Chiang Kai-shek
Chiang Kai-shek (pinyin: Jiang Jieshi; trad. Chin.: 蔣介石) (31 oktober 1887 – Taiwan, 5 april 1975), was een Chinees nationalistisch politicus. Hij was afkomstig uit de gezeten burgerij. Hij sloot zich aan bij de Revolutionaire Liga van Sun Yat-sen, die later werd omgedoopt (1911) tot Kwomintang (in het Westen dikwijls afgekort als KMT).
Inhoud |
[bewerk] Vroege carrière
Chiang nam actief deel aan de Chinese Revolutie die zich in twee stadia voltrok: in 1911 werd China een constitutionele monarchie en in 1912 een republiek. Sun Yat-sen werd de eerste president, maar moest dit ambt spoedig afstaan aan de laatste premier van de Qing-dynastie, generaal Yuan Shikai.
Yuan Shikai bleek niet in staat het land krachtig te leiden en spoedig na diens aantreden viel China uiteen in diverse kleinere en grote gebieden onder leiding van zogenaamde warlords ('krijgsheren'). Deze krijgsheren waren voormalige generaals en officieren die in dienst stonden van de keizer of soms ook opstandige revolutionairen. Yuan overleed in 1916. Zijn opvolgers bleken ook zwakke leiders.
[bewerk] Plaatsvervanger van Sun Yat-sen
Sun Yat-sen had inmiddels contact opgenomen met de Sovjet-Unie die bereid was de Kwomintang aan de macht te brengen, mits leden van de Chinese Communistische Partij tot de Kwomintang mochten toetreden. Sun ging hiermee akkoord en er kwam een verenigd front met de communisten tot stand. Sun werd generalissimo van de nationalistische legers en partijleider. Chiang Kai-shek werd zijn plaatsvervanger en naar Moskou gestuurd voor een militaire training aan een Militaire Academie (1923).
Inmiddels wist Sun met behulp van de nationalistische legers en de logistieke steun van de Sovjets zuidelijk China op de 'warlords' te veroveren. In 1924 keerde Chiang naar China terug en werd directeur van de 'Whampoa Militaire Academie'. Tsjang, sinds zijn verblijf in de Sovjet-Unie een heftige anticommunist geworden, indoctrineerde zijn studenten met anticommunistische en nationalistische propaganda.
[bewerk] Voorzitter van de Kwomintang en regeringsleider
Na de dood van Sun in 1925 nam de invloed van Chiang in de Kwomintang toe. Chiang werd opperbevelhebber van de nationalistische legers en leidde - nog steeds met communistische steun - de Noordelijke Campagne. Dit werd een groot succes voor de nationalistische legers: de meeste noordelijke krijgsheren gaven zich over of sloten pacten met Chiang en de nationalisten. In 1928 werd Chiang voorzitter van de nationalistische regering te Nanking (de voorlopige hoofdstad) en voorzitter van de Kwomintang. In datzelfde jaar verbrak hij de coalitie met de communisten en begon een heksenjacht tegen hen. In 1927 trouwde Chiang met Soong Mei-ling, afkomstig uit een methodistisch christelijke familie. In 1930 werd Chiang ook methodistisch christen.
[bewerk] Verenigd Front met de communisten tegen de Japanse Legers
Vanaf het begin van de jaren dertig trachtten de Japanners hun invloed in Noord-China (Mantsjoerije) te vergroten. Na het zogenoemde 'Mukden-incident' in 1931, viel Mantsjoerije voor een groot deel in Japanse handen. De Japanse regering installeerde aldaar een marionettenregering. Hetzelfde deden ze bij het Mongoolse grensgebied, dat de Japanners ook controleerden.
Veel generaals die Chiang trouw waren, zagen de bestrijding van de Japanners als de topprioriteit, en wensten de strijd tegen de communisten uit te stellen. In 1936 wist de noordelijke krijgsheer en tevens maarschalk in Chiangs leger, de jonge Zhang Xueliang, hem te Xi'an te gijzelen en een verenigd front met de communisten af te dwingen. Na een paar dagen wist Chiang - nadat zijn agenten hadden onderhandeld met Zhang - zonder kleerscheuren vrij te komen en werd Zhang onder huisarrest gesteld (hij werd de langst gevangen zittend politieke gevangene van de twintigste eeuw).
In 1937 verklaarde Japan China officieel de oorlog. Chiang zag nu in dat een verenigd front met de communisten noodzakelijk was en hij nam contact op met communistenleider Mao Zedong. Samen met de communisten wisten de nationalisten tot 1945 in een nationaal front de Japanners te bevechten. In 1943 werd Chiang Kai-shek president van China. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1945, vielen beide kampen elkaar weer aan. Het leek er aanvankelijk op dat Chiangs nationalistische legers als overwinnaars uit de strijd te voorschijn zouden komen, maar reeds in 1948 leden zij enorme nederlagen tegen Mao's legers.
[bewerk] President van Taiwan
In 1948 trad Chiang af als president en werd vervangen door de liberale Li Tsung-jen. Li trachtte tevergeefs via onderhandelingen vrede te sluiten met de communisten. In 1949 vloog Chiang naar het eiland Taiwan, waar hij en zijn vele volgelingen die hem achterna waren gekomen, zich vestigden. Taiwan, nu Nationalistisch China genoemd, werd de zetel van Chiangs nationale regering. In 1950 werd Chiang opnieuw president. Met de hulp van de Verenigde Staten wist Chiang zich te handhaven. Hij bouwde het leger opnieuw op en stichtte een eenpartijstaat (met de Kwomintang als enige partij). In 1971 erkende de VS de Volksrepubliek China als soeverein land.
Chiang Kai-shek overleed in 1975 op Taiwan.