Elizabeth I van Engeland
1533-1603 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koningin van Engeland | ||||||
|
||||||
|
Elizabeth I (7 september 1533 – 24 maart 1603) was koningin van Engeland vanaf 17 november 1558 tot haar dood. Elizabeths bijnaam was de maagdelijke koningin (Maiden Queen of Virgin Queen).
Ze regeerde in een tijd dat Engeland verdeeld was tussen protestanten en katholieken. Ze wordt vaak beschouwd als een van de grootse staatshoofden aller tijden.
Elizabeth werd geboren in het koninklijk paleis in Greenwich in Londen. Zij was de dochter van Hendrik VIII en zijn tweede vrouw Anna Boleyn. Door de Rooms-Katholieke Kerk, die Hendriks echtscheiding niet erkende, werd Elizabeth gezien als een onwettig kind, maar ondanks dat werd ze direct na haar geboorte benoemd tot troonopvolger. Ze passeerde daarmee haar oudere halfzuster Maria (dochter van Hendriks eerste vrouw Catharina van Aragón). Toen zij drie jaar was, werd haar moeder onthoofd op beschuldiging van verraad. Haar vader hertrouwde en kreeg al snel een zoon, Edward, die op zijn beurt Elizabeth weer passeerde als troonopvolger.
Toen Hendrik VIII in 1547 overleed, werd Elizabeth verder opgevoed door haar stiefmoeder (Hendriks zesde echtgenote Catharina Parr) en haar nieuwe echtgenoot. Elizabeths broer Edward VI, de troonopvolger, overleed in 1553. Hierop werd eerst Jane Grey en daarna Hendriks oudste dochter Maria (Bloody Mary) koningin van Engeland. Maria, die een overtuigd katholiek was, probeerde haar protestante zus weer tot het katholicisme te bekeren. Toen dat mislukte werd Elizabeth gevangen gezet in de Tower van Londen. Hier ontmoette ze een man die een belangrijke rol in haar leven zou gaan spelen, Robert Dudley (de graaf van Leicester). Deze redde haar van de doodstraf.
Mary I trouwde met de Spaanse koning Filips II. Toen ze in 1558 kinderloos overleed, was Elizabeth de enige troonopvolger.
Elizabeth werd in januari 1559 gekroond tot koningin van Engeland. Haar 45-jarige regering zou in het teken staan van religieuze spanning. In 1570 werd ze door paus Pius V geëxcommuniceerd. Dit, en de ontdekking van een complot tegen haar bewind door katholieke tegenstanders, betekende het einde van de religieuze tolerantie.
Elizabeth I bleef haar hele leven ongehuwd en droeg dus terecht de bijnaam Virgin Queen. Voor een koningin was het vanzelfsprekend dat ze zou trouwen en voor een opvolger zou zorgen. Er waren dan ook veel huwelijkskandidaten, die Elizabeth allemaal afwees. Filips II, weduwnaar van haar oudere zus, probeerde met haar te trouwen. Ook waren er geruchten dat ze een relatie had met de graaf van Leicester. Een serieuze kandidaat was de 23 jaar jongere Frans van Anjou, de jongere broer van de Franse koning. Frans, in de Nederlanden bekend als de Hertog van Anjou, overleed echter onverwachts, waarna Elizabeth de rest van haar leven ongehuwd zou blijven.
Elizabeth steunde protestante opstandelingen in Frankrijk en de Nederlanden. Deze steun, en de vervolging van katholieken, maakte dat Spanje Engeland wilde bezetten. De Spaanse Armada, een enorme oorlogsvloot, werd echter in 1588 vernietigend verslagen.
Tijdens de regeringsperiode van Elizabeth I kwam Engeland in een bloeiperiode terecht. Literatuur, en dan in het bijzonder poëzie, kwam tot grote ontwikkeling. Ook begon Engeland in Elizabeths jaren met het veroveren van koloniën overzee, waaronder Noord-Amerika.
Elizabeth stierf op 24 maart 1603. Ze werd begraven in de Westminster Abbey. Haar dood betekende het einde van de Tudordynastie in Engeland. Ze werd opgevolgd door Jacobus I uit het huis Stuart, die op dat moment al koning van Schotland was onder de naam Jacobus VI.