Sultan
Een uit het Arabisch, ontleend aan het Syrisch, afkomstig woord oorspronkelijk met de betekenis macht, regering, heerschappij, autoriteit. Werd later een vorstelijke titel. Mahmoed van Ghazna (Ghazni in het huidige Afganistan; 969-1030), een Turkse vorst, stamvader der Ghaznawiden, is waarschijnlijk de eerste drager van de titel sultan geweest. Sultan is een hoge rang binnen de moslimadel (een kalief staat nog hoger op de ladder) en komt overeen met prins, koning of keizer, al wordt de titel gewoonlijk niet vertaald. Een sultan staat aan het hoofd van een sultanaat. De vrouw of moeder van een sultan wordt sultane genoemd.
In Brunei en Oman heeft men heden ten dage nog steeds een sultan. In Maleisië, dat een federatie is van vele sultanaten, wordt de koning uit de sultans gekozen voor een periode van 5 jaar.
Ook in Indonesië zijn nog sultans: de sultan van Jogjakarta, die tevens gouverneur is, de sultan van Surakarta (Solo), enkele sultans in Cirebon en waarschijnlijk elders in Indonesië nog enkele.
De bekendste sultans waren die van het Osmaanse rijk. Zij behoorden tot de Ottomaanse dynastie.
{{{afb_links}}} | Overzicht van heersers | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
doge - emir - farao - groothertog - kalief - keizer - kan - koning - landvoogd - monarch - paus - president - regent - sjah - sjeik - staatshoofd - sultan - tenno - tsaar - vorst |