Siluur
Era | Periode | Subperiode | Tijd geleden (Ma) |
---|---|---|---|
Paleozoïcum | Devoon | 359,2 - 416,0 | |
Siluur | Pridoli | 416,0 - 418,7 | |
Ludlow | 418,7 - 422,9 | ||
Wenlock | 422,9 - 428,2 | ||
Llandovery | 428,2 - 443,7 | ||
Ordovicium | 443,7 - 488,3 |
Het geologisch tijdvak Siluur (443,7 - 416,0 Ma) is een periode van het era Paleozoïcum en onderverdeeld in 4 subperiodes:
- Pridoli (416 - 418,7 Ma)
- Ludlow (418,7 - 422,9 Ma)
- Wenlock (422,9 - 428,2 Ma)
- Llandovery (428,2 - 443,7 Ma)
[bewerk] Naamgeving
Het Siluur is genoemd naar een historische Keltische stam, de Silures, die leefden op de grens van Wales en Engeland, door de Schotse geoloog Roderick Murchison in 1835.
[bewerk] Definitie
De basis van het Siluur wordt gedefinieerd door het eerste voorkomen van de graptoliet Parakidograptus acuminatus en de top door het eerste voorkomen van de graptoliet Monograptus uniformis.
[bewerk] Flora en fauna
Gedurende het Siluur was er nog weinig continentaal leven, maar in sedimenten, vooral afgezet in ondiepe wateren, is een rijke fauna gevonden. Daaronder zijn de Eurypterus en de Brontoscorpio, verwant aan de schorpioenen. In het Siluur verschenen ook de eerste kaakvissen.
|
Cenozoïcum - Mesozoïcum - Paleozoïcum - Proterozoïcum - Archeïcum - Hadeïcum |
Holoceen - Pleistoceen - Plioceen - Mioceen - Oligoceen - Eoceen - Paleoceen - Krijt - Jura - Trias - Perm - Carboon - Devoon - Siluur - Ordovicium - Cambrium |