Admetos
Admetus (Oud-Grieks: Ἄδμητος) was een zoon van Pheres, koning van Pherai in Thessalië, deelnemer aan de Calydonische jacht en aan de tocht der Argonauten, was de gastvriend van Herakles en de gunsteling van Apollo, die, uit de hemel verbannen zijnde, hetzij, omdat hij de Cyclopen, hetzij omdat hij de draak Python gedood had, bij hem als herder diende, en hem vele diensten bewees.
Toen Admetus na de dood van zijn vader koning was geworden, dong hij naar de hand van Alkestis, de dochter van Pelias, die hem deze tot vrouw beloofde, op voorwaarde, dat hij in een wagen zou komen, die met een leeuw en een everzwijn bespannen was. Apollo hielp hem deze last vervullen, door hem de wijze te leren, waarop hij twee zulke wilde dieren kon temmen, en verzoende hem bovendien met Artemis, die uit wraak een menigte slangen in het bruidsvertrek had gezonden, omdat Admetus bij de huwelijksoffers aan de goden haar vergeten had. De schikgodinnen, de Moiren, wist Apollo te bewegen om de levensdraad van zijn vriend, als die afgesponnen was, te verlengen, indien iemand van diens naaste bloedverwanten geneigd was vrijwillig voor hem de dood te ondergaan. Toen zijn tijd kwam, werd de koning dodelijk ziek, maar niemand van zijn geslacht wilde zich aan de eis der schikgodinnen onderwerpen. Zijn trouwe gade Alkestis besloot toen zich voor hare gemaal op te offeren; zij ging naar het schimmenrijk en de zieke genas terstond. Maar de grootste wanhoop maakte zich van Admetus meester, toen hij hoorde, dat zijn vrouw voor hem gestorven was. Juist verscheen toen bij toeval zijn gastvriend Herakles bij de bedroefden vorst. Deze ontrukte daarop in een worstelstrijd Alkestis aan Hades, de god van de onderwereld en gaf haar aan Admetus terug. Volgens anderen zond Persephone, de beheerster van de onderwereld haar vrijwillig terug, om haar voor haar zelfopoffering te belonen.
