Radioamateur
Dit artikel zou samengevoegd moeten worden met HAM-radio, of er dient een duidelijker afbakening tussen beide artikelen te worden gemaakt (Overleg).
Radio-amateurs of zendamateurs zijn mensen die een hobby hebben gemaakt van het uitoefenen van experimenten op het gebied van het uitzenden en ontvangen van radio- en/of televisiesignalen.
Inhoud |
[bewerk] Vormen
Voor dit uitzenden wordt een grote verscheidenheid aan uitzendmodes (modulatievormen) gebruikt, van morsecode, FM- en AM-spraak, datasignalen zoals bijvoorbeeld telex-signalen (in FSK, AFSK, QAM), Slow Scan Televisie (SSTV), Amateurtelevisie (zowel analoog als digitaal) en Packet Radio. Radiogolven zijn niet tot de aarde beperkt: er kunnen verbindingen gemaakt worden via een kunstmaan. Ook de maan en meteorieten kunnen als passieve reflector gebruikt worden om signalen terug naar de aarde te kaatsen.
[bewerk] Examens
Radio(zend)amateurs hebben na het succesvol afleggen van een pittig technisch examen over radiotechniek en wetkennis een machtiging van de overheid verkregen om radioapparatuur te bezitten en te gebruiken. Dit heeft als doel om storingen veroorzaakt door onwetendheid of onkunde te vermijden. Voor de toegang tot de HF-banden was tot in 2003 een succesvol morse-examen benodigd, maar deze eis is Nederland eind december 2003 afgeschaft en in België op 1 augustus 2003. Tot die tijd moest men eerst met 12 woorden per minuut morse kunnen seinen en opnemen, in Nederland later 6 woorden per minuut. Examens worden afgenomen door de overheid (In Nederland sinds 1927 door het Agentschap Telecom of een voorloper ervan. In België door het BIPT voorheen RTT (Regie van Telegraaf en Telefoon) ). In landen die behoren tot de CEPT kan men een HAREC-certificaat behalen dat in meerdere landen geldig is.
[bewerk] Roepletters
[bewerk] Algemeen
Zodra het examen met goed gevolg is afgelegd mag een radio-amateur roepletters (in het Engels: callsign) aanvragen, waarmee hij zich in het radioverkeer moet identificeren.
[bewerk] Nederland
Voor Nederland bestaat een callsign uit een prefix van 2 letters en 1 cijfer, gevolgd door een suffix van 1, 2 of 3 letters. De roepnaam is tegenwoordig vrij te kiezen. Willekeurig voorbeeld van een Nederlandse callsign is PE1GLL. Aan Nederland toegewezen prefix letters zijn vanaf PA tot en met PI.
De Nederlandse prefixen PA, PB, PC, PE, PF, PG, PH betreffen de hoogste vergunningcategorie die toegang geeft tot alle amateurbanden: de F-vergunning (voorheen de A-, B- of C-vergunning). PD betreft de Novice-vergunning (die toegang geeft tot twee amateurbanden: de 2 meterband (144-146 MHz) en de 70 centimeterband (430-440 MHz). De PI4-stations zijn verenigingszenders. De PI5-prefix is voor opleidingsstations bedoeld. De PI2-, PI3- en PI6-prefixen betreffen relaisstations. PI8-stations zijn packet radio mailbox stations, en PI1-stations zijn packet radio access points.
[bewerk] België
Belgische stations hebben een prefix vanaf ON tot en met OT, al wordt meestal ON gebruikt.
- Waar vroeger de OT-prefix voorbehouden was voor clubstations met een speciale wedstrijdvergunning met hoge vermogen zenders (in het jargon: contest) is het sinds 20 maart 2006 mogelijk voor alle stations om een speciale prefix aan te vragen.
- De roepnamen met een ON-prefix waren in principe steeds van de vorm ONxyyy waar 'x' altijd een cijfer was en 'yyy' 2 of 3 letters. De speciale prefixen zijn normaal gezien steeds OQxy dus met een prefix te kiezen uit ON tot OT, met één cijfer 'x' en één letter 'y'
- Andere prefixen worden soms voor speciale gelegenheden (herdenkingen enz) tijdelijk gegeven, en dan aan alle radioamateurs.
- ON1-roeptekens werden tot midden 2003 uitgereikt aan radioamateurs die geen telegrafie (Morse-code) examen aflegden, en daardoor alleen toegang hadden tot de VHF-banden of hoger. Sindsdien heeft deze categorie een ON4-8 roepteken kunnen aanvragen waardoor ze mits een kleine meertaks nu ook de de HF-banden mogen uitzenden.
- ON2-roeptekens werden tot sept 2005 gegevens aan personen die in een vereenvoudigd technisch examen slaagden, waardoor ze toegang kregen tot de VHF en UHF banden.
- ON3 : Sinds september 2005 is er een nieuwe vergunning voor 'nieuwkomers' ingevoerd, de 'Basisvergunning'. De houders van die vergunning krijgen een ON3-roepteken. Na het Verenigd Koninkrijk was België het tweede land om dit te doen. Het vereenvoudigde examen bij BIPT is nu ook aangevuld door een praktische proef die kan worden afgenomen door de erkende verenigingen. Met een beperkt zendvermogen heeft een ON3 toegang tot alle kortegolfbanden, 6 meter, 2 meter en 70 cm band.
