Troezen

Troezen (uitgesproken als "Troj-dzèn", Grieks: Τροιζήν, Modern Grieks: Τροιζήνα / Trizina) is een Grieks dorp in het noordoosten van de Peloponnesus, enkele kilometers ten zuiden van Methana en ten westen van Poros en Galatas. Het behoort administratief tot de nomos Attiki, al is het daarmee over land niet rechtsreeks verbonden.

[bewerk] Mythologie:

Volgens de Griekse mythologie was Toezen de plaats waar de koningsdochter Aethra in één nacht sliep met de Attische koning Aegeus en Poseidon. Zij werd zwanger van de held Theseus, en Aegeus veronderstelde dat hij wel de vader van het kind zou zijn. Omdat zijn troon in Athene bedreigd werd, besloot Aegeus Aethra bij haar vader achter te laten en zelf naar Athene terug te keren. Alvorens te vertrekken verstopte hij zijn sandalen en een zwaard onder een zwaar rotsblok, en liet Aethra beloven dat zij hun zoon hier in veiligheid ver van Athene zou groot brengen. Als het kind sterk genoeg zou zijn om het rotsblok op te tillen, moest hij de achtergelaten voorwerpen naar zijn vader in Athene brengen en daarmee zijn indetiteit bewijzen. Zestien jaar later zou de jonge Theseus inderdaad doen wat zijn vader van hem verwachtte.

Troezen is ook de plek waar Euripides zijn tragedie Hippolytus situeert. Deze tragedie vertelt het verhaal van Theseus’ zoon Hippolytus, die voorwerp en slachtoffer werd van de ziekelijke verliefdheid van zijn stiefmoeder Phaedra, Theseus’ tweede vrouw. Uit respect voor zijn vader vluchtte Hippolytus voor de avances van zijn stiefmoeder, maar op zijn vluchtweg verongelukte hij. Andere drama’s over hetzelfde onderwerp, geschreven door Seneca en Jean Racine, spelen zich eveneens af in Troezen.

De oude stad bezat ook een bron, waarvan verteld werd dat ze ontsprong op de plek waar het gevleugelde paard Pegasus de grond raakte.

[bewerk] Troezen in de geschiedenis:

In de oude Dorische polis ontstond een cultus rond de figuur van Hippolytus. Aan hem offerden jonge meisjes uit Troezen traditioneel een haarlok vóór hun huwelijk. Het heiligdom ontstond aan het einde van de 4e eeuw v. Chr., en werd rond 250 v. Chr. verwoest door en uitbarsting van de vulkaan van Methana.

De politieke band tussen Troezen en Athene is inderdaad héél oud. Vóór de Slag bij Salamis gaf de Atheense leider Themistocles het bevel de vrouwen en kinderen van de stad om veiligheidsredenen te evacueren naar Troezen. In 1959 werd in Troezen een stele teruggevonden met de tekst van het evacuatiedecreet. Intussen is gebleken dat het om een 200 jaar jongere kopie van het origineel gaat, mogelijk ter nagedachtenis van de slag. Door de vijandschap met Argos koos de stad later voor de Spartanen, die haar in 275 en 224 v. Chr. bezetten.

In de 9e eeuw veranderde de naam van Troezen in "Damalá", en werd het een bisschopszetel. Uit die periode dateert de Episkopí-kerk. In 1325 kwam het in handen van het Genuese geslacht Zaccharia, en na 1363 onder het despotaat van Mystras.
In het moderne dorp Trizína werd in 1827 de derde zitting van de Griekse Nationale Vergadering gehouden, die graaf Capodistrias aanduidde tot voorlopig staatshoofd van het Onafhankelijke Griekenland.

Nabij het moderne dorp liggen de resten van het antieke Troezen. Overblijfselen uit vele tijdperken liggen verspreid over het terrein.