Hettitisch
Het Hettitisch (of Hittitisch) is een antieke uitgestorven Indo-europese taal die werd gesproken door de Hettieten in Anatolië.
In 1906 waren er in Centraal Klein-Azië opgravingen door Duitse geleerden. Te Boğazköy is de hoofdstad blootgelegd van het Hettitische rijk: Hattusas. De stad bloeide van de 19e tot de 12e eeuw v. Chr. Er zijn duizenden kleitabletten gevonden met spijkerschrift.
De meeste stukken dateren uit de XVde en de XIVde eeuw (zelfs de XVIIde eeuw). Het is ontcijferd door Bedrich Hrozny´ (1916 – 17) en hij toonde aan dat het om een Indo-europese taal ging. Na hun invasies in onder andere Akkad namen de Hettieten het spijkerschrift van de Akkadiërs over en andersom zijn er taalelementen van het Hettitisch overgegaan in het Akkadisch. Dit leverde een van de vroegste vormen van Indo-Europese taal, die in de vroeg historische tijden het nauwst Sanskriet met Grieks en Latijn aansluit.
Het Hettitisch is in morfologisch opzicht eenvoudiger dan andere oude Indo-europese talen. Ofwel zijn sommige Indo-europese eigenaardigheden in het Hettitisch verloren gegaan, ofwel zijn vernieuwingen doorgevoerd in de andere talen. Het bevat nog talrijke archaïsmen die van groot belang zijn. In de archieven zijn ook nog andere talen aan het licht gekomen, zoals het Hatti of (Proto-)Hattisch.
Indo-Europese talen > Kentum-talen > Anatolische talen: | ||
Hettitisch | Luwisch | Palaisch | Lycisch | Lydisch | Lycaonisch | Pisidisch | Carisch |