- Oorspronkelijk was het voor de ON3 niet toegelaten om gebruik te maken van de 10 meter band, op 2 augustus 2006 heeft de Raad van het BIPT echter beslist om dit ook toe te laten.
- Het maximaal vermogen is 10 watt op de kortegolf banden en 50 Watt op 2 meter en 70 cm.
- ON3's hebben geen toelating om zelf zenders te bouwen of wijzigingen aan commerciële apparatuur aan te brengen.
- ON4 tot en met ON8: roepnamen gegeven aan de houders van een HAREC-vergunning. Voor hen zijn er het minste beperkingen.
- ON9 roepnamen voorbehouden voor buitenlanders, woonachtig in België.
- ON0 zijn de niet bemande, automatische stations zoals steunzenders/repeaters voor spraak, bakenstations of packet radio/APRS knooppunten.
Uit de roepnamen kan men niet afleiden welke de taal van de vergunningshouder is noch waar het station is opgesteld.
[bewerk] Spectrum
In het hele radiospectrum is globaal 6 procent door ITU-R gereserveerd voor deze zendamateurs. Dit voorrecht is eigenlijk een overblijfsel uit de begintijd van radiotechniek. Radio-amateurs hebben meermalen met hun radio-experimenten mogelijkheden bedacht en het mogelijk gebruik van de verschillende golflengten aangetoond. Zo is veel kennis vergaard maar desondanks werden de amateurs steeds weer opnieuw verbannen naar commercieel minderwaardige banden. Gezien de schaarste op de MF en HF-banden is daar de toegewezen ruimte beperkt, maar met name in de VHF- en vooral UHF/SHF/EHF-banden is volop ruimte gereserveerd, al zijn amateurs ook daar zelden de enige gebruikers van die frequentiebanden. Rond 1930 kwam er eindelijk waardering voor het werk dat een kleine groep pioniers had verricht en werd structureel een deel van de radiobanden gereserveerd voor amateurs met een machtiging.
[bewerk] Verenigingen
Er zijn twee landelijke verenigingen actief in Nederland en één in België, waar de twee grootste taalgemeenschappen ook hun eigen vereniging hebben. Deze verenigingen proberen de belangen van zendamateurs in het overleg met de overheid zo goed mogelijk te bewaken en verdedigen. De grootste vereniging van Nederland is de VERON, gevolgd door de VRZA. De grootste vereniging van België is de UBA, gevolgd door de Nederlandstalige VRA en het Franstalige UFRC. Daarnaast is per land één vereniging lid van de wereldorganisatie van zendamateurs (de IARU) (voor Nederland de VERON en voor België de UBA). Dit maakt dat een groot deel van de radioamateurs geen vertegenwoordiging heeft in de IARU. Deze IARU is één van de partijen in het wereldoverleg voor verdeling van radiofrequenties (de WARC).
Er bestaan ook zelfstandige en meestal lokale verenigingen zoals bijvoorbeeld de NVRA te Haarlem, RCK te IJmuiden en YRC te Beverwijk. Deze verenigingen beschikken over een eigen onderkomen en bedrijven deze hobby in regionaal verband. De VERON en de VRZA zijn eveneens regionaal georganiseerd in afdelingen, die doorgaans ook een eigen onderkomen hebben en regionaal georiënteerd zijn. Ook de Belgische verenigingen zijn georganiseerd in plaatselijke afdelingen, voor de UBA zijn er dat meer dan 80.
[bewerk] Overzicht van de frequentiebanden waar zendamateurs toegang toe hebben
[bewerk] LF Langegolf
135,7 - 137.8 kHz
[bewerk] MF Middengolf
1,81 - 1,85 MHz (160 meter-band) België 1.81 - 1,875 MHz
[bewerk] HF Kortegolf
- 3,5 - 3,8 MHz (80 meter-band)
- 7,0 - 7,2 MHz (40 meter-band)
- 10,1 - 10,15 MHz (30 meter-band)
- 14,0 - 14,35 MHz (20 meter-band)
- 18,068 - 18,168 MHz (17 meter-band)
- 21,0 - 21,45 MHz (15 meter-band)
- 24,89 - 24,990 MHz (12 meter-band)
- 28,0 - 29,7 MHz (10 meter-band)
[bewerk] VHF
50 - 52 MHz (6 meter-band)
70 - 70.500 MHz (4 meter band) (niet toegelaten in België en Nederland, al is er op dit moment in Nederland een lobby gaande vanwege het verdwijnen van de "aardse" televisiezenders in dit spectrum)
144 - 146 MHz (2 meter-band)
[bewerk] UHF
430 - 440 MHz (70 cm-band)
1240 - 1300 MHz (23 cm-band)
2300 - 2450 MHz (13 cm-band)
[bewerk] SHF
3400 - 3475 MHz (9 cm-band)
5650 - 5850 MHz (6 cm-band)
10 - 10,5 GHz (3 cm-band)
24 - 24,25 GHz
[bewerk] EHF
47 - 47,2 GHz
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
[bewerk] Nederland
- VERON Vereniging Experimenteel Radio Onderzoek Nederland
- VRZA Vereniging voor Radio Zendamateurs
- Agentschap Telecom Controlerende Instantie
[bewerk] België
- UBA Koninklijke Unie van de Belgische Zendamateurs
- VRA Vlaamse Radio Amateurs
- UFRC Union Francophone des Radio-Clubs
- BIPT Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie