Dwergen

Dwergen vormen een van de volkeren die vaak voorkomen in fantasy boeken. J.R.R. Tolkien heeft het beeld van de dwergen in de fantasy sterk beïnvloed. Vele andere auteurs hebben zijn beschrijvingen van het uiterlijk en het karakter van de dwergen overgenomen, bijvoorbeeld Terry Pratchett. Ook in verschillende mythologieën komen dwergen voor.

Dwergen zijn vrij kleine wezens. Vaak zijn ze zwaar gebouwd met lange baarden. Dwergen staan bekend om hun ambachtswerk en zijn met name goede smeden. Dwergen wonen in het algemeen ondergronds en zijn meesters in mijnbouw en metaalbewerking. Zij kunnen erg koppig zijn en hebben vaak geschillen met de Elfen.

[bewerk] Tolkiens Dwergen

In De Silmarillion wordt beschreven dat ze werden geschapen door Aulë de Smid, een van de Valar, nog voordat de Elfen ter wereld kwamen. Dwergen zijn vrij kleine wezens, weinig groter dan een hobbit. Zij hadden een belangrijk koninkrijk in Moria, een grote mijn onder de berg Caradhras. Verder worden in de Silmarillion nog 2 dwergenmijnen genoemd in de Ered Luin. Deze heten Nogrod en Belegost.

Als het Reisgenootschap dat Frodo begeleidt in de mijnen van Moria aankomt, blijkt dat het geen mijn meer is maar een tombe: er zijn alleen nog skeletten van dode dwergen te vinden. De poging van Balin, een van Bilbo's metgezellen (in de Hobbit), om het vervallen koninkrijk weer te herstellen is mislukt omdat de dwergen een balrog gewekt hebben die onder de berg sliep.

De Dwergen en de Elfen zijn niet bijzonder op elkaar gesteld doordat een groep dwergen uit de Ered Luin in conflict met de Elfen van Doriath kwam in de Eerste Era. Toch vechten de Elfen en het Huis van Dúrin nog één laatste maal samen om het noorden van Midden-Aarde te bevrijden van Saurons troepen aan het eind van de derde Era.

Veel dwergen die in de boeken van Tolkien worden besproken stammen af van de Lijn van Durin.

In Tolkiens verhalen komt geen enkele vrouwelijke dwerg voor. In de Nagelaten Vertellingen lezen we dan ook dat de Elfen denken dat dwergen uit steen komen. Dit vinden de dwergen natuurlijk lachwekkend. Één uitleg zou zijn dat dwergenvrouwen nooit reizen en dwergenmannen zo hun vrouwen beschermen. Een andere uitleg zou zijn dat er wel vrouwelijke dwergen op de oppervlakte komen, maar dat ze niet te onderscheiden zijn van mannelijke dwergen omdat zij eveneens een baard hebben. Dit zou af te leiden zijn uit Tolkiens anekdotes over dwergen en hun baarden, hoewel er in zijn boeken nooit iets expliciet over de baarden bevestigd is, maar Tolkien daar enkel uitlegt dat er voor mensen geen verschil te zien is, wat toch iets impliceert.

Dwergen van Midden-aarde

Dwergenrijken

Belegost | IJzerheuvels | Khazad-dûm | Erebor | Nogrod

[bewerk] Andere Dwergen

In veel andere fantasyboeken en -spelen spelen dwergen een belangrijke rol. Soms worden dwergen en andere kleine mytologische rassen zoals kabouters verwisseld. Dwergen lijken veel op Gnomen, maar moeten zeker niet verward worden. Gnomen zijn over het algemeen een geniepig volk. terwijl Dwergen altijd behulpzaam zijn.

Dwergen zijn terug te vinden in onder andere:

De discworld-boeken van Terry Pratchett
In Warhammer: zie Dwergen (Warhammer)
In Dungeons and Dragons
In het eerste deel van "Het Zwaard van Shannara" van de auteur Terry Brooks wordt er ook over dwergen geschreven: "Na de Grote oorlog werd de wereld in vier rijken verdeelt, de Mensen gingen in het zuiden wonen, de Elfen in het noorden, de Trollen in het oosten en het Westen werd het schedelrijk." Nadat de mensen hun plaats hadden ingenomen, werden zij door uitroeing bedreigt. daarom ging een deel van de mensen onder de grond wonen. Omdat ze onder de grond woonden paste hun gezichtsvermogen aan, en kregen ze kleinere armen en benen, om meer kracht uit te oefenen. Na enkele eeuwen kwamen ze weer onder de grond vandaag toen bleek dat de mensen niet uitgeroeid waren. Na jaren in de donkere wouden te hebben gewoond, werden ze ontdekt als Dwergen.

[bewerk] Dwergen in de Germaanse mythologie

Ook in Germaanse mythologie komen dwergen voor. Volgens het Germaans scheppingsverhaal werd de aarde gedragen door vier dwergen, Austri, Vestri, Nordri en Sudri. De dwergen waren eens maden, die in het vlees van Ymir leefden. Door een toverspreuk van de goden ontpopten zij zich echter tot dwergen: zij kregen verstand en uiterlijk. Sommigen zijn kwaadaardig; deze moeten ondergronds leven, in de rotsen en aarde, en verstenen als zij zonlicht aanschouwen. Om deze reden leven zij in het duistere Útgard. Anderen helpen de goden, zo maakten deze het tovertouw Gleipnir om de Wolf vast te laten binden.