Duinparelmoervlinder
Duinparelmoervlinder | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Argynnis niobe (Linnaeus, 1758) |
||||||||||||
{{{Plaatje3}}} |
De duinparelmoervlinder (Argynnis niobe) is een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders.
Inhoud |
[bewerk] Kenmerken
De bovenzijde van de vleugels lijkt sterk op die van de Grote parelmoervlinder (Argynnis aglaja) en die van de Bosrandparelmoervlinder (Argynnis adippe), Ze heeft op de onderzijde van de achtervleugel een rij kleine witte of zilverachtige vlekjes met bruinrode rand. De vleugellengte bedraagt 23-30 mm. De achtervleugel heeft aan de onderzijde een gele zweem met een niet erg contrastrijke tekening. De vlekken aan de achterrand zijn driehoekig.
Op grote hoogte komt de vorm Argynnis niobe eris voor. Bij deze vorm ontbreken de zilveren vlekken op de onderzijde van de achtervleugel.
[bewerk] Levenscyclus
De vliegtijd is van mei tot en met augustus. Het hoogtepunt valt in de periode tussen half juni en half augustus.
De vrouwtjes zetten de eitjes af op de stengels van de viooltjes. Dit ei overwintert tussen strooisel. Pas het volgend voorjaar verlaat de rups de eischaal. De verpopping vindt plaats onder in de vegetatie. Ze kent slechts één generatie per jaar.
[bewerk] Ecologie
De vlinder heeft een voorkeur voor droge schrale graslanden in de buurt van bossen, maar komt ook veel voor in droge duinvegetaties. Het duinviooltje en het hondsviooltje zijn waardplant voor deze vlinder.
[bewerk] Verspreiding
De duinparelmoervlinder staat op de Nederlandse Rode lijst dagvlinders als bedreigd vermeld. Ze komt voor in de duinen ten noorden van Hillegom, op de waddeneilanden, en er is één populatie in de Hoge Veluwe.
Sinds 1977 of 1991 is ze uit Vlaanderen verdwenen, in Wallonië is ze bedreigd: ze komt alleen in de omgeving van Fagne-Famenne-Calestienne voor.
Ze is wijdverbreid in grote delen van Europa en op Europees niveau niet in gevaar: Van Ierland en Groot-Brittannië en midden Scandinavië in het noorden tot de Middellandse Zeekust, inclusief Sicilië, maar niet op de andere Middellandse Zee eilanden of de zuid-kust van Spanje en Portugal.
In gebergten komt ze voor tot op hoogten van 2400 meter.