Hessen-Darmstadt
Vlag | Wapen |
---|---|
Kaart | |
Hoofdstad | Darmstadt |
Regeringsvorm | Monarchie/republiek |
Staatshoofd | Landgraaf, groothertog, minister-president |
Dynastie | Huis Brabant |
Bestaan | 1567-1945 |
Oppervlakte | 7682 km² |
Inwoners | 643.821 (1819) 1.210.000 (1905) |
Taal | Duits |
Ontstaan uit | Hessen |
Opgegaan in | Hessen |
Munteenheid | Mark |
Volkslied | |
Religie | 584.391 protestanten, 239.088 katholieken, 3873 overige christenen, 25.373 joden, 169 overig (1871) |
Locatie in het Duitse Keizerrijk | |
Bondsraad | 3 stemmen |
Kenteken | VO, VR, VS |
Hessen-Darmstadt, sinds 1816 Groothertogdom Hessen en sinds 1918 Volksstaat Hessen geheten, was een land in het tegenwoordige Duitsland dat bestond van 1567 tot 1945.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
Het landgraafschap Hessen-Darmstadt ontstond na opdeling van het territorium van Filips I van Hessen (1567) onder zijn zoons in de linies Hessen-Darmstadt, Hessen-Kassel, Hessen-Marburg en Hessen-Rheinfels. Na het uitsterven van laatste twee linies bleven in 1604 Darmstadt en Kassel over, die echter over de erfeniskwestie van Marburg en het feit dat de een luthers was gebleven en de ander zich tot het calvinisme had bekeerd in een slepend conflict raakten, dat uiteindelijk deels samenviel met de Dertigjarige Oorlog.
Het territorium van Hessen-Darmstadt werd in de 17e en 18e eeuw mede door zijn trouw aan de Habsburgse keizers van het Heilige Roomse Rijk significant uitgebreid. In 1622 werd Hessen-Homburg echter van het land afgescheiden ten gunste van de jongste zoon van landgraaf Lodewijk V, Frederik I.
Door het verlangen van landgraaf Ernst Lodewijk het hof van Lodewijk XIV van Frankrijk naar de kroon te steken raakte het land diep in de schulden. Een nieuw conflict met Hessen-Kassel onder zijn bewind en dat van zijn zoon Lodewijk VIII - over de erfopvolging in het Graafschap Hanau - werd uiteindelijk opgelost door verdeling van dit gebied. De staat leed door zijn Oostenrijkse gezindheid aanzienlijk onder de Oostenrijkse Successieoorlog en de Zevenjarige Oorlog.
Hessen-Darmstadt werd door de Reichsdeputationshauptschluss van 1803 aanzienlijk uitgebreid, met name met het Hertogdom Westfalen, dat tot het nu geseculariseerde Aartsbisdom Keulen had behoord. Landgraaf Lodewijk X trad in 1806 toe tot de Rijnbond en werd vervolgens (als Lodewijk I) verheven tot groothertog. Hij moest bij het Congres van Wenen Westfalen afstaan aan Pruisen, maar werd hiervoor schadeloosgesteld met gebieden aan de linker Rijnoever waaronder Mainz en Worms (Rijnhessen). Het groothertogdom trad in 1815 toe tot de Duitse Bond. Vanwege zijn bezittingen aan de Rijn noemde Lodewijk zich sinds 7 juli 1816 groothertog van Hessen en aan de Rijn.
Lodewijk I verleende zijn land in 1820 een constitutie, voerde diverse andere hervormingen door en trad als eerste Zuid-Duitse vorst toe tot de Zollverein. De reactionaire Lodewijk II benoemde in het revolutiejaar 1848 zijn zoon Lodewijk III tot mederegent en stierf reeds enige maanden later. Lodewijk III koos in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 de kant van Oostenrijk. Hij werd echter verpletterend verslagen en zijn land werd door Pruisen bezet. Hessen moest enige gebieden aan Pruisen afstaan en namens het noordelijke deel Opper-Hessen toetreden tot de tot de Noord-Duitse Bond (1867).
Onder de liberale Lodewijk IV werd Hessen in 1871 deel van het Duitse Keizerrijk. Zijn zoon Ernst Lodewijk moest na de Eerste Wereldoorlog (Novemberrevolutie) aftreden, waarop de staat werd omgedoopt in Volksstaat Hessen. Deze ging na de Tweede Wereldoorlog samen met Frankfurt am Main en de voormalige Pruisische provincie Hessen-Nassau grotendeels op in de deelstaat Hessen. Rijnhessen kwam echter toe aan Rijnland-Palts.
[bewerk] Bestuurlijke indeling
Hessen bestond uit drie provincies:
- Starkenburg - rechts van de Rijn en zuidelijk van de Main (residentie: Darmstadt)
- Rijnhessen - links van de Rijn (residentie: Mainz)
- Opper-Hessen - noordelijk van de Main (residentie: Gießen)
[bewerk] Heersers
[bewerk] Landgraven
- 1567-1596: George I
- 1596-1626: Lodewijk V
- 1626-1661: George II
- 1661-1678: Lodewijk VI
- 1678: Lodewijk VII
- 1678-1739: Ernst Lodewijk
- 1739-1768: Lodewijk VIII
- 1768-1790: Lodewijk IX
- 1790-1806: Lodewijk X (= groothertog Lodewijk I)
[bewerk] Groothertogen
- 1806-1830: Lodewijk I
- 1830-1848: Lodewijk II
- 1848-1877: Lodewijk III
- 1877-1892: Lodewijk IV
- 1892-1918: Ernst Lodewijk
[bewerk] Staatsministers
- 1819-1829: Karl Ludwig Wilhelm von Grolman
- 1829-1848: Karl Wilhelm Heinrich du Bos du Thil
- 1848: Heinrich von Gagern
- 1848: Carl Wilhelm Zimmermann
- 1848-1850: Heinrich Carl Jaup
- 1850-1871: Reinhard Karl Friedrich von Dalwigk zu Lichtenfels
- 1871-1872: Friedrich von Lindelof
- 1872-1876: Karl Wilhelm Hofmann
- 1876-1884: Philipp Gustav August Julius Rinck gen. Freiherr von Starck
- 1884-1898: Jakob Finger
- 1898-1906: Carl Friedrich Burkhard Rothe
- 1906-1918: Christian Wilhelm Karl von Ewald
[bewerk] Staatspresidenten
- 1918-1928: Karl Ulrich
- 1928-1933: Bernhard Adelung
- 1933-1933: Heinrich Joseph Philipp Müller
- 1933-1933: Ferdinand Werner
- 1933-1935: Philipp Wilhelm Jung
- 1935-1945: Jakob Sprenger (ook Rijksstadhouder)
{{{afb_links}}} | Bondslanden van het Duitse Rijk (1871-1945) | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Duitse Keizerrijk: Anhalt# - Baden - Beieren - Bremen# - Brunswijk# - Elzas-Lotharingen1 - Hamburg# - Hessen-Darmstadt# - Lauenburg2 # - Lippe# - Lübeck3 # - Mecklenburg-Schwerin4 # - Mecklenburg-Strelitz4 # - Oldenburg# - Pruisen# - Reuss jongere linie5 # - Reuss oudere linie5 # - Saksen - Saksen-Altenburg6 # - Saksen-Coburg en Gotha7 # - Saksen-Meiningen6 # - Saksen-Weimar-Eisenach6 # - Schaumburg-Lippe# - Schwarzburg-Rudolstadt6 # - Schwarzburg-Sondershausen6 # - Waldeck8 # - Württemberg [#] Van 1866 tot 1871 lid van de. Noord-Duitse Bond. [*] Slechts nieuw ontstane deelstaten zijn aangegeven. [1] In 1918 geannexeerd door Frankrijk. [2] Personele unie met Pruisen, in 1876 daarin opgegaan. [3] In 1937 bij Pruisen gevoegd. [4] In 1934 verenigd tot Mecklenburg. [5] In 1919 verenigd tot Reuss. [6] In 1920 verenigd tot Thüringen. [7] In 1918 gesplitst in Coburg en Gotha. [8] In 1921/1929 opgegaan in Pruisen. [9] Sinds 1920 onder bestuur van de Volkenbond, in 1935 terug aan Duitsland als aparte deelstaat. |