Soeharto

Hadji Muhammad Soeharto (8 juni 1921) was de tweede president van Indonesië van 1967 tot 1998.

Hadji Muhammad Soeharto (of Suharto in de nieuwe spelling, zie Bahasa Indonesia) is geboren in Kemusuk, Jogjakarta, Centraal-Java. Zijn ouders waren arme boeren.

Soeharto volgde een Nederlandse militaire academie, werd sergeant bij het KNIL en in de Tweede Wereldoorlog werd hij leider van zijn bataljon.

Generaal Soeharto speelde in het crisisjaar 1965 een nog niet opgehelderde rol. De spanningen in de republiek namen destijds hand over hand toe, door de hysterische politiek van confrontatie tegen Maleisië door Soekarno, de snel instortende economie en de groeiende invloed van de communisten. In augustus / september gonsde het van de geruchten van een staatsgreep van links of een staatsgreep van rechts. Soeharto, hoofd van de militaire inlichtingendienst, heeft mogelijk bij een groep linkse officieren het gerucht verspreid van een staatsgreep door de legerleiding, waarna die officieren besloten dat voor te zijn.

Op 1 oktober 1965 werd bijna de hele legertop uitgemoord door overste Oentoeng en zijn mannen. Soeharto bleef buiten schot, rekende de hele groep in en begon in de volgende weken met een grote moordpartij onder de communisten.

Soeharto nam de plaats in van de vermoorde stafchef Dani, en had feitelijk de macht in handen. Eind februari 1966 probeerde Soekarno zich nog te doen gelden door de minister van oorlog generaal Nasution te ontslaan. Maar Soeharto maakte duidelijk wie voortaan de baas was in Indonesië. In maart benoemde de president hem tot premier, met grote volmachten.

Generaal Soeharto werd interim-president op 12 maart 1967 na een brief van zijn voorganger Soekarno (Surat Perintah Sebelas Maret, zoiets als "Bevelschrift van elf maart") en op 21 maart 1968 werd hij officieel gekozen als president door de MPRS (Majelis Permusyawaratan Rakyat Sementara, de "interim-Beraadslagende Volksraad").

In de jaren 1973, 1978, 1983, 1988, 1993 en 1998 werd hij steeds herkozen door de MPR. Tijdens de laatste ambtstermijn, op 21 mei 1998, trok hij zich terug uit de politiek. Zijn terugtrekking volgde op de oproeren in mei 1998. Hij werd opgevolgd door zijn vice president Bacharuddin Jusuf Habibie.

Soeharto was getrouwd met Siti Hartina ("Tien") en ze hadden 6 kinderen: Siti Hardijanti Hastuti (Tutut), Sigit Harjojudanto, Bambang Trihatmodjo, Siti Hutami Endang Adiningsih, Siti Hediati en Hutomo Mandala Putra (Tommy).

Soeharto werd vaak "Pak Harto" (Meneer of Vader Harto) genoemd, een aanspreektitel die hijzelf introduceerde aangezien hij zichzelf graag als vader van het Indonesische volk zag.

Soeharto werd 4 mei 2006 opgenomen in het ziekenhuis wegens interne bloedingen. Hij heeft sindsdien diverse operaties ondergaan om het probleem te verhelpen. 23 mei 2006 werd hij opnieuw in het ziekenhuis opgenomen wegens interne bloedingen. Zijn toestand is tijdelijk kritiek geweest. [1] Op 31 mei 2006 werd Soeharto, na diverse operaties te hebben ondergaan, ontslagen uit het ziekenhuis. [2]

Voorganger: Soekarno

President van Indonesië (1967–1998)

Opvolger: Bacharuddin Jusuf Habibie