Haven van Amsterdam
De Amsterdamse haven en de stad Amsterdam zijn vanaf het ontstaan in de 13e eeuw nauw met elkaar verbonden.
De monding van de Amstel, tussen de Dam en het IJ, was de oudste haven van Amsterdam. Langs het Damrak en de Warmoesstraat verrezen de huizen van kooplieden die een belangrijke rol speelden in de ontwikkeling van de haven en de handel in Amsterdam.
In de 16e eeuw breidde de haven zich uit naar de Lastage, een buurt aan de oostkant van de oude Binnenstad, waar ook scheepsbouw plaatsvond. In de 17e eeuw werden in er eilanden in het IJ aangeplempt die tevens een plaats boden voor uitbreiding van de havenactiviteiten, dit werden de Westelijke Eilanden en de Oostelijke Eilanden.
De haven van Amsterdam was met de Noordzee verbonden via de Zuiderzee. Deze verzandde steeds meer, zodat een betere verbinding nodig werd. Het Noordhollands Kanaal, gegraven op initiatief van Koning Willem I, van Amsterdam naar Den Helder, werd voltooid in 1825.
Dit kanaal voldeed al snel niet meer aan de eisen van het scheepvaartverkeer. Pas de opening van het Noordzeekanaal van Amsterdam naar IJmuiden in 1876 gaf de Amsterdamse haven een goede, rechtstreekse verbinding met de Noordzee. Daarna zette een nieuwe groei- en bloeiperiode voor de Amsterdamse haven in. Aan het einde van de 19e eeuw werden nieuwe havens in het nu afgesloten IJ aangelegd: het Oostelijk Havengebied. Ook langs het Noordzeekanaal en in Amsterdam-Noord werden nieuwe havens gegraven. De oorspronkelijke haven ter hoogte van de Amstelmonding verloor zijn functie met de aanleg van het Centraal Station op drie aangeplempte eilanden in het IJ.
Een verbeterde verbinding met het achterland werd gevormd met de ingebruikname van het Merwedekanaal in 1892, waardoor een betere verbinding met de grote rivieren ontstond. Met de verbreding van dit kanaal en de verlenging tot aan Tiel werd het Amsterdam-Rijnkanaal gerealiseerd. Na de opening hiervan in 1952 had Amsterdam een goede verbinding gekregen met de belangrijkste scheepvaartverbinding naar Duitsland.
In het kader van het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) werd vanaf de jaren vijftig het Westelijk Havengebied sterk uitgebreid. Het Oostelijk Havengebied verloor meer en meer zijn functie en werd vanaf de jaren negentig ingericht tot woonwijk.
Van de 15e tot de 19e eeuw was Amsterdam de belangrijkste haven van Holland, daarna nam Rotterdam die functie over. Sindsdien is Amsterdam de tweede haven van Nederland.