Indo-Europese talen
De Indo-Europese talen vormen een grote taalfamilie, waartoe de meeste talen in Europa en West-Azië behoren. Een verouderde benaming voor Indo-Europees is Indogermaans.
Inhoud |
[bewerk] Onderverdeling
Vroeger was de meest elementaire tweedeling van de Indo-Europese talen de indeling in kentum- en satem-talen, respectievelijk genoemd naar het woord voor 100 in het Latijn (centum) en in het woord voor 100 in het Avestisch, een Iraanse taal (satəm). Dit k/s-verschil is een van de kenmerkende verschillen tussen de beide taalgroepen. Deze klankverschillen werden vooral gezien als een geografisch onderscheid. De kentum-talen werden in het westen gesproken en de sentum-talen in het oosten. Deze indeling kwam echter op losse schroeven te staan toen men in het begin van de 20e eeuw het Tochaars ontdekte.
Uit het Proto-Indo-Europees, de gereconstrueerde voorouder van de Indo-Europese talen, zijn deze taalfamilies ontstaan (volgens chronologische attestering) (K toont kentum-talen, S satem-talen):
- Anatolische talen (uitgestorven) K
- Grieks K
- Indo-Iraanse talen (Indische en Iraanse talen) S
- Italo-Keltische talen K
- Germaanse talen K
- Armeens S
- Tochaars (uitgestorven) K
- Balto-Slavische talen S
- Albanees S
Een aantal Indo-Europese talen dat in de oudheid werd gesproken is onvoldoende gekend om het goed in dit schema te passen. Dit geldt voor:
[bewerk] Geschiedenis
Het Indo-europees wordt veelal gesproken door mensen van etnisch indo-europese origine. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. In de praktijk blijkt dat onderling niet verwante volkeren elkaars taal gemakkelijk kunnen overnemen. Bij DNA vergelijking van zeer oude skeletten met de huidige Europese bevolking is naar voren gekomen dat er een zeer nauwe verwantschap is. De conclusie lijkt te zijn dat de huidige bevolking in essentie rechtstreeks afstamt van de allereerste bewoners uit het paleolithicum. Talen verspreiden zich echter veel sneller dan volkeren en de connectie tussen taal en ras is zelden makkelijk te onderscheiden.
Het is niet zeker waar het Proto-Indo-Europees zijn oorsprong heeft. De meeste theorieën daarover plaatsen de woonplaats van de sprekers van het Proto-Indo-Europees ergens ten noorden van de Zwarte Zee rond 6000 jaar geleden. Men spreekt in dat verband wel van de Kurgan-expansie. Er is echter ook een hypothese dat het Indo-Europees er al eerder was, zo rond 9000 jaar geleden en dat de groei van taal te danken is aan de ontdekking van de landbouw in Anatolië. Een glottochronologisch onderzoek van 2003 van Russel D. Gray en Quentin D. Atkinson heeft een stamboom van de taalfamilie opgeleverd met schattingen voor de verschillende aftakkingen van de boom. De schattingen voor de oudste aftakking, die naar de Anatolische groep ondersteunt duidelijk de Anatolische hypothese. Er is echter een aantal aftakkingen rond 7000-6000 jaar geleden. Het is daarom goed mogelijk dat de familie eerst in Anatolië ontstaan is maar dat een groep die het gebied later verlaten heeft verantwoordelijk was voor een Kurgan-expansie. Het artikel van Gray en Atkinson is echter zeer omstreden onder specialisten op het gebied van het Indo-Europees. De methode die ze gebruiken is zeer onnauwkeurig. Tot er een veel nauwkeurigere analyse van de Anatolische theorie is komt lijkt de Kurgan hypothese waarschijnlijker. Volgens een (niet onomstreden) theorie is het Proto-Indo-Europees ontstaan als tak van een oudere supertaalfamilie, het Nostratisch.
[bewerk] Andere taalfamilies in Europa
Er zijn maar een paar talen in Europa die niet tot deze taalfamilie behoren. De belangrijkste zijn het Baskisch, en de Finoegrische talen, waartoe het Fins, het Hongaars en het Estisch behoren. In vroeger tijden werden er veel meer niet-Indo-Europese talen gesproken in Europa, zoals het Etruskisch, het Rhaetisch, het Iberisch en volgens sommigen het Pictisch.
[bewerk] Literatuur
- Beekes, R.S.P. Comparative Indo-European Linguistics: an Introduction, John Benjamins Publishing, 1995.
- Mallory, J.P. In Search of the Indo-Europeans
- Language-tree divergence times support the Anatolian theory of Indo-European origin, Russel D. Gray & Quesntin D. Atkinson, Nature 426, 435-439
- Stevenson, V., Atlas van de Europese talen, Het Spectrum 1989.
[bewerk] Zie ook
- Sir William Jones, de ontdekker van deze taalfamilie.
- Volksverhuizingen