Karel Dillen
Karel Dillen (Antwerpen, 16 oktober 1925) is een Vlaams politicus, Vlaams nationalist en medeoprichter van het Vlaams Blok.
Eén van zijn zonen, Koen, zetelt momenteel in het Europees Parlement en ook een dochter Marijke is in de Vlaamse politiek actief.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
[bewerk] Jeugd
Aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen behaalt Karel Dillen in 1943 een humanioradiploma. Enkele Vlaams-nationalistische leraars drukken er een blijvende stempel op de jonge Dillen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt hij geen deel uit van een collaborerende organisatie, maar noemt zichzelf wel een "passieve zwarte" in die periode. Hij woont meetings van Nieuwe Orde groeperingen bij. In Antwerpen hoort hij spreken van razzia's op joden, maar kent het lot van de joden niet. In september 1944 ziet hij van op afstand de repressie, onder meer tegen gewezen schoolmakkers.
Dillen huwde in 1959 en wordt vader van 4 kinderen.
[bewerk] Bediende
Dillen werkt, onder andere, gedurende 37,5 jaar bij de Antwerpse Taximaatschappij (1947 - 1985; rond 1970 wordt dit bedrijf door Renault overgenomen).
[bewerk] Vlaams-nationalist
In de lente van 1947 begint de Vlaams-nationale 'carrière' van Dillen. Hij komt in contact met het Sint-Arnoutsvendel, een jeugdgroepering van Wim de Roy. Hij houdt er zich vnl. met de ideologische vorming bezig. Hier leert hij Walter Bouchery kennen, oprichter van het Vlaams-nationaal weekblad Opstanding. Dit is de officieuze spreekbuis van de Vlaamse Concentratie, een uitgesproken Vlaamse, federalistische en anti-repressie partij. Deze partij werd op 14 mei 1949 opgericht en verdween in 1954 als gevolg van interne moeilijkheden.
Dillen maakt deel uit van de redactie en publiceert in Opstanding - waar hij de harde kern van het Vlaams-nationalisme leert kennen - op een non-conformistische, compromisloze, anti-Belgische wijze.
Eind 1949, begin 1950 is hij medeoprichter, samen met Herman Senaeve en Toon Van Overstraeten, van een radicaal Groot-Nederlands jongerengroepje: de Jong Nederlandse Gemeenschap (JNG). Zij richten meetings in over o.a. Cyriel Verschaeve, een algemene amnestie-eis, Reimond Tollenaere, ... . Zij beschouwen zichelf als de enige 'puren' uit de Vlaamse Beweging, opvolgers van het Diets radicalisme uit de jaren dertig. De JNG gaat manifesteren op de IJzerbedevaart en het Vlaams Nationaal Zangfeest, die volgens hen te veel ingepalmd worden door de CVP. Het JNG richt in mei 1956 het tijdschrift Dietsland Europa op. Dillen wordt hoofdredacteur. Tot de zeventiger jaren blijft het zijn voornaamste spreekbuis.
In het begin van de jaren zestig is Dillen voorzitter van Were di, een elitair-radicale, Groot-Nederlandse, antikapitalistische, anticommunistische en anti-Belgische groep. In 1968 versmelt deze groep met Dietsland Europa. In 1975 neemt Dillen ontslag uit Were di. Vanaf 1975 wordt hij de eerste hoofdredacteur van het pas opgerichte Ter Waarheid (dat ter ziele gaat in 1979). Een blad met hetzelfde gedachtegoed als Were di.
Vanaf 1965 wordt hij een belangrijk medewerker aan het Antwerpse satirische weekblad 't Pallieterke.
In 1977 is Dillen stichtend lid van Protea (genoemd naar de nationale bloem van Zuid-Afrika), een Vlaams-Zuid-Afrikaanse vriendschapsclub en een belangrijke pro-apartheidslobby.
[bewerk] Volksunie
Bij de verkiezingen van 1954 gaan een aantal Vlaams-nationalisten een coalitie aan met vertegenwoordigers van de middenstand en het Boerenfront, onder de naam Christelijke Vlaamse Volksunie. Dillen is hier niet bij betrokken. Evenmin bij de oprichting van de Volksunie, bij het uiteenvallen van de CVV, na de verkiezingen van 1954. Dillen sympathiseert wel met de Volkunie maar wordt pas lid in 1957. Op 1 juli 1957 wordt hij voorzitter van de, nieuw opgerichte, Volksuniejongeren (VUJO).
In de zestiger jaren boekt de Volksunie de ene overwinning na de andere. Dit leidt tot een streven naar pragmatisme. Bovendien voert de partij een steeds progressievere koers. Dillen is hier radicaal tegen en neemt in 1971 ontslag uit de partij. Tot zijn tegenstrevers binnen de partij behoren vooral Hugo Schiltz, Nelly Maes, André de Beul en Maurits Coppieters. Tot zijn voornaamste medestanders behoorden Leo Wouters, Hector Goemans, Rudi van der Paal, Bob Maes, Walter Peeters en Mia Dujardin (de meesten van Were di-strekking).
[bewerk] Vlaams Blok
Op 1 oktober 1977 richt hij de Vlaams Nationale Partij (VNP) op, uit onvrede met de mede-ondertekening, op 24 mei 1977, door de Volksunie, van het Egmontpact. Dillen was op dat ogenblik politiek dakloos. Hij wordt op de stichtingsvergadering tot voorzitter "voor het leven" aangeduid. Hij krijgt bovendien de macht om zijn opvolger zelf aan te duiden. Dit wordt op 8 juni 1996 Frank Vanhecke. Deze beweert (in De Standaard, 11 maart 2000) dat Dillen die macht krijgt uit de frustratie van de (gewezen) Volksunie-mensen. Die hebben gezien hoe, via democratische verkiezingen, Hugo Schiltz aan de macht gekomen is en hoe hij - in hun ogen - de beginselen van de VU heeft verraden.
Voor de verkiezingen van 17 december 1978 gaat de VNP in een kartel, als Vlaams Blok, samen met de Vlaamse Volkspartij (VVP) van Lode Claes. Dillen wordt volksvertegenwoordiger. Met 2807 voorkeurstemmen is hij als enige verkozen voor de Kamer (voor namelijk door de stemmen uit Antwerpen). De VVP verdwijnt van het politieke toneel na de Europese verkiezingen van 1979, waar ze slechts 1% van de stemmen haalt.
Op 8 november 1981 en 13 oktober 1985 wordt Dillen telkens - ondanks zwak parlementair werk - herverkozen op de lijst van het Vlaams Blok. Op 12 maart 1987 volgt Gerolf Annemans Dillen op als kamerlid, in het kader van een verjongingsoperatie binnen het Vlaams Blok.
Bij de parlementsverkiezingen van 13 december 1987 wordt Dillen tot senator in het Belgisch parlement verkozen.
Bij de Europese verkiezingen van 18 juni 1989 wordt Dillen, met 36000 naamstemmen, Europees parlementslid (in de senaat wordt hij door Wim Verreycken opgevolgd). Hij is er aanvankelijk actiever dan in het Belgisch parlement. In Europa vormt hij samen met het Franse Front National (met o.a. Jean-Marie Le Pen) en de Duitse Republikaner (met o.a. Franz Schönhuber) de Technische Fractie Europees Rechts.
Karel Dillen neemt op 8 juni 1996 ontslag als voorzitter van het Vlaams Blok. Hij duidt Frank Vanhecke als zijn opvolger aan. Op 18 juni 2003 wordt Dillen in het Europees parlement opgevolgd door Philip Claeys, nadat Dillen om gezondheidsredenen ontslag nam.
[bewerk] Ideologie
Karel Dillen wil voor het Vlaamse volk een onafhankelijke Vlaamse republiek in een Europa van de regio's.
Voor Dillen zijn fascisme en nationaal-socialisme, na het einde van de Tweede Wereldoorlog, historische begrippen, verwijzend naar een afgesloten periode uit de Europese geschiedenis. Fascist wordt volgens hem door zijn tegenstanders als scheldnaam gebruikt, zonder de historische context ervan te kennen.
Rechts is voor Dillen "het vechten voor waarden die dreigen verloren te gaan. Het is het besef te behoren tot een volk, een Europese cultuur waaruit een economische gemeenschap volgt. Rechts is respect voor het leven, in de brede betekenis, respect voor ieder individu." Radicaal is voor hem "compromisloos zijn, niet zwichten voor de vleespotten van Egypte."
Het migrantenvraagstuk is voor Dillen een nationalistisch onderwerp. Sporadisch schreef Dillen erover in Dietsland Europa in de jaren zeventig. Werk in eigen streek geldt voor iedereen, ook voor niet-Europese vreemdelingen.
Dillen streeft er naar eigen zeggen naar om de traditionele waarden van het Avondland in ere te houden.
[bewerk] Publicaties
Dillen vertaalt in 1951 het omstreden pamflet Nuremberg ou la terre promise, een negationistisch boek van de franse letterkundige Maurice Bardèche (verschenen in 1948). De vertaling verschijnt als Neurenberg, het beloofde land. Dillen heeft ook nadien nog geregeld contact met de auteur.
Anti-fascistische bronnen melden dat in het boek geschreven staat dat de Nazi concentratiekampen na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd met hulp van Hollywood.
[bewerk] Bronnen
- Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, deel II, Tielt/Amsterdam, 1975
- Todts Herman, Hoop en Wanhoop der Vlaamsgezinden, deel 4, Leuven, 1975
- Todts Herman, Hoop en Wanhoop der Vlaamsgezinden, deel 5, Leuven, 1982
- Verstraete Pieter Jan, Karel Dillen, portret van een rebel, Bornem, 1992
- Vinks Jos, Van Repressie tot Egmont, Brecht/Antwerpen, 1980