Winterslaap
De winterslaap is een staat van voortdurende hypothermie (te lage lichaamstemperatuur). Dit kan meerdere dagen en zelfs enkele weken duren. Het evolutionaire voordeel van het houden van een winterslaap is dat een dier tijdens de winter kan overleven, zonder energie te hoeven besteden aan het zoeken van voedsel, dat dan moeilijk te vinden is. Door in winterslaap te gaan houden sommige dieren hun energie juist vast.
Tijdens deze winterslaap vertraagt het dier zijn stofwisseling tot een zeer laag niveau. Dit is te bereiken door een verlaging van de lichaamstemperatuur en het ademhalingsritme. Door gebruik te maken van vetreserves die tijdens de actieve warmere maanden werden opgeslagen, kan het dier het zo langere tijd uithouden.
Sommige dieren die een winterslaap houden, bewegen enkele keren in hun slaap, andere dieren slapen het gehele seizoen aan een stuk door.
Zowel land- als waterzoogdieren kunnen een winterslaap houden. Voorbeelden hiervan zijn de muis, de vleermuis of de egel. Ook reptielen als bepaalde soorten schildpadden en slangen, en amfibieën houden een winterslaap.
Van de Nuttalls nachtzwaluw is bekend dat deze (als een van de weinige vogels) een winterslaap houdt. Ook sommige regenwormen houden een soort winterslaap.
Dieren die in het water leven kunnen onder of boven water een winterslaap houden. Zo doet de roodwangschildpad dit onder water. De schildpad graaft zich in de modder in, op de bodem van een vijver.
De beer staat bekend als een winterslaper, maar is dat niet. Zijn hartslag vertraagt weliswaar, maar zijn lichaamstemperatuur blijft vrij constant. Hij kan dan ook gemakkelijk wakker worden gemaakt. Andere niet-winterslapers die ten onrechte als zodanig worden aangezien zijn de das, de wasbeer en de opossum.
Alvorens een winterslaap te houden, eten de meeste soorten wonderbaarlijke hoeveelheden voedsel en slaan zo energie op in grote vetreserves. Sommige zoogdieren houden een winterslaap terwijl het vrouwtje drachtig is. De jongen worden geboren nadat het vrouwtje uit de winterslaap is ontwaakt.
Wanneer een dier in de zomer in een staat verkeert die op de winterslaap lijkt, wordt dit estivatie of zomerslaap genoemd.
Torpor lijkt ook op winterslaap (inclusief de hypothermie), maar dan voor een kortere periode (enkele uren).