Maria I van Engeland
1516-1558 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Koningin van Engeland | ||||||
|
||||||
|
Maria (Mary) Tudor (Greenwich, 18 februari 1516 - Londen, 17 november 1558) was koningin van Engeland van 1553 tot 1558. Zij was een dochter van Hendrik VIII en zijn eerste echtgenote Catharina van Aragón. Zij verwierf de bijnamen 'de Katholieke' en 'de Bloedige' (Bloody Mary).
Toen haar vader zich van Catharina liet scheiden (het huwelijk werd ongeldig verklaard), werd Maria door hem als bastaard bestempeld. Ook werd ze van haar moeder afgezonderd. Na de dood van Anna Boleyn, Hendriks tweede echtgenote, werd Maria weer in genade aangenomen. Later betreurde zij dat ze met Hendriks voorwaarden (erkenning van haar vader als hoofd van de Engelse Kerk en het accepteren van haar bastaardstatus) akkoord was gegaan. Maria bleef in het geheim haar geloof belijden. Ook tijdens de regering van haar halfbroer Edward VI (zoon van Hendrik en zijn derde vrouw Jane Seymour) werd haar het leven zeer moeilijk gemaakt.
Ten tijde van het overlijden van Edward in 1553 had het protestantisme in Engeland zo veel aanhang gewonnen dat een rivale naar voren werd geschoven: Maria's nicht Lady Jane Grey. De sympathie van het volk lag echter aan de zijde van Maria en al snel overwon zij de tegenstand voor haar troonsbestijging. Na de negen dagen durende regering van Jane Grey werd Maria koningin. De eerste maanden was zij gematigd in haar optreden ten opzichte van haar vroegere vijanden en het protestantisme. Eind 1553 begon zij, na zich te hebben verzekerd van de steun van haar neef, keizer Karel V, maatregelen tot herstel van het rooms-katholicisme te nemen, terwijl een huwelijk met Karels zoon Filips II werd voorbereid. De overeenkomst die naar aanleiding van dat huwelijk werd gesloten bepaalde dat Filips koning van Engeland zou heten, maar geen persoonlijke macht zou krijgen en ook van de opvolging uitgesloten zou blijven. Wel zouden de kinderen uit het huwelijk het recht van opvolging hebben.
Bekend was dat Maria geen groot politica was en Filips vooral wilde huwen om steun te vinden bij haar streven het rooms-Katholieke geloof in Engeland weer de overhand te geven. Het huwelijk stuitte dan ook op verzet. Onder leiding van Thomas Wyatt en de vader van Jane Grey brak een opstand uit. Na de onderdrukking daarvan huwde Maria met Filips op 25 juli 1554. Filips bleef achttien maanden in Engeland. Daarna begon de hevige vervolging van de protestanten waaraan zij haar bijnaam te wijten heeft en waarvan de grondlegger van de Anglicaanse Kerk, Thomas Cranmer, het slachtoffer werd.
Zij voelde weinig voor deelname aan de oorlog van Spanje tegen Frankrijk, die ook het parlement niet wenste. Filips had Maria echter uitsluitend gehuwd om Engeland tot bondgenoot te krijgen. Tijdens een kort verblijf in Engeland in het voorjaar van 1557 wist hij haar een oorlogsverklaring aan Frankrijk af te dwingen. Dit was de laatste keer dat zij haar echtgenoot zag. Het huwelijk bleef kinderloos.
Zij werd opgevolgd door haar halfzuster Elizabeth I, de dochter van Anna Boleyn (de tweede vrouw van Hendrik VIII).