Florentine Rost van Tonningen-Heubel
Florentine (Florrie) Sophie Rost van Tonningen-Heubel (14 november 1914), door sommigen de zwarte weduwe genoemd, is de weduwe van Meinoud Rost van Tonningen.
Florentine Heubel werd geboren in Amsterdam als tweede en jongste dochter van een half-Duitse vader die bankier was bij de (familie) firma Kol & Co (geparenteerd aan de Utrechtse oude en gedegen Bank Vlaer & Kol) en een Nederlandse moeder. Er waren naast de twee dochters (Annie en Florrie) ook nog twee oudere broers (Dolf en Wim). Het gezin woonde tijdens haar jeugd in Hilversum en stond daar in hoog aanzien. Toen de nog jonge prinses Juliana een bezoek aan Hilversum bracht werd Florentine Heubel samen met haar broer Wim gevraagd een partijtje tennis tegen de prinses te spelen. In de jaren '30 ging Florentine Heubel jongeren werven voor de jeugdbeweging van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van ir. A.A. Mussert, nadat ze tijdens een bezoek aan Duitsland onder de indruk raakte van de Hitlerjugend. Ze vertrok in 1937 naar het toenmalige Nederlandsch-Indië. Toen ze weer terug was in Nederland, verliet ze (tijdelijk) de NSB. Medio 1939 ontmoette ze Meinoud Rost van Tonningen, toen een belangrijk en invloedrijk man in de NSB.
Tijdens de Duitse inval in Nederland op 10 mei 1940 zat Florentine Heubel in Berlijn. Daar hoorde ze van de Duitse invasie. Enkele maanden later (op 21 december 1940) trad ze in het huwelijk met Rost van Tonningen. Desgevraagd had Heinrich Himmler, de Duitse Reichsführer-SS, toestemming verleend.
De familie Rost van Tonningen-Heubel kreeg drie zonen: de jongste werd vlak voor de bevrijding van Nederland geboren op de dag dat de broer van Florentine Rost van Tonningen-Heubel aan het Oostfront sneuvelde. Haar kinderen zouden afstand nemen van de politieke standpunten van hun ouders. Vlak na de oorlog kwam Meinoud Rost van Tonningen om het leven in de gevangenis van Scheveningen — waar hij in afwachting van zijn proces gevangen zat — toen hij over de balustrade van een trap sprong. Zijn echtgenote heeft nooit willen geloven dat haar man zelfmoord pleegde; zij heeft altijd volgehouden dat haar man is vermoord, hoewel daar geen bewijs voor gevonden is. In haar boek "Ieder zijn waarheid" beschuldigt zij er Prins Bernhard van om hoofschuldige te zijn voor de dood van haar man.
Na de oorlog bleef Florentine Rost van Tonningen-Heubel actief in diverse extreem-rechtse bewegingen. Meerdere malen werd ze veroordeeld wegens het verspreiden van nazi-lectuur en voor het organiseren van nationaalsocialistische bijeenkomsten. Ook onderhield ze contacten met onder meer het Vlaams Blok en Gudrun Burwitz-Himmler, dochter van de SS-voorman. Daardoor is ze ook bekend als de zwarte weduwe.
Vanaf de vroege jaren '70 vestigde zij zich in een villa in Velp, waar regelmatig bijeenkomsten van rechts-extremisten plaatsvonden. Uit het huis van deze weduwe van NSB-leider Van Tonningen is al meermalen (neo)nazi-propaganda in beslag genomen. "Huiszoekingen , kapotte ramen en brandstichtingen waren aan de orde van de dag", zo schrijft zij in haar boek "Ieder zijn waarheid".
Zij krijgt, zolang zij leeft, een uitkering van de Nederlandse staat omdat haar man parlementslid is geweest. Toen dit bekend raakte, zorgde dat voor veel ophef.
Zie ook: |
---|
Portaal: Fascisme en nationaalsocialisme in Nederland . Fascisme in Nederland . Fascisme . Nationaalsocialisme |