Kirkjubæjarklaustur
Het plaatsje Kirkjubæjarklaustur (in 2006 ongeveer 140 inwoners) ligt in het zuiden van IJsland aan de hringvegur (de rondweg, wegnummer 1) tussen Vík í Mýrdal en Höfn. De geografische ligging maakt dat Kirkjubæjarklaustur bekender is dan plaatsen van vergelijkbare grootte. Kirkjubæjarklaustur is de enige van de plaatsjes in de nabije omgeving die een vrijwel volledig pakket van diensten, zoals een tankstation, een bank, een postkantoor en supermarkt, biedt. Bovendien ligt het centraal tussen toeristische trekplaatsen, zoals de Lakagígar kraters, de Eldgjá (vuurkloof) en het Nationale Park Skaftafell. Een attractie vlakbij het plaatsje is Kirkjugólf (Kerkvloer), een natuurlijk geologisch fenomeen van basalt. Midden in het weiland staat een verzameling van basaltzuilen waarvan alleen de bovenzijde in een plat vlak net boven het maaiveld uitsteekt waarbij het lijkt alsof er in vroeger tijden een vloer is gelegd. Hoewel het niet uit overleveringen bekend was, heeft men gedurende lange tijd gedacht dat er ter plaatse ooit een kerk of iets dergelijks had gestaan. Dergelijke basaltformaties zijn niet uniek in de wereld, en iets dergelijks is bijvoorbeeld bij Giant's Causeway in Ierland te zien. Al met al maakt het dat Kirkjubæjarklaustur een populaire pauzeplaats voor toeristen is.
[bewerk] Historie
Nog voor de permanente kolonisatie van IJsland hebben waarschijnlijk tijdelijk Ierse monniken bij Kirkjubaejarklaustur gewoond. Vanaf 1186 tot de reformatie in 1550 heeft er een Benedictijns nonnenklooster gestaan. De namen van de nabij gelegen waterval Systrafoss (waterval van de zusters) en het Systravatn meer op de hoogvlakte boven het dorp verwijzen naar dit klooster. De Systrastapi (zuster’s kei) verwijst naar een rots waar twee nonnen, die van vermeende activiteiten van ketterij werden verdacht en derhalve zijn verbrand, zijn begraven. Het dorp werd in IJsland beroemd na een uitbarsting van de Lakagígar vulkanenrij in 1738. De pastoor van de plaatselijke kerk, Jón Steingrímsson, hield toen een dienst dat bekend werd als de "Vuurdienst". De legende zegt dat deze dienst de lavavloed tot stoppen bracht, en het dorp derhalve op het laatste moment spaarde. Een kapel werd in 1974 ter nagedachtenis aan deze pastoor gebouwd.
Kirkjubæjarklaustur is nu een belangrijk centrum voor de boerderijen in de omgeving, voor toeristen en weekendgangers uit IJsland zelf. Veel inwoners van Reykjavik, de hoofdstad van het land, hebben een zomerhuisje in de buurt.