Saeftinghe
Saeftinghe was een plaats in oostelijk Zeeuws-Vlaanderen nabij Nieuw-Namen. Tegenwoordig is het een schorrengebied en natuurreservaat dat bekend staat als het Verdronken Land van Saeftinghe.
Saeftinghe werd in de 13e eeuw ingepolderd onder beheer van de abdij Ter Doest. Een van de bekendste bewoners van die abdij was Willem van Saeftinghe.
Tot voor 1570 was Saeftinghe zeer vruchtbaar polderland. Mensen kwamen er aan de kost door landbouw en turf steken. Tot zijn ondergang was Saeftinghe een aparte heerlijkheid.
Er lagen 4 dorpjes: Saeftinghe, Namen, Sint-Laureins en Casuwele. Het gebied werd vanaf de 12e eeuw geregeld bedreigd door overstromingen. De Allerheiligenvloed in 1570 zette het gebied bijna volledig onder water. Vier jaar later reikte het "Verdronken Land" tot Verrebroek en Kallo (Belgiƫ). Enkel Saeftinghe en nog enkele andere stukken bleven boven water. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog staken Nederlandse soldaten in 1584 om strategische redenen de laatste intact gebleven dijken door en verdween Saeftinghe opnieuw onder water. Het bedijken werd heropgestart in de 17e eeuw en in 1907 was de hertogin Hedwigepolder het laatste op de zee veroverd gebied. Het buurtschap Emmadorp ligt nu aan de rand van het verdronken land.