut, maar Henri Glineur de gewraakte kreet geslaakt zou hebben.
[bewerk] Referentie
- Ivan Ollevier - De laatste communisten. Hun passies, hun idealen - 1997, Leuven/Amsterdam, Van Halewyck/Jan Mets.
- August Thiry - Histoire Belge. Een Belgisch expeditiekorps in Rusland in: Montagne Russe [Red. E. Stols & E. Waegemans]- 1989, Berchem, EPO, 125-150.
- Rudi Van Doorslaer, Etienne Vehoeyen - De moord op Lahaut, Het communisme als binnenlandse vijand - 1985, Leuven, Kritak