Frans van Anjou
François-Hercule de Valois (Parijs 18 maart 1555 - Chateau-Thierry 10 juni 1584), Hertog van Anjou, was de jongere broer van de Franse koning Hendrik III ten tijde van het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Bij zijn geboorte droeg hij de titel hertog van Alençon, maar bij de troonsbestijging van zijn broer Hendrik, nam hij diens oorspronkelijke titel hertog van Anjou over.
De Staten-Generaal stelden hem in 1581 aan als soeverein vorst. De opstandelingen hoopten hiermee te bereiken dat Frankrijk zich in de oorlog zou mengen.
Frans van Anjou eiste dat de Nederlanden zich onafhankelijk van Spanje zouden verklaren. Dit gebeurde in 1581 met de Acte van Verlatinghe. Al snel bleek de keuze voor Anjou een vergissing: de hertog, die weinig politieke macht gekregen had, hield zich meer bezig met feesten dan met regeren. Ook het feit dat hij katholiek was, werkte in sommige kringen niet in zijn voordeel. Toen in 1582 een aanslag op het leven van Willem van Oranje werd gepleegd, wezen velen in de richting van de Hertog van Anjou.
Teleurgesteld in zijn bijrol, besloot Anjou een poging te wagen zijn macht te vergroten. In januari 1583 werden enkele steden in Vlaanderen en Brabant voorzien van een Frans garnizoen om vervolgens de grootste Nederlandse stad, Antwerpen, bij verrassing in te nemen. De inwoners boden echter verzet tegen de "Franse furie" en de poging mislukte. Anjou verliet de Nederlanden in juni 1583.
De positie van Anjou was immers onhoudbaar geworden maar ook die van Oranje kwam op de helling te staan. Hij was het immers die de Fransman had binnengehaald en zelfs nu nog aandrong op verzoening. Deze verzoeningspoging mislukte echter, en toen de hertog van Anjou op 10 juni 1584 (een maand voor Willem van Oranje) overleed, was het afgelopen met de Franse steun voor de opstand.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina François d'Alençon op Wikimedia Commons. |