Gerechtshof (Nederland)
Een gerechtshof (vaak afgekort tot hof) is een soort rechterlijk college. Normaliter spreekt een gerechtshof recht in hoger beroep. Zo kan een hof kan als beroepsinstantie fungeren in civielrechtelijke, strafrechtelijke en belastingrechtelijke geschillen.
Er zijn in Nederland vijf gerechtshoven: in Amsterdam, Arnhem, 's-Gravenhage, 's-Hertogenbosch en Leeuwarden.
De rechters van een gerechtshof worden 'raadsheer' genoemd. Een raadsheer kan een man of een vrouw zijn: een vrouwelijke raadsheer wordt niet raadsvrouw of raadsdame genoemd.
De rechterlijke uitspraken van een hof worden nooit aangeduid als 'vonnis', maar (meestal) als arrest.
Historisch zijn de gerechtshoven uit de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de vorst of diens leenheren. De lagere rechtbanken zijn voortgekomen uit de op locale regels en gebruiken gebaseerde rechtspraak. Bijna alle gerechtshoven in Nederland zijn dan ook gevestigd in steden die de zetel van de graaf van Holland ('s Gravenhage), de hertogen van Brabant ('s-Hertogenbosch) en Gelre (Arnhem) of van een stadhouder (Leeuwarden) waren.
Inhoud |
[bewerk] Het gerechtshof in het strafrecht
Het gerechtshof behandelt alleen zaken in hoger beroep. In geval van hoger beroep behandelt het gerechtshof de zaak opnieuw in volle omvang, tenzij de partij die in hoger beroep is gekomen, de verdachte en/of het openbaar ministerie, het hoger beroep heeft beperkt tot bepaalde strafbare feiten. Het gerechtshof luistert opnieuw naar de standpunten van het openbaar ministerie, te weten de eis en de onderbouwing ervan die in een zogeheten requisitoir worden uitgesproken, en naar het pleidooi van de verdachte, meestal uitgesproken door een advocaat. Het gerechtshof is in beginsel niet gebonden aan de uitspraak van de rechtbank. Iemand die in eerste instantie is veroordeeld, kan dus worden vrijgesproken, maar ook een hogere straf krijgen, zij het dat de drie leden van de kamer van het gerechtshof die de zaak behandelt in dat geval unaniem van oordeel moeten zijn dat een door de rechtbank vrijgesproken verdachte moet worden veroordeeld, dan wel aan hem een hogere straf moet worden opgelegd dan door de rechtbank is opgelegd.
Partijen die het niet eens zijn met een uitspraak van het gerechtshof kunnen bij de Hoge Raad in cassatie gaan. Deze instantie beoordeelt echter alleen rechtsvragen. Onderzoek naar de feiten zal door de Hoge Raad niet worden ingesteld.
[bewerk] Het gerechtshof in het civiele recht
Wanneer een partij het niet eens is met een uitspraak van de rechtbank in een civielrechtelijk geschil, kan die partij in beginsel hoger beroep instellen bij het gerechtshof waaronder de betrokken rechtbank ressorteert. Gaat het om een vonnis dan dienen de wederpartijen bij deurwaardersexploot te worden opgeroepen om op een bepaalde datum voor het hof te verschijnen, vertegenwoordigd door een procureur. Hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank vindt plaats door een door een procureur ondertekend verzoekschrift (ook wel beroepschrift) te richten aan het hof. De griffie van het hof draagt dan zorg voor de oproeping van eventuele andere belanghebbende partijen.
Bij de procedure in hoger beroep kunnen alle feiten en omstandigheden van een geschil aan het hof worden voorgelegd. Een arrest van het hof kan een gehele of gedeeltelijke bekrachtiging van het vonnis inhouden, dan wel de vernietiging van het bestreden vonnis, gevolgd door de (alsnog) toe- of afwijzing van de ingestelde vorderingen.
Het instellen van hoger beroep brengt in beginsel mee dat de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis moet worden opgeschort, zolang de zaak nog niet definitief door de rechter is beslist. In veel gevallen zal een vonnis echter uitvoerbaar bij voorraad zijn verklaard. Dit brengt mee dat een vonnis - ondanks hoger beroep - met hulp van de gerechtsdeurwaarder ten uitvoer kan worden gelegd. Machtiging tot executie van een niet bij voorraad uitvoerbaar vonnis kan worden gevorderd in kort geding, maar ook aan het hof, voorafgaand aan de behandeling van het hoger beroep. In de praktijk wordt bij geldvorderingen vaak het te betalen bedrag gedurende het proces in hoger beroep op een derdenrekening gestort.
Na het gerechtshof staat alleen nog beroep in cassatie bij de Hoge Raad open. In cassatie wordt echter niet de zaak inhoudelijk opnieuw behandeld, maar is slechts ter sprake of het recht juist is toegepast.
[bewerk] Het gerechtshof in het bestuursrecht
Bij de belastingkamer van het gerechtshof kan hoger beroep worden ingesteld van beslissingen van de rechtbank in belastingzaken. Voor andere bestuursrechtelijke hoger beroepen kan men zich niet tot het gerechtshof wenden, maar, naar gelang het onderwerp van de zaak, tot de Raad van State, het College van Beroep voor het bedrijfsleven of de Centrale Raad van Beroep